Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Arjen Ligtvoet

Zorgeloos - Arjen Ligtvoet

Los of vast, ik verkoop alles. Ik ben een topacteur. Ga maar na, de kans op een deal is weg zodra de klant ook maar het geringste spoortje twijfel ontdekt. Een verkoper jongleert met ganzeneieren en bakstenen tegelijk.
De printer spuwt de laatste pagina van mijn presentatie uit. In de plotselinge stilte rommelt Anne beneden in de keuken met borden en bestek.
‘Het ontbijt is klaar, kom je?’ roept ze het trapgat in. Ik sluit de computer af en maak een keurig stapeltje van een weekend hard werken.
´Je ziet er goed uit, lief,´ zegt Anne en ze meent het waarschijnlijk echt. Een verkoper verkoopt vooral zichzelf: hij is de gezondste en evenwichtigste mens op aarde terwijl hij zich voelt als een zak ingedroogde paardenmest. Anne zit al aan de keukenbar waar vers sinaasappelsap, toast en eieren op me wachten. Ik ga op mijn kruk tegenover haar zitten.
‘Mmm lekker, roereieren,’ zeg ik en strijk met mijn hand langs haar wang. Ze heeft zo haar best gedaan terwijl we allebei weten dat ik niet meer dan een paar happen zal eten.
‘Je moet een stevig bodempje leggen… Je zult zien, het gaat goed, zoals altijd.’
‘Dat moet ook, anders is het gebeurt met me, up or out.’
‘Och lieverd, lach er toch weer eens om. ‘t Is maar werk.’

Ik schop tegen de banden van mijn auto en stap in. Alles is zoals het hoort; het koffertje staat naast me op de passagiersstoel, de telefoon zit in de handsfree. Ik pluk een laatste stofje van mijn colbert en trek mijn stropdas nog rechter. Zo, tijd om te gaan.
‘Je had je banden gisteravond al gecontroleerd,’ roept Anne. Vanuit de deuropening blaast ze me een handkus toe en kijkt me spottend aan. Een pijnscheut trekt door mijn maag. Weer heb ik haar weekend verpest en het was nog wel zulk lekker weer.
‘Succes lieverd, laat ze een poepie ruiken.’
‘Duim voor me, dit is mijn laatste kans.’
‘Natuurlijk duim ik voor je.’
Oké, veiligheidsgordel vast en daar gaan we. De dieselmotor springt aan met die vertrouwde brom die je meer voelt dan hoort. De juiste auto is van levensbelang in dit vak. Image is everything. Ik verlaat het erf met een laatste zwaai voor Anne en rij de stoplichten voorbij – groen, dat is een goed teken. Na de brug draai ik de provinciale weg op en versnel tot exact tachtig kilometer per uur.

Een reiger vliegt voor mijn auto langs en laat een klodder vallen. Even lijkt het of hij mist, maar nee. De grootste vogelpoep die ik ooit heb gezien flatst zo op de voorruit. De ruitenwissers trekken steeds dunnere strepen over het glas, als een wisselende trend van winst en verlies. O, verdomme, de cijfers! Met één hand aan het stuur open ik mijn koffertje waarin alles zijn plaats heeft. Organizer, pennen, visitekaartjes en achter de klep, onzichtbaar voor de klant, paracetamol, maagtabletten en een uit Amerika meegenomen buisje xanax. Ik trek de printjes naar me toe. De auto schokt, een deel van de stapel glijdt weg, half onder de stoel. Op de nu bovenste pagina staat een verouderde grafiek.
‘Verdomme!’
Voorovergebogen graai ik snel de stapel bij elkaar en kijk weer naar voren. Altijd je ogen op de weg houden is mijn devies. Het vertrouwde brommen is weg, de auto hobbelt en schokt, ik zweef zo het water op. Mijn voeten zijn meteen nat en koud. Mijn schoenen, ze waren zo keurig gepoetst. Iets verderop landt een reiger precies op de grens van land en water. Snel bellen, ik kom te laat, wat zullen ze niet van me denken? Stijve vingers, de telefoon plonst in het water dat borrelend en gorgelend als een levend wezen langs mijn broekspijp omhoog kruipt.
Het portier zit vast, hoe ik ook sjor en duw, en mijn riem, die gaat ook al niet los. Papier drijft in de auto, kabbelt naar voren en weer naar achteren, grafieken en verkoopslogans dobberen om me heen. Au! Even schiet weer die pijn door mijn maag, heel even maar. Het is rustig hier, zo vredig. De kleuren van de printjes lopen door elkaar en vervagen tot een grijze massa. Daar gaat al dat harde werken, al die uren oefenen voor de spiegel om mimiek en handgebaar precies goed te krijgen.
‘Altijd maar werken is niet gezond,’ had Anne gisteravond nog gezegd. Ze zoende me en trok mijn hoofd in haar boezem, in de vertrouwdheid van haar geur. Echt hoor, die presentatie ga ik niet eens meer geven, nooit meer. Ik ga naar huis, naar haar. Wat is dat voor geluid? Ik ben het. Ik lach. Ik lach zó hard, ik kan niet meer stoppen.

Zorgeloos © Arjen Ligtvoet

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Arjen Ligtvoet