Homepage Schrijversweb Schrijversweb 2010 Anneke Wasscher Klaproos en korenbloem - Anneke Wasscher |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Het zonlicht heeft nog net genoeg ruimte om tussen twee gordijnen door te kijken. De decoraties op de hoofdkussens krijgen een beetje kleur. Het kussen aan de rechterkant van het tweepersoonsbed heeft een rode klaproos, op het linker kussen prijkt een blauwe korenbloem. “Wat is het stil nu ze op vakantie zijn,” zegt Klaproos. Het is even stil. “Wat denk je,” zegt Klaproos. “Zou het nog goed komen tussen haar en hem? Korenbloem hult zich een tijdje in stilzwijgen. “Heb je iets te verbergen?” vraagt Klaproos geïrriteerd. Ze ziet de blik van Korenbloem afdwalen naar de overvloed van lentebloemen op het dekbedovertrek als hij zegt: “Heb je wel eens goed naar de madeliefjes gekeken en naar de boterbloemen. Ze zijn zo slank, zo strak, zo .....hoe moet ik het zeggen....ze lijken nog zo fris en teer. Daar word ik een beetje weemoedig van.” “Allemachtig nog aan toe, je wilt toch niet zeggen dat je je daardoor van de wijs laat brengen. Ze worden gewoon veel minder intensief gebruikt dan wij. In de zomer liggen ze soms alleen maar naast het bed in de wei, terwijl wij dan door de slapeloosheid van warme nachten volledig verkreukeld zijn.” De spanning is voelbaar tussen de twee. Allebei staren ze een tijdje naar het plafond. “OK dan,” zegt Korenbloem. “Ik moet je iets vertellen, waardoor je waarschijnlijk enorm geschokt zult zijn, maar een maand geleden lag ze hier met een andere man.” Klaproos ligt verbijsterd en doodstil. “Je wilt toch niet zeggen dat zij een ander hoofd dan dat van hem op jou heeft laten rusten? Ik kan het haast niet geloven. In deze kamer. Waar was ik dan??” “Waarschijnlijk heeft ze je op dat moment even buiten laten luchten, om die gast niet te bedwelmen met oud zweet.” De zon is verdwenen, de vaalheid van kleuren krijgt de overhand. Korenbloem vraagt zich af of hij het Klaproos wel had moeten vertellen. Kan ze het wel aan op haar leeftijd? De laatste tijd lijkt ze wat overgevoelig. Misschien is ze ook wel wat allergisch voor wasmiddelen. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij een scheurtje in haar stengel. Ze ziet er enigszins geknakt uit. Bewegingloos liggen Klaproos en Korenbloem naast elkaar, beiden in gedachten verzonken. Korenbloem schraapt zijn keel en zegt: “Hadden ze maar eerder met elkaar gepraat, dat zou ze opgelucht hebben. Ik merk dat het mij in elk geval goed doet dat ik deze ballast van me afgooi. Het is fijn dat ik open kaart tegen je kan spelen, zonder dat je me iets verwijt.” “Hoe zou ik jou nou iets verwijten,” vraagt Klaproos, om teder te vervolgen: “wij zijn toch ook al net zo lang bij elkaar als zij.” Korenbloem slikt even. “Wat denk je, zou deze vakantie hen weer wat dichter bij elkaar brengen? Een weekje samen op reis, dat doen ze toch niet voor niets. De wil is er in elk geval. Bovendien, ze gaan naar het zuiden, daar schijnt de zon vaak. Dat geeft een andere kijk op de dingen.” “Ik mag het hopen,” zucht Klaproos. “Anders zou dat voor ons ook wel eens het einde kunnen betekenen. Tegenwoordig wordt oud beddegoed nog niet eens hergebruikt als poetsdoek.” “Laten we er niet over piekeren. Als wij dit nu ook eens beschouwen als vakantie. Je ziet nu al waar een beetje rust toe leidt. Hoe het onze relatie ten goede komt. We hebben in geen tijden zo fijn en vertrouwelijk met elkaar gepraat.” zegt Korenbloem hoopvol. Toch voelen ze zich ook wat gesloopt door alle emoties. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Klaproos en korenbloem © Anneke Wasscher Homepage Schrijversweb Schrijversweb 2010 Anneke Wasscher |