Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Annemarie Enters

Eitje - Annemarie Enters

‘Mijnheer, we moeten de kist nu echt sluiten…’
Eduard knoopte zijn zwarte das. ‘Man ik kom net uit Amerika, dat verkeer…’
Zachtjes hoorde hij haar lievelingsmuziek uit de aula komen … Schubert.
Hij boog zich over de open kist, veegde een traan weg en gaf zijn moeder een laatste kus.
De man in een zwarte pandjesjas stond ongeduldig klaar met het deksel. Zodra de kist gesloten was, rolden twee andere mannen deze naar de aula.
Eduard wankelde even. Hij rechtte zijn rug en slikte. Met een trillende hand overhandigde hij pandjesjasmans een computeruitdraai en wees hierop met zijn vinger. ‘Deze urn koos ik uit via internet. Ik neem aan dat alles verder in orde is.’
‘Ja, mijnheer, we hebben de betaling ontvangen.’
Eduard snoot zijn neus en liep het zaaltje in waar de kist, omringd door een twintigtal bloemstukken al op een verhoging stond. Na een vriendelijk knikje naar enkele bekenden stapte hij het podium op. Zodra de muziek gedempt was tikte hij even tegen de microfoon en begon te spreken. Hij richtte zich tot de kist en beschreef in het kort haar leven en stipte moeders diepgaande interesse voor de bekende Russische edelsmid Fabergé aan. Hij haperde even voordat hij de aanwezigen voor hun vriendschap en hun komst dankte. Hij stapte van het podium af en ging op de eerste rij zitten en luisterde met dichte ogen naar het middendeel van Mozarts 23ste pianoconcert.

Na de condoleances en de koffie stapte hij in zijn huurauto en reed naar Leiden. Op de gracht vond hij een plaatsje voor zijn ouderlijkhuis. Jaren was hij hier niet geweest en hij schaamde zich dat hij moeder niet vaker had bezocht. In zijn oude jongenskamer trok hij zijn zwarte pak uit en haalde zijn jeans en T-shirt tevoorschijn.
Hij vervloekte zijn Amerikaanse werkgever die hem met moeite drie dagen vrij had gegeven. Als hij snel zou doorwerken, moest het hem lukken om haar persoonlijke spullen binnen anderhalve dag te kunnen opruimen.
Zijn blik ging naar de stoel bij het raam waar ze meestal zat. Op het bijzettafeltje lag het beduimelde boek over Fabergé. Hoe vaak had moeder hem dit boek niet getoond? Er was bijna geen dag voorbijgegaan of ze had dit boek liefdevol doorgebladerd.
In gedachten hoorde hij haar stem weer. ‘Onbereikbaar... helaas, kijk Eduard hoe prachtig deze eieren gemaakt zijn?’
‘Mam, als ik later rijk ben, koop ik een eitje voor jou.’
‘Jongen, dan moet jij wel een geweldige carrière maken. Kenners vechten hier om. De kans dat jij een ei voor een koopje kunt krijgen is miniem, al is het een enkeling gelukt.’
Hij pakte het boek en liep naar haar slaapkamer en opende de lade van haar commode waar ze de krantenknipsels over spectaculaire vondsten van een Fabergé kunstwerk bewaarde. Om deze weg te gooien kon hij niet over zijn hart verkrijgen. Na een vluchtige blik op de met rood onderstreepte artikelen, stopte hij dit samen met het boek in zijn handbagage.
Van haar slaapkamer ging hij naar de badkamer. Hij pakte haar parfumfles en snoof haar geur op. De gedachte wat moet ik hiermee…vloog regelmatig door zijn hoofd.
De werkster had beloofd om moeders kleren en huishoudelijke spullen op te halen en de notaris zou voor de verkoop van het roerend en onroerend goed zorgen. Eduard had begrepen dat dit huis waarschijnlijk een miljoen ging opbrengen. Veel geld. Zou moeder geweten hebben dat ze financieel op rozen zat? Hij vroeg zich af of ze gelukkiger zou zijn geweest in een huurflatje, maar met een ei van Fabergé.
Nog eenmaal liep hij het mooie Leidse grachtenpand door. Zijn handen gleden over het kunstige houtsnijwerk van de binnen-luiken. Jammer om dit te verkopen, maar zijn leven speelde zich nu in New York af en verdere familie had hij niet.
Gerustgesteld dat de nalatenschap geregeld was, reed hij naar Schiphol, leverde zijn auto in en stapte op het vliegtuig naar New York.
Tijdens de vlucht bladerde hij door moeders uitgeknipte krantenartikelen. Topstukken… stuk voor stuk kunstwerkjes… met vakmanschap, liefde en tijd gemaakt. Tegenwoordig moest alles vlug, vlug.

In New York zat hij net achter zijn bureau, toen zijn baas binnenstormde. ‘Zo Eduard, je hebt een belangrijke klant gemist. Ik kan jou niet aanhouden als je niet snel een nieuwe opdracht binnen haalt.’
Eduard knikte beleefd en mompelde iets over zijn best doen, al kookte hij inwendig. Wat een koude kikker, de man had hem niet eens gecondoleerd. Om af te koelen besloot hij een flinke wandeling te maken. Met grote passen liep hij door New York en kwam al gauw bij Chinatown. Nieuwsgierig bekeek hij de etalages van de kleine winkeltjes die hoofdzakelijk rommel verkochten. Het zou ook te gek zijn als ik hier een Fabergé ei zou vinden…
Gedachtig aan de met rood onderstreepte uitgeknipte krantenartikelen van zijn moeder over spectaculaire vondsten bleef hij alert. Teleurgesteld dat hij geen ei had gezien, draaide hij zich om voor de terugweg. Vanaf de andere kant had hij een ander zicht op de etalages. Een winkel trok zijn aandacht. Dit zaakje verkocht behalve Chinese rommeltjes ook andere spullen. Geconcentreerd bekeek hij de uitstalling. Achter beschilderde houten in elkaar passende Russische poppetjes zag hij iets glinsteren. Hij keek nog eens goed… daar lag een ei, half verscholen achter een Amerikaans vlaggetje. Hij liep de winkel in. Gefascineerd door de aparte sfeer, keek hij rond en schrok even toen een Chinees hem aan zijn jasje trok. ‘Mijnheer zoekt iets speciaals?’
Hij wees op het ei en mompelde: ‘Fabergé…’
‘Ah, u bent een kenner.’ De man haalde het ei voorzichtig uit de etalage.
‘Wat moet dat kosten?’
‘Tja,… Fabergé… u kent de prijzen neem ik aan… voor u als kenner $50.000.’
Eduard bevoelde het ei en dacht aan zijn moeder. Hoe zou ze er van genoten hebben om dit te kunnen vasthouden. Impulsief had hij zijn besluit al genomen. Hij knikte en zei: ‘$40.000.’
De Chinees pakte het ei terug en knikte ontkennend.
‘$45.000 dan.’
De Chinees keek hem ernstig aan. ‘Voor u $47.500, maar geen cent minder.’
Eduard pakte zijn creditcard en de koop werd gesloten.
Wu was de naam van de handelaar zag hij op de rekening.
Thuis pakte hij een loep om het stempel van Fabergé te kunnen ontdekken. Hij hield zijn adem in toen hij het ei onder een fel licht beter bekeek. Met een mengeling van trots en teleurstelling kreeg het ei een ere plaats op zijn bureau.
Hij bekeek het saldo van zijn bankrekening en dacht aan de opbrengst van het grachtenpand in Leiden.
Met het lezen van de talloze knipsels van zijn moeder bracht hij de avonden door.
Hij liep steeds meer veilingen af waar juwelen en Russische kunst werden verkocht. Al gauw werd hij daar een bekende. Inmiddels bezat hij ook alle boeken die over deze edelsmid waren geschreven.
De brief van de notaris met het bericht dat moeders huis verkocht was voor 1,2 miljoen, deed hem besluiten zijn baan op te zeggen. Zijn baas keek verbaasd en begon te lachen toen Eduard vertelde dat hij bezig was met een cursus kunstgeschiedenis.
‘Daar verdien je geen droog brood mee.’
‘Dat brood kan mij gestolen worden. Ik heb een beter idee, en daaraan geef ik nu gehoor.’
Het aantal van internet gekopieerde artikelen over de grote Russische edelsmid groeide en zo kon hij zich een paar jaar later expert op het gebied van Fabergé noemen.

Hij had de advertentie van een klein veilinghuis wel gezien en had daar in eerste instantie geen aandacht aan geschonken. De foto’s in de catalogus stelde niet veel voor, maar er zouden enkele Russische juwelen geveild worden. Tijdens de kijkdag struinde hij meteen hij op de vitrine met juwelen af. Zijn adem stokte toen hij het ei zag. Bij dit ei lag geen nummer. Hij pakte de met een touwtje vastgemaakte catalogus, bladerde deze door, bekeek de geschatte prijzen en merkte dat het ei niet vermeld stond. Hij boog zich weer over het ei. Eduard zag een man in stofjas, schoot hem aan, wees op het ei en vroeg nonchalant of hij dit mocht bekijken.
De man knikte en opende de vitrine.
‘Hier mijnheer, wel voorzichtig hoor.’
Met ingehouden adem ontdekte hij het originele meestersteken.
‘Wat moet dit dingetje opbrengen?’ vroeg hij zo achteloos mogelijk.
‘Dat eitje... eh…’ De man bladerde de catalogus door en zuchtte. ‘Staat er niet in... O jee vergeten, dan zwaait er wat.’
‘Als je geen gedonder wilt... hier ik geef je $100 mag ik het dan meenemen?’
‘Uh...’ De man keek schichtig om zich heen.
Eduard voelde het zweet over zijn rug lopen. Hij zag de man twijfelen.
‘Ik koop het om je te helpen.’ Met moeite deed hij alsof hij het ei weer wilde neerleggen en zei achteloos: ‘Tja, gedonder is nooit leuk... je baan...’
‘Goed, goed...’ De veilingbediende keek speurend rond en hield zijn hand op.
Eduard pakte zijn geldclip en pelde daar tien biljetten van af.
De man stak die haastig in zijn zak en maakte zich uit de voeten.
Eduard haalde een zakdoek tevoorschijn, wikkelde het ei hier voorzichtig in en stak dit in zijn jaszak.
De hele weg naar huis hield hij zijn hand op het ei.
Hij kon zijn geluk niet op. Dit was een echte Fabergé. Thuis kuste hij het ei.

Vijf jaar later las hij dat er op een belangrijke veiling in Hong Kong, waar een ei van Fabergé een top prijs zou gaan opbrengen. Deze eieren gingen tegenwoordig voor bijna een miljoen van de hand, wist hij.
Eduard boekte een vlucht naar Hong Kong. In zijn hotel liep hij de heer Wu tegen het lijf. De mannen knikten elkaar toe.
Samen liepen ze naar het gebouw waar de veiling zou worden gehouden. Wu werd eerbiedig behandeld. Eduard begreep dat Wu dit ei op de veilig had ingebracht… Hij trok Wu aan zijn jasje. ‘Dat Fabergé ei…’ begon Eduard.
De heer Wu keerde zich van hem af, maar Eduard siste: ‘Ik kocht enkele jaren geleden in New York een ei bij u… weet u dat nog?’
Wu’s wenkbrauwen schoten omhoog.
‘Ik heb het bij mij… het is een vervalsing… ik wil mijn geld terug.’
‘Gekocht is gekocht.’
‘De kranten zullen het vast niet leuk vinden als…’
Wu maakte een geruststellend gebaar. ‘Goed… goed… later..’
Eduard bekeek de mensen die zich voor de vitrine hadden geschaard waar het ei tentoongesteld lag. Hij wachtte tot een groep kijkers buiten gehoorsafstand was. ‘Is dit ook… mag ik dit ei eens zien mijnheer Wu?’
De heer Wu haalde een sleutel aan een ketting tevoorschijn, vroeg de zaalbediende om het alarm af te zetten en gebood de bezoekers eerst de zaal te verlaten.
Eduard keek hoe de heer Wu de gepantserde glazenkast ontsloot. Op een teken van hem gingen de stralen van het alarm uit. Wu overhandigde hem het ei met de grootste eerbied.
Eduard haalde een loep uit zijn jaszak en boog zich over het ei. ‘Hoeveel?’ fluisterde hij.
$860.000 las hij op het papiertje dat de heer Wu hem discreet toonde.
Eduard had het nagemaakte stempel gezien en gaf het ei voorzichtig terug.
‘Zo mijnheer Wu… wat een lef.’
‘We kunnen… komt u straks naar mijn suite 1243.’
Wu schikte het ei totdat het helemaal recht in de glazen piramidevormige vitrine stond.
Eduard verliet de zaal nadat het alarm weer was aangezet en zag drommen mensen die zich voor de vitrine verdrongen. Hij werd nagestaard als een belangrijk man, die dit topstuk van de veiling in handen mocht hebben.
Eduard liep terug naar zijn hotel. Op zijn kamer maakte hij het verborgen vak in zijn koffer open en pakte zijn eerste aankoop. Hij vroeg zich af hoe de verkoop morgen zou verlopen.
Hij belde naar de suite van de heer Wu. ‘Ik heb het ei meegenomen. Mijn prijs is inmiddels gestegen… $500.000.’
Wu reageerde niet.
Eduard pakte pen en papier en schreef een briefje.
‘Wacht maar ventje,’ dacht hij toen hij naar het veilinggebouw liep.
Hij kon nog net een plaats bemachtigen en wachtte rustig tot het bewuste ei aan bod kwam. Hij knikte goedkeurend toen het ei de grens van één miljoen had bereikt.
De volgende dag belde Wu hem op. Ze maakten een afspraak.
Eduard overhandigde hem zijn ei. ‘Ik wil dat geld nu op mijn rekening hebben. U veilt dit ei wanneer het u uitkomt, maar we delen de winst... anders…’
Wu keek onbewogen, schreef een cheque uit en bezegelde de overeenkomst met een handdruk.

