Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Arjen van Meijgaard

Pijp - Arjen van Meijgaard

‘Rook je?’ De langbenige hoofdredactrice met kort donkerrood haar was de gang opgekomen. Zojuist had zij met twee mannelijke collega’s zijn sollicitatiegesprek afgenomen.
Na twee jaar solliciteren was Walter eindelijk uitgenodigd voor een gesprek. Als tweede corrector bij een uitgeverij van weekbladen. Het gesprek was goed gegaan, ze hadden hem een paar vragen gesteld over schrijven en spelling en de tekst met hem besproken die hij had moeten corrigeren, over amateurvoetbal. Jammer genoeg had hij niet de kans gekregen iets over zichzelf te vertellen.
Hij was de laatste van vijf kandidaten geweest. Ze wilden vandaag nog beslissen, als hij even kon wachten, wist hij straks direct waar hij aan toe was, had een van de mannen gezegd.
‘Ik rook pijp.’
‘Wat zeg je?’ Ze stak een sigaret op. ‘Binnen mag niet gerookt worden, en zo kunnen zij alvast even overleggen,’ verklaarde ze. Ze hield hem het pakje sigaretten voor.
‘Nee dank u, ik rook pijp,’ zei Walter iets harder. Nu kon hij laten zien dat hij enthousiast over iets kon zijn, dat hij gevoel had voor het beschrijven van dingen. Dit was het moment om een goede indruk te maken, iets meer van zichzelf te laten zien.
‘Ah,’ zei ze, een wolk rook uitblazend. ‘En is dat lekker?’
‘Het is heel anders dan sigaretten of sigaar. Dat heb ik ook gedaan, maar sinds ik vijf jaar geleden overgestapt ben op pijp, zou ik voor geen goud meer terug willen. De rook van pijp is zwaarder, compacter. Hij rolt over je tong, blijft als een zachte nevel hangen zodat het aroma goed tot z’n recht komt. De rook moet je daarna nooit uitblazen.’
Hij deed even zijn mond half open. ‘De rook vindt vanzelf het luchtruim. Je mond vult zich bij iedere trek met een warme tevredenheid, die je daarna weer met smart laat gaan.’
‘Rook je dan niet over je longen?’ Ze keek hem glimlachend aan, terwijl ze wat as aftikte in een plantenbak.
Hij schudde zijn hoofd.
‘De echte pijproker niet. Het gaat erom de smaak met je tong te proeven. Dat gaat het beste als je je tong met de rook laat jongleren. Je streelt als het ware de rookwolk die je in je mond gevangen houdt, gorgelt er wat mee, uiteraard zonder je hoofd achterover te houden. De rook golft langzaam heen en weer, als een briesje warme zeelucht, maar je moet vermijden dat je de rook verder inademt.’
Ze nam een ferme trek van haar sigaret en inhaleerde diep.
‘En een pijp is net een klein openhaardje dat je overal mee naar toe neemt. Als je een trekje neemt,’ hij sloot even zijn ogen, ‘dan hoor je in de verte de wind door de schoorsteen gieren. Sommige tabak knettert zelfs een beetje, geen vonken natuurlijk, maar lichte knispertjes die je vooral voelt als je de pijp vasthoudt. Die huiselijkheid in portable formaat maakt de pijp zo uniek.’
Walter vroeg zich een moment af of hij zijn pijp tevoorschijn zou halen. Hij had er altijd één bij zich, om zoveel mogelijk te roken, maar alleen als hij er ruim de tijd voor had. Het was geen kwestie van een sjekkie draaien en binnen vijf minuten oproken. Hij had zich twee keer voor de landelijke kampioenschappen pijproken opgegeven, maar was net niet door de voorrondes gekomen.
‘Wist u dat er ook kampioenschappen zijn? Je krijgt vijf gram tabak, één lucifer en je nagels worden bij binnenkomst gecontroleerd of je er geen tabak onder hebt gestopt. Het gaat erom wie het langst zijn pijp aanhoudt. Het record ligt op twee uur en achtendertig minuten.’
Haar sigaret was op. Ze drukte de peuk uit tegen haar hak en gooide hem in de plantenbak.
‘Interessant, maar als je het niet erg vindt, houd ik het bij een sigaretje.’
Ze liep naar de deur en deed hem open.
‘Zo, lekker gepaft?’ hoorde hij een van de anderen zeggen.
Ze draaide zich naar Walter om. ‘Als je een momentje hebt, komen we zo met de uitslag.’ Ze sloot de deur achter zich.
Hij hoorde haar door de deur heen iets zeggen. Er volgde een harde schaterlach. Er bovenuit klonk kort gehinnik als van een paard.

Pijp © Arjen van Meijgaard

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Arjen van Meijgaard