Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2003  Marijke van Geest  Beoordeling BSN

Beoordeling Gedichten - Marijke van Geest door BSN

Er is geen foto die laat zien hoe jij nu bent. Geen landkaart, waarop ik jouw huidige verblijfplaats aan kan wijzen.

Geen slechte zinnen om een verhaal mee te beginnen. Dat ‘jouw huidige’ is wat ambtelijk stroefjes, de auteur zou de variant ‘waarop ik je verblijfplaats aan kan wijzen’ kunnen overwegen, maar ‘fout’ is er niets aan dit proza. Alleen: het is geen poëzie.

En dat wordt het ook niet echt als we de beide zinnen in zes mootjes gaan hakken en de mootjes onder elkaar plaatsen met al dat wit eromheen. Bij eerste lezing heeft zo’n tekst wel iets suggestiefs, maar tegen herlezen is ze niet bestand, gewoon omdat bij een tweede lezing geen nieuwe betekenissen gaan meeklinken en omdat de taal niet gaat zingen. De stap naar poëzie kan gezet worden op twee heel verschillende manieren, naar mijn gevoel. We kunnen een zangerige variant opzetten:

Er is geen foto die laat zien hoe jij nu bent
Geen landkaart waarop ik je aan kan wijzen

Metrisch zit het zo goed, maar er wordt nu wel rijm vereist in de volgende regels. Een sonnet zou zo kunnen beginnen. In het vrije vers moet elke regel zo suggestief mogelijk zijn, en botweg schrappen is een eerste stap in die richting:

Geen foto laat zien
hoe jij nu bent
Geen kaart is er
om je aan te wijzen

Als we deze regels aanvullen met Er is alleen herinnering// waar ik naar toe kan reizen// terwijl ik weet // dat ik je daar niet vind. , dan is volgens mij alles gezegd wat Marijke van Geest in het gedicht Verlies heeft willen neerleggen, waaarbij de toevoeging (Zo sta ik in de tussenwereld) door de veel kortere tekst wordt gesuggereerd. En van suggestie moet poëzie het nu eenmaal altijd hebben. Eerlijk is eerlijk: de vier regels van Marijke, vanaf Er is alleen ... zijn mooier dan het geknutsel van uw redacteur met foto en kaart. Die redacteur is natuurlijk ook geen dichter.

De beide andere gedichten zijn beter dan Verlies, omdat ze geconcentreerder zijn geschreven en niet de indruk wekken van prozaďsche mededelingen ‘in mootjes’. Heimwee is ‘poëticaal’, in die zin dat het uitdrukt waar de dichteres in haar poëzie naar op zoek is. In het wit tussen de woorden schuilt iets moeilijk grijpbaars, iets wat er bijna is maar wat altijd onstnapt als er weer woorden worden bijgeschreven. Volgens mij wordt het gedicht sterker als ook hier het aantal woorden beperkt wordt; tenslotte wordt met elke zin hetzelfde uitgedrukt. De eenvoudigste manier om dat te doen is het schrappen van de laatste zin; bovendien bereiken we dan dat het gedicht met een onverwacht maar wel effectief eindrijm afsluit.

IJstijd begint met een stroeve abstractie (de tegenpool van mijn gevoel) die m.i. niet zo mooi past in het winterse beeld, dat verder goed wordt volgehouden. Alle termen wijzen op ‘schaatsen’, dat wil zeggen op het zich voortbewegen door kou, op weg naar een baken in de verte. dat biedt de lezer de mogelijkheid naar interpretaties te zoeken: natuurlijk is dit een impressie van een eenzame schaatstocht, maar zou dit ook niet over ‘het leven’ kunnen gaan? De kwaliteit van het gedicht is dat het op die mogelijk wijst, zonder dat er iets aan de lezer wordt opgedrongