Keurig om 1.30 Moskou tijd landde het vliegtuig. Tess trok haar handbagage uit het rek en liep naar de uitgang. ‘Toerist,’ zei ze bij het tonen van het visum dat ze bij de papieren had gekregen. De man knikte onverschillig. In de ontvangsthal keek ze om zich heen. Geen Niels. Teleurgesteld zette haar mobieltje aan en zag een bericht van Niels, gezonden terwijl ze nog in de lucht zat. Geen woord teveel: American Embassy. Ze stapte in de eerste taxi die kwam voorrijden en realiseerde zich dat ze geen roebels had. Tijdens de rit, nam ze de straten van Moskou in zich op. Bij de ambassade zag ze Niels dik aangekleed op de uitkijk staan. De taxi stopte. Niels rekende af en gaf haar een teken om hem te volgen. ‘Mijn bagage Niels, je dacht toch niet dat ik alles in mijn handtas heb zitten.’ ‘Sorry.’ De taxichauffeur liep al naar de open achterklep en zette haar koffer op de stoep. Niels pakte haar bagage op. Ze bekeek het nieuwe gebouw. Een strakke moderne blokkendoos. Een militair knikte naar Niels en deed gedienstig het grote spijlenhek open. Bij de voordeur haalde Niels zijn geplastificeerde NSA kaart door een gleuf. Ze hoorde een zoemtoon. De deur ging open. Niels stapte naar binnen en ze volgde hem. Hij hield zijn hand op. ‘Wacht even.’ Vlug duwde hij haar een kaart met het NSA logo in haar hand. ‘Kom, deze kant uit.’ Ze liep over een donkergrijs tapijt en volgde zijn voorbeeld om de kaart een stuk verderop door de scanner te halen. Een camera flitste zodra ze langs liep. Niels stopte voor een lift. Hij hield de kaart voor een glazen plaatje. De liftdeur ging open. Ze stapten in. Geruisloos sloten de deuren, waarna ze de snelheid voelde waarmee deze naar de 7e etage ging. ‘We zijn er. Hier is je kamer.’ Ze zag een grijze gang waarop diverse deuren uitkwamen zonder naam of nummer. Bij de derde deur hield Niels stil. Hij deed deze open en gebaarde dat ze naar binnen kon. Ze liep een modern ingerichte slaapkamer in. Helemaal grijs. Een tweepersoonsbed, twee rechte stoelen, een luie stoel en een bureau met een modemaansluiting. Voor het raam zaten tralies. Ze opende een deur en zag daar een moderne badkamer met grijze handdoeken. Niels zette haar bagage neer. ‘Wil je iets eten?’ ‘Graag. Het hapje in het vliegtuig stelde niet veel voor.’ Hij pakte zijn mobieltje en sprak enkele woorden. ‘Komt er zo aan.’ Hij omhelsde haar. ‘Ik heb je gemist.’ Tess leunde tegen hem aan. Na een klop op de deur, lieten ze elkaar los. Een man reed een tafeltje de kamer in. ‘Mm, ruik ik piroshki?’ De bediende die haar laatste woord had opgevangen glimlachte en begon in rap Russisch tegen haar te spreken. ‘Merci, dovizdanja,’ zei ze tegen de man. ‘Ik las nergens dat je Russisch spreekt.’ ‘Meer dan dit is het niet.’ De bediende zette de stoelen tegen het tafeltje, haalde de deksels van de schalen en verliet de kamer. ‘Tess, dat is Boris. Hij is half Amerikaan en werkt voor de keuken. Dit is ons Russische hoofdkwartier. Morgen laat ik jou het computercentrum zien. Dat zit onder de grond.’ Ze at twee piroshki en schoof het bord van zich af. ‘Ik heb genoeg. Nu wil ik slapen, ook met het tijdsverschil. Hoe vroeg moet ik morgen…’ ze keek op haar horloge. ‘O, jee dat is het al… aantreden?’ ‘Slaap maar uit. Als je ontbijt wilt, bel je nummer 9, net zoals in de meeste hotels.’ Niels stond op. ‘Ga je weg?’ ‘Ik moet nog iets uitzoeken. Slaap lekker.’ Knikkebollend strompelde ze naar de badkamer. Ze hoorde gerommel in de slaapkamer. Iemand haalde het eten blijkbaar weg. Ze keek om de hoek van de deur. Niels was ook vertrokken. Ze haalde haar schouders op en kleedde zich snel uit. In haar nachthemd plofte ze op het bed en veerde enkele malen heen en weer op de prima matras.
Half twaalf in de ochtend zag ze op haar mobieltje. Ze rekte zich uit. Het was doodstil. Op haar smartphone zocht ze de voorspelling voor Moskou. Dat beloofde niet meer dan -14 graden en er stond een straffe bries. Ze rilde even en stond op om zich op te frissen. De kamer was behaaglijk van temperatuur. Gekleed en opgemaakt belde ze nummer 9. Dezelfde bediende die het diner had gebracht, kwam binnen enkele minuten met haar bestelling aanzetten. Net had ze haar ontbijt op, toen Niels klopte. Hij gaf haar een vluchtige kus. ‘Heb je lekker geslapen Niels?’ Aan zijn gezicht zag ze dat hij haar sarcastische ondertoon best had gehoord. Niels liet zijn blik door de kamer gaan. ‘Netjes genoeg achtergelaten? Vooruit doe niet zo bokkig. Ga zitten en vertel eens iets leuks.’ Hij pakte haar hand. ‘Niels…’ Hij sloot zijn ogen. ‘Nu wil ik jullie computercentrum wel eens zien. Werken hier veel mensen?’ Hij trok een gezicht. ‘Mag ik dat niet weten? Ben je bang dat ze mij gaan oppakken en uithoren?’ ‘Kom, we gaan.’ Hij liep naar de deur. ‘Mijn tas heb ik zeker niet nodig. Hoteldieven zullen hier niet zijn. Goed, ik ben zover. Op naar de kelder. Wat moet ik trouwens doen?’ ‘Iets uitzoeken wat ik niet door mijn eigen mensen kan laten doen. Officieel controleer jij de software op malware. Dat geeft al scheve ogen.’ ‘Hier werken toch alleen gescreende mensen?’ Hij haalde zijn schouders op en ging haar voor. ‘Ja, maar een lek…’ Voordat hij op de onderste liftknop drukte, haalde hij een kaart door een gleuf. ‘Extra veiligheid? ‘Yep.’ De lift kwam met een schok tot stilstand. Ze stapte uit en zag een aantal gangen. ‘Wow, hoe groot is dat wel niet?’ Niels pakte zijn kaart weer. ‘Eerst rechtsaf.’ De deur naar het computer lab gleed geruisloos open. Ze zag een twintigtal mensen achter een stel computers zitten. ‘Zitten die allemaal te hacken?’ ‘Ja.’ ‘Speuren ze ook naar die lui met die tatoeage van slangenkoppen?’ Niels pakte haar arm beet. ‘Ben jij op zoek gegaan…’ ‘Uiteraard, als jij dat niet doet.’ Ze voelde hem verstijven. ‘Wat is er in die andere gangen?’ ‘Daar zit de administratie van de ambassade.’ Niels liep terug en sloeg een gang in. Hier gingen de deuren gewoon open. Ze zag een paar normaal uitziende kantoren, een archief en een aantal monitoren met televisie-uitzendingen van het wereldnieuws. ‘Wat moet ik doen?’ ‘Ik bezorg jou een laptop en de lijst met gegevens van de medewerkers.’ ‘Leuk hoor, met die informatie kan ik weinig.’ Ze liepen weer naar de lift. ‘Wat doe jij met dat Q groepje, waarover ik in Caïro sprak, of mag ik dat ook niet weten?’ ‘We zijn op zoek naar groepen die cyberaanvallen voorbereiden…’ ‘Ik heb best zin om een aanval op jou…’ Ze keek flirtend en drukte haar borsten tegen zijn overhemd. ‘Tess, ik ben hier niet goed in.’ ‘Nou, waar wacht je op…’ Ze zette de lift stop, deed een stapje naar hem toe en sloeg haar armen om hem heen. ‘Niet in de lift.’ ‘Waar dan?’ Ze trok zich terug, zette de lift weer aan en draaide zich van hem af. ‘Zo wordt het niets.’ mompelde ze. Niels liep met haar mee naar haar kamer en trok haar tegen zich aan. Ze zag aan zijn gezicht dat hij aan zijn werk dacht. Hij liet haar los en belde. Tess slikte. Na enkele minuten bracht iemand de computer. ‘Moet ik de hele dag hier in mijn eentje zitten? Is het niet handiger om dat beneden te doen?’ ‘Beter van niet Tess, jouw methode en…’ Ze gromde. ‘Geef die lijst maar. Nietsdoen ligt mij niet.’ ‘Dat heb ik gemerkt.’ Niels gaf haar een stickje en vertrok. Ze zette de laptop aan, installeerde TOR en stak het stickje in het toestel. Offline bekeek ze snel de foto’s van de dertig maandelijks gescreende medewerkers. Toch zou er een lek zijn. Ze mompelde voor zicht uit, seks, geld, macht… Na de salarissen zocht ze hun manier van wonen op. De helft van de mensen was getrouwd. De rest had samen een appartement. Peter Lawson, de oudste hacker leek als een grijze muis te leven. ‘Homo,’ bromde ze bij het aandachtig bestuderen van zijn foto. Weke lippen. Stille wateren konden diepe gronden hebben. Vervolgens speurde ze naar personeel dat overal toegang had. Ze snoof na het lezen van de gegevens van Boris. Deze halve Amerikaan kwam aardig en bescheiden over. Door zijn werk in de keuken kon hij zich vrij bewegen. Ze draaide in haar stoel en zocht hem op internet. Facebook toonde een erg geflatteerde foto van hem. Verder had hij geen contacten. Ze trok haar wenkbrauwen op en googelde de hackers. Snuivend bekeek ze de slechte foto’s van feestjes of vakanties. Kinderachtig om dit op facebook te zetten, maar in bepaalde groepen telde je niet mee als je niet alles open en bloot aan het net toevertrouwde. Ze zette haar laptop uit en draaide rondjes op haar bureaustoel. Stel dat Boris zijn diensten aanbood… Ineens dacht ze aan Mark, de man van haar vriendin Mary. In het begin van hun huwelijk had hij zich net zo voorbeeldig als Boris gedragen. Enkele jaren later kwam zijn narcistische aard naar boven. Hij loog, bedroog en manipuleerde. Het kostte Mary een smak geld om van hem af te komen. Ze leunde achterover en tikte met een potlood tegen haar tanden. Al had ze gelijk, zonder bewijzen kon Niels niets doen. Ze zag dat het al bijna 5 uur was. Met haar hand wreef ze over haar knorrende maag. Ze stond op het punt om Boris te bellen. Net wilde ze de telefoon pakken, toen Niels binnenkwam. Hij keek verheugd. ‘Geweldig Tess, al klaar?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Had je het gisteren willen hebben? Nee, ik heb ze grondig bekeken en ik heb wel een vermoeden…’ ‘Zo?’ ‘Ik moet nog verder graven. Ik rammel.’ ‘Kom maar mee naar de kantine.’ Hij hield zijn arm losjes over haar schouder en stuurde haar aan het eind van de gang naar een deur. ‘Hier is het.’ Hij liet haar voorgaan. Een dikke blonde juffrouw stond achter een toonbank met diverse bakken eten. Ze pakte een beker yoghurt en een appel. ‘Hiermee red ik het tot het diner. Ik eet dit wel op mijn kamer.’ Niels pakte een sandwich en volgde haar. ‘Hoe lang zit jij hier meestal?’ ‘Dat varieert. Ik reis veel. We hebben overal kantoren, meestal bij elke ambassade. Ik coördineer de boel.’ ‘Kan dat niet vanaf één plek?’ ‘Jawel, maar voor het veldwerk is het beter dat ik af en toe mijn neus laat zien.’ ‘Ik had dit ook in Amsterdam kunnen uitzoeken. Niels, zeg eens eerlijk, liet je mij naar Moskou komen om mij weer te zien?’ Hij keek haar vorsend aan en sloeg toen zijn ogen neer. Tess trok langzaam haar jeans uit. Ze liep naar hem toe en begon de knoopjes van zijn overhemd los te maken. Ze sloot haar ogen en voelde zijn handen begerig over haar lichaam gaan. Tess schrok op. ‘Jeetje, al 8 uur.’ ‘Tess…’ Ze kuste hem en zei: ‘Zeg niets. ‘Heb jij nog trek?’ ‘Wel in jou. Blijf je vannacht?’ Hij knikte. Tess keek naar zijn denkrimpel. ‘Zeg wat is er?’ ‘Tess, wat ben je te weten gekomen?’ ‘Kijk maar op mijn laptop.’ ‘Hij liep naar de laptop en maakte een hulpeloos gebaar.’ Ze volgde hem en klikte enkele cijfers en letters in. ‘Natuurlijk heb ik een code… kijk.’ Niels floot zachtjes. ‘Ik vermoed dat Boris via Peter… seks, geld en macht…’ ‘Hm…’ ‘Hebben jullie Peter gescreend op homoseksualiteit? Als ik naar zijn foto kijk…’ ‘Dat telt tegenwoordig niet meer mee. Hij werkt prima.’ ‘Alleen is maar alleen en hij is niet erg aantrekkelijk, dus kan ik mij voorstellen…’ Niels kneep zijn lippen samen. ‘We hebben geen bewijzen.’ ‘Weet ik. Kijk, ik heb al gekeken naar een plek tussen beide woningen. Er is een hotelletje aan de rand van het park, Misjki heet het. Ik kan daar voorzichtig navraag doen. Geef mij hun rooster. Als ze dezelfde dag vrij hebben…’ Niels ging achter de laptop zitten. ‘Hier is het.’ Ze zag het werkschema en leunde over zijn schouder. Ze tikte met een potlood op het scherm. ‘Zie je wel, dezelfde dag vrij, dus...’ Hij draaide zich om. ‘Dat zegt niets.’ ‘Morgen is het donderdag. Als ik in dat hotel een kop koffie ga drinken... Ik verzin wel iets. Maar nu eerst slapen.’
Tess schudde Niels wakker. ‘Niels, vandaag hebben Boris en Peter vrij. Ik ga op pad. Als jij over anderhalf uur niets van mij hebt gehoord, ga dan naar hotel Misjki.’ ‘Goed, je weet toch wat dit woord betekent?’ ‘Ja, beertje, een vrij stomme naam voor een hotel. Ik zie aan je gezicht dat je op het punt staat om wees voorzichtig te zeggen. Ik hoor liever iets anders.’ Niels keek niet begrijpend. Ze liep met samengeperste lippen naar de badkamer. Op de kaart had ze al gezien dat ze met flink doorstappen, ze net binnen een kwartier in het beren hotel kon zijn. Op weg naar het hotel kwam ze langs een markt. Bij een stand met bontmutsen, begon de verkoper begon meteen in het Engels tegen haar te spreken. Ze paste een paar mutsen en knikte toen ze een mooie zilvervos op had. De man riep haar in superlatieven toe dat deze muts speciaal voor haar gemaakt was. Met een glimlach kocht ze de muts. Betalen in dollars was geen probleem. Ze hield hem op en meende zo onherkenbaar te zijn voor Boris en Peter. Verderop lag het hotel. Internet had het prima weergegeven. Middenklas, vrij onpersoonlijk. Duidelijk een omgebouwde oude villa van een verbannen edelman. Even vroeg ze zich af wat ze hier deed. Ze kon niet verwachten dat Boris en Peter hier gearmd zouden binnenlopen. Haar kaart tonen en het gastenboek inkijken leek haar een betere optie, al wilde ze geen slapende honden wakker maken. Ze kreeg het koud van het stilstaan. Nergens stond dat ze in dit hotel een kop koffie zou kunnen krijgen, al nam ze aan dat dit een hotel-garni zou zijn. Met rechte rug liep ze de trappen op naar het bordes en keek nieuwsgierig naar binnen. Een jongeman keek haar vragend aan. Ze vroeg de manager te spreken, waarop hij op zichzelf wees. Tess knikte. ‘Het is nogal delicaat. Ik verdenk mijn man van overspel.’ Na een meewarig knikje vroeg ze of ze het hotel register mocht inkijken. Nu begon de man te steigeren. Hij sprak uitvoerig over privacy en bescherming van de gasten. Tess onderbrak hem, wees op zijn trouwring en vroeg hem hoe hij over huwelijkstrouw dacht. Hierop liep de man rood aan. ‘Ziet u wel hoe belangrijk dat is? Ik vraag alleen een blik te mogen werpen op de donderdagen, want dan is het zijn vrije dag.’ Nadat ze hem smekend had aangekeken schoof hij haar met duidelijke tegenzin het boek toe. Veel gasten had het hotel niet. Zowel Peter Lawson en Boris stonden er niet in. Teleurgesteld draaide ze het boek terug. ‘Dank u wel, dat was heel vriendelijk. Voordat ik door deze kou terug ga lopen, zou ik graag een kop koffie willen bestellen, kan dat?’ ‘Natuurlijk mevrouw eh…’ ‘Natasja.’ Ze ging in de hal zitten en luisterde naar gerinkel van kopjes ergens in een keuken. Net had ze een slok genomen, toen ze Peter door de deur zag komen. Bij de balie kreeg hij de sleutel van kamer 7. Tess boog zich diep over de koffie en vroeg zich af waarop Peter wachtte. Vanuit de keuken kwam Boris aangeslenterd. Hij omhelsde Peter. Zodra ze de trap opliepen pakte ze haar telefoontje en maakte vlug een foto. Erg goed was deze niet gelukt. Ze zag alleen maar hun ruggen, maar ze had een bewijs. Ze merkte dat de man bij de balie haar reactie maar vreemd vond. Normaal zou een vrouw op haar echtgenoot afstormen en hem de huid vol schelden. Vanuit een ooghoek bekeek ze de man en merkte plotseling iets dreigends in zijn houding. Zodra hij achter de balie vandaan kwam en zijn hand in de band van zijn broek deed, stormde Tess naar buiten. De man rende haar achterna. Tess pakte haar mobieltje en drukte snel het voorkiesnummer van Niels in. Ze had nog steeds een kleine voorsprong. Met de telefoon tegen haar oor wachtte ze ongeduldig tot Niels opnam. Ze hoorde gehijg achter zich. Eindelijk nam Niels op. ‘Niels, ik had gelijk, ze zitten in kamer 7, maar de manager rent mij achterna. Ik vertrouw die vent niet. Vlug’ Ze struikelde en viel waarbij haar mobieltje uit haar hand gleed. De man stond dreigend boven haar. ‘Natasja… je liegt, wat moet dat.’ Tijd winnen, wist ze. Ze wilde opstaan, maar hij hield haar met zijn voet op de grond gepind. Uit zijn broekriem pakte hij een pistool. Ze draaide haar hoofd om en keek de man vuil aan. ‘Nee, jij liegt, je bent een oplichter en laat de mensen niet inschrijven. Ik ben hier om jouw hotel te controleren. Doe geen domme dingen. Stop dat pistool weg. Als je mij niet meteen met respect behandelt, krijg jij een enorme boete.’ Haar opmerking had hem even op het verkeerde been gezet, waardoor de druk van zijn voet op haar borst verminderde. ‘Help mij opstaan, dan kunnen we de formaliteiten doornemen. Mijn kaart zit in mijn tas.’ ‘Je bent buitenlandse.’ ‘Ja, en dat werkt prima, want hiermee val ik minder op en bovendien verdien ik het dubbele, omdat ik veel eerder toegang krijg tot het register dan een Russin. Ik heb al heel wat…’ Ze hoorde een motorfiets aankomen. De motorrijder stopte en deed zijn helm af. Een boze Niels begon in vloeiend Russisch: ‘Wat moet dat!’
Ze trilde nog na op haar kamer. Niels knikte tevreden. ‘Peter en Boris, aparte combinatie. We weten nu dat ze een stelletje zijn, maar dat is geen bewijs dat Boris gegevens van Peter doorgeeft.’ ‘Ik voel aan van wel.’ Ze snoof, wreef over haar knie en kreunde. Niels keek bezorgd. ‘Laat je even door de dokter bekijken.’ ‘Kom nou, ik neem wel een warm bad. Nou? Blij of niet? Wat had je nog meer verwacht? Ik heb Peters laptop bekeken. Het is niet na te gaan of hij gegevens heeft gekopieerd.’ Ze ging naar de badkamer en liet het bad vollopen. Niels liep haar achterna. Ze draaide zich om. ‘Ik ben nog niet klaar. Ze hebben mij niet gezien. Ik vraag Boris of hij mij Russisch leert en dan vis ik vast iets meer uit. Met de andere hackers wil ik ook een praatje maken.’ Ze draaide de kraan dicht. ‘Ik weet heus wel dat je zonder bewijzen niets kunt doen, maar ik voel gewoon dat Boris Peter wil inpakken. Ik zag zijn gezicht toen hij het hotel binnenkwam, typisch van moet ik weer. Ik hoop dat jij daar anders over denkt als we…’ ‘Natuurlijk niet.’ ‘Nou, ik wil het graag horen.’ ‘Ik hou van jou, echt, maar met dit werk…’ ‘Ik weet het. Ga maar weer aan de slag.’
|