Het huis is niet groot maar de tuin is prachtig en gelegen in een laan die twee hoofdwegen verbindt. Na al die jaren is het er nog steeds heel rustig wonen in het rijke groen. Alsof de tijd hier geen vat meer heeft en weigert mee te doen aan de waanzin van de hysterische verkeersdrukte. Het verre gebulder van de snelwegen wordt door de vele bomen tegengehouden en men waant zich een beetje in ‘het Aards Paradijs’. De talloze berken spelen een schitterend spel van licht en schaduw met een lauwe bries. En het huis droomt in de zachte warmte. Zachtjes hoor je het gekakel van tevreden kippen, genietend van een stofbad in het zand. Elodie staat elke morgen vroeg op. Na een frisse wasbeurt geniet ze van een stevig ontbijt. Ze heeft maar één doel voor ogen: zo fit mogelijk piano studeren. Elke keer als ze de glanzende toetsen van haar instrument voorbijgaat, krijgt ze een opwindend gevoel, diep in haar buik. Er is een heel avontuur in besloten. Ze rekt zich stevig uit. Soms gaat ze aan de piano zitten en is het gewoon een houten kist waar toevallig geluid uit komt. En dan zijn er van die wonderlijke dagen, de noten versmelten zich tot een prachtige melodie alsof een onzichtbare kracht er de hand in heeft. Vlug loopt ze dan naar de computer om het op te schrijven want de tonen sterven snel weg uit haar geheugen. De wereld waarin Elodie vertoeft is zo mooi dat ze er niet genoeg van kan krijgen. Het is alsof zij een reis maakt zonder zich te verplaatsen, heel vreemd. Ze probeert steeds weer andere klanken en akkoorden uit en dan speelt de muziek zich verder in haar hoofd af. Muziek voor films schrijven is haar grote passie. Elodie is de kaap van de vijftig reeds lang voorbij. Voor velen is zij een beetje bizar met haar grote grijsgroene ogen waarmee ze soms lang voor zich uit zit te staren. Ze is dan eventjes niet meer van hier. Haar piano is zo’n beetje haar biechtvader. Wanneer Elodie de toetsen beroert, antwoordt ze terug met lieve, melodieuze klanken die immer zalven en vergeven. Het leven heeft haar vaak diep gekwetst. Haar drie zonen zijn reeds het huis uit. Heel zelden komen ze nog naar het kleine huis in het zachte groen waar ze opgroeiden, alsof ze het vergeten zijn. Ook de dagen dat ze door de bossen dwaalden, kampen maakten.Alles uitgewist door het jachtige leven! Ze hebben zich verspreid over de aarde Geen tijd meer, naar hier, naar daar, promotie maken, reizen, kinderen, vrouw, vrienden… De hele wereld zit in hun binnenzak. Alleen de tijd kunnen ze niet beheersen,die tikt ongenadig verder. Elodie hoopt dat er op een dag een zoon eens langs komt om samen te genieten van een kop koffie, een wandeling, kortom even gezellig tijd voor elkaar. Alles laten stilstaan samen. Maar dat zit er voorlopig nog niet in. Ze kijkt naar buiten . Twee eekhoorntjes springen van de ene tak op de andere. Ze verzamelen noten voor de komende winter. “ Wat zouden ze nu aan het doen zijn?” vraagt ze zich af met een lichte zucht. Even kruipt de pijn van het gemis naar haar keel. “Niet aan toegeven; ik moet er het beste van maken. Ze hebben recht op hun eigen leven. ” Dan zet ze zich aan de piano. Zachte muziek omarmt haar,droogt haar tranen en neemt haar mee naar een geheime plek waar er geen verdriet bestaat. Het is alsof een houten moeder haar troost. Elodie woont in een grote luchtbel en niemand kan er in .
Op een grijze, sombere hersftdag waait het hevig. De bladeren van de bomen dwarrelen draaiend naar beneden en vormen een bont tapijt van koper, goud ,oranje ,okergeel en felrood. Er wordt aangebeld. Daar er niet veel bezoek komt is zij ten zeerste verwonderd. Een donkerharige man met een zwarte jas staat voor haar deur. Even slaat de schrik haar rond het hart. Zomaar een vreemde binnen laten? Hij belt nogmaals aandringend. Snel strijkt ze haar kleren glad.Voorzichtig en op haar hoede opent ze de zware voordeur. “Dag Mijnheer.” “Dag Mevrouw,heet u toevallig Elodie Carlier?” Ze knikt bevestigend. “Mijn naam is Peter Mertens. Mag ik even binnenkomen, ik had u graag een gunst willen vragen in verband met een ernstige zaak.” Zijn stem heeft een warm timbre en dat stelt haar enigszins gerust. “ Er is toch niets ernstig gebeurd?” “Mevrouw, het heeft niets met u te maken. Ik heb alleen een vraag .” Elodie neemt de man scherp op. Er klinkt diepe wanhoop in zijn stem, alsof dit zijn laatste kans is. Zachtjes drukt hij haar de hand die warm en zacht aanvoelt . “Zegt u maar gewoon Peter.” “ Voor die man hoef ik niet bang te zijn,” denkt ze enigszins gerustgesteld. Ze laat hem binnen en biedt hem een plaats aan in haar eenvoudig salonnetje. Het licht valt op zijn gezicht. Zijn trekken zijn fijnbesnaard, blijkbaar een man met veel smaak Maar zijn donkere ogen staan heel droevig. “Het is het beste voor u dat ik maar meteen ter zake kom, dan weet u meteen de reden van mijn komst.” “Zijn er groeven in zijn gezicht