Nu hij klaar was met zijn opleiding kunstgeschiedenis, stortte Eduard zich op het schrijven van een boek over de grote edelsmid. Hiervoor reisde hij naar Sint Petersburg, huurde een appartementje in de buurt van de Hermitage en werd daar een regelmatige gast. Nadat hij daar alle stukken van Fabergé had bekeken en bevoeld, reisde hij verder.
Op introductie van de directeur van de Hermitage kreeg hij toegang tot de verzamelingen van kapitaalkrachtige lieden.
Na enige tijd had hij ook hier alle echte Fabergé eieren bekeken. Wanneer zijn vingers het emailleerwerk, de prachtige zetting van de edelstenen en het smeedwerk van de goudsmid bevoelden, kon hij een echt Fabergé ei met ogen dicht herkennen.
Intussen bezat hij zelf een aantal snuifdozen en vaasjes met bloemen van de grote Russische edelsmid.
Eduards faam als de ware kenner van de grote Fabergé groeide en hij werd veelvuldig gevraagd om lezingen te geven. Ook reisde hij alle internationale veilingen af waar een stuk van Fabergé geveild zou worden.
Hij haalde opgelucht adem toen Wu hem belde zodra zijn eerste aankoop in Zürich van eigenaar was verwisseld. Volgens Wu was de koper een witwasser.
‘Een Rus? Chinees?’ vroeg Eduard.
‘Ik mag niets loslaten maar je krijgt je geld,’ zei Wu.
‘Hoeveel?’
Wu had al weer opgehangen.

De uitnodiging voor een cocktail en een diner bij de kapitaalkrachtige Amerikaanse senator Ferguson verbaasde Eduard niet. Deze man wilde zijn aankoop van dit Fabergé ei stijlvol vieren. Eduard kreeg een naar voorgevoel… stel dat… maar Wu had hem gezegd dat dit ei door een witwasser gekocht was en de senator stond bekend als onkreukbaar.
Eduard trok voor deze gelegenheid zijn smoking aan. Hij liet zich als een prins voorrijden. In het grote huis, knikte de belangrijke mensen die ook als gast waren uitgenodigd minzaam toe.
Ongeduldig nipte hij aan de champagne. Stel dat het niet echt was… hoe zou hij dit de gastheer moeten vertellen? Ten aanzien van alle gasten, kon hij zijn gastheer niet laten afgaan, maar aan de andere kant wilde hij zijn reputatie niet te grabbel gooien. Zijn boord begon hem te knellen. Om de tijd te doden speelde het spelletje met zichzelf om te zien welke vrouwen echte juwelen droegen en wie getooid was met nep sieraden. Hij knikte goedkeurend dat het hem weer was gelukt, toen een van de gasten hem aanstootte. ‘Ik heb gehoord dat onze gastheer twee miljoen heeft moeten neertellen.’
Eduard verslikte zich even en wist er met moeite uit te brengen: ‘Een uitstekende belegging. De prijzen schieten omhoog.’
‘Is het waar dat u meerdere eieren bezit?’
Eduard keek de man ernstig aan. ‘Voor de veiligheid is het beter dat niemand weet welke kunstwerken ik bezit.’
Van een verder gesprek kwam niets want de gastheer klapte in zijn handen.
Een bediende overhandigde het beroemde fluwelen Fabergé foedraal plechtig aan de gastheer.
Dit was echt, wist Eduard. Zijn hart klopte zo luid dat hij verbaasd was dat niemand dit hoorde.
Langzaam deed de senator het deksel open, trok witte katoenen handschoenen aan en pakte het ei voorzichtig op. Hij hield het hoog boven zijn hoofd. De gasten begonnen enthousiast te klappen. Eduard perste zijn lippen op elkaar. Zijn eerste ei… nu twee miljoen…Inwendig vervloekte hij Wu die hem financieel belazerd had door hem met $500.000 af te schepen.
Hij rechtte zijn rug en kuchte zacht toen de gastheer hem vragend aankeek.
‘Geweldig, mijn felicitatie senator,’ sprak Eduard. Hierop overhandigde de bediende hem eveneens een paar witte handschoenen. Met zijn ogen op het ei gericht, trok hij een handschoen langzaam aan. Hij nam het ei voorzichtig in zijn linkerhand. Meteen zocht hij het meesterteken. Hij sprak niet, maar herkende het stempel dat Wu vakkundig op de schitterende vervalsing had geplaatst. Hij knikte en hield het ei vast.
Alle gasten wachtten eerbiedig op zijn oordeel. Eduard voelde het zweet over zijn rug lopen.
‘En?’ De gastheer begon op zijn voeten te wiebelen.
‘Werkelijk opmerkelijk, ik denk dat dit door een leerling van Fabergé is gemaakt… het foedraal komt uit Sint Petersburg.’
‘Ik heb hier verdomme twee miljoen voor neergeteld.’
‘Waar hebt u dit gekocht, als ik vragen mag?’
‘In Zürich.’
‘Ah, op de grote veiling van…’
Eduard zag hoe ongemakkelijk zijn gastheer zich plotseling voelde. Hij trok de handschoen uit en bevoelde het ei met zijn blote hand. Hij sloot even zijn ogen en deed of hij zich enorm ging concentreren.
Hij opende zijn ogen en keek de koper ernstig aan. ‘Fabergé had veel leerlingen. Ik wil het stempel nog eens bekijken.’
Eduard had het ei nu in zijn blote handen en klemde een loep in zijn oog.
De pers stond erbij en de tv camera zoomde op hem in.
Eduard stal de show en genoot er van.
Hij keek de gastheer aan en sprak belerend: ‘Kijk, als de televisie kan inzoomen, wijs ik dit u op het scherm aan. Fabergé zette het stempel altijd recht, maar zijn leerlingen mochten, alleen als ze heel erg goed waren, zijn stempel gebruiken. Fabergé stond erop dat het stempel dan een beetje gedraaid werd.’ Er klonken kreten van ontzag in de grote hal.
‘Ik schrok even en dacht dat het een vervalsing was.’ De Amerikaan maakte zijn boord een beetje los.
Eduard legde zijn hand ‘s mans arm. ‘U hebt een prima investering gedaan met een schitterend ei.’
Opgelucht klapte de man in zijn handen en riep dat iedereen aan tafel kon.
Eduard vroeg het foedraal en legde het ei er ten aanzien van alle gasten voorzichtig in.
Een bediende met Chinese trekken nam de doos met een buiging aan.

Na het afscheid van zijn gastheer, hielp de bediende hem in zijn overjas.
Eenmaal thuis, opende hij het verborgen rits-vak voordat hij zijn jas ophing.

Het vroege journaal meldde dat bij senator F. was ingebroken. Een kostbaar kleinood miste. De politie sprak van een raadsel, want elk spoor van braak ontbrak. Het alarm had aangestaan.
Edward zette de tv af en keek tevreden naar zijn verzameling Fabergé juwelen in zijn vitrinekast en mompelde: ‘Moeder, ik heb je eitje weer.’
Neuriënd zette hij zich achter zijn computer en klikte de komende veilingen aan.

Eitje - Annemarie Enters

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Annemarie Enters