of verbeeldt ik me dat?” merkt Elodie terloops op. “Enkele jaren geleden hebben mijn vrouw en ik een kind gekregen.Wij waren heel blij met onze zoon en koesterden hem met heel veel liefde. Kortom het ontbrak hem aan niets. Op een avond reed mijn vrouw naar haar vriendin. Lars was toen juist vier jaar. Ze is die bewuste avond niet meer teruggekomen. Onderweg heeft ze een dodelijk ongeval gehad. Dat is nu twee jaar geleden en vanaf die bewuste dag heeft mijn zoon een complete metamorfose ondergaan. Hij praat amper, wil niet leren op school, krijgt woedeaanvallen en heftige huilbuien. In zijn dromen roept hij heel hard naar zijn moeder. Kortom, het is een ander kind geworden. De kinderpsycholoog zegt dat hij veel te lang blijft treuren en dat we een manier moeten zoeken om in zijn wereldje door te dringen. Kunt u geloven dat ik de wanhoop nabij ben? Ik heb alles al geprobeerd wat in mijn macht lag, allerlei therapieën om hem uit die treurige gemoedstoestand te brengen. De psychiaters weten zelfs geen oplossing en willen hem onderbrengen in een oord voor ongeneselijke, geesteszieke kinderen. Dat laat ik nooit toe, alleen over mijn lijk!” Hij neemt een zakdoek en veegt zijn ogen af en snuit zijn neus luidruchtig.” Ik ben zelf gaan zoeken naar andere oplossingen en op een dag heb ik gelezen dat in Tibet dokters mensen kunnen genezen door de trillingen van het geluid. Elke mens heeft naar het schijnt een eigen grondtoon die aan hem eigen is. Deze wetenschap is hier in het westen nog niet echt bekend. En nu is mijn vraag naar u toe. Kunt u een muziekstuk voor mijn zoon schrijven dat helemaal voor hem is? Dan speel ik het altijd af zodat hij terug in harmonie komt met zichzelf Het is mijn laatste hoop om hem terug te halen. Anders vrees ik dat hij voorgoed wegvlucht in zijn wereldje. Geld is geen probleem voor mij. Denkt u er over na en laat mij vlug iets weten. Hier is mijn naamkaartje met mijn telefoonnummer.”
Na afscheid genomen te hebben verdwijnt de man enigszins gebogen in het sombere herfstlandschap. Elodie kijkt hem na en denkt . Na een woelige nacht belt ze hem op. “Hallo Peter voor ik iets beslis, mag ik uw zoon eens ontmoeten?” “Dat is helemaal geen probleem,”antwoordt hij beslist “ Als het goed is kom ik vanmiddag met hem langs.” Die middag brengt Peter een schriel blond kind mee. Het ventje is lijkbleek en zijn grote blauwe ogen staan heel droevig. Wanneer Elodie hem aanspreekt antwoordt hij niet maar staart strak voor zich uit naar een onzichtbaar punt in de verte. Ze voelt zijn intense verdriet. Hij houdt een teddybeer stijf tegen zich aangedrukt alsof dat het laatste is dat hem aan deze wereld bindt. Elodie praat zachtjes tegen de jongen maar hij reageert niet . Ze neemt plaats achter de piano en speelt een kinderliedje. Zachtjes wiegt hij mee met het eenvoudige ritme en op zijn gespannen gezichtje verschijnt een spoor van een flauwe glimlach. Elodie voelt dat ze door muziek te spelen in contact komt met hem .Ze aanvaardt de opdracht.
De dagen die komen zijn de moeilijkste van haar leven. Ze wacht op ‘het Moment Supréme’. Het moment dat de juiste melodie zich aan haar openbaart. Uit ervaring weet ze dat het niet komt vanuit het nuchter denken maar vanuit een diep gevoel vanbinnen. Peter belt regelmatig: “Heb je al iets?” Telkens moet ze hem teleurstellen: “ heb nog wat geduld.” “Lars gaat erg achteruit de laatste tijd, hij wil haast niet meer eten. Je bent mijn laatste hoop.”
Op een dag regent het heel hard en het is ijzig koud. Maar toch hangt er voor Elodie ‘ tover’ in de lucht. Haar zintuigen zijn heel scherp.Na het roffelen van de regen op het platte dak hoort zij een fijn geluid dat haar aandacht trekt. Om de zoveel tijd valt er een druppel in een ijzeren schaal die in honderden partikeltjes uit elkaar spat. Het is een fijne kristallen heldere klank. Dat is het, ze weet het, de grondtoon voor Lars! Elodie zet zich aan de piano en als vanzelf spint er zich een wonderbare melodie uit haar handen. Het vloeit er als vanzelf uit, gebaseerd op de toon van de vallende druppel. Helemaal opgewonden belt ze naar Peter, die komt dadelijk langs met Lars. “Ik hoop dat je het mooi vindt.” Ze speelt haar gloednieuw muziekstuk voor. Peter heeft tranen in de ogen van ontroering.” Zo iets moois heb ik nog nooit gehoord, het raakt me recht in mijn hart. Dit is de muziek die mijn Lars zal genezen.” Elke dag hoort de kleine jongen zijn muziek, speciaal voor hem geschreven. Langzaam, stap voor stap breekt hij uit de ijzeren kooi van verdriet. Op een dag belt Peter opgewonden: “Elodie, ik ben zo gelukkig. Voor het eerst sinds twee jaar heeft Lars gelachen en gedanst!”
Op de vooravond van Kerstmis stopt er een auto voor het kleine huis. Een jonge man met een grote bos bloemen stapt uit de auto. Het is een zoon die even een tasje koffie bij Elodie komt drinken, zomaar voor de gezelligheid.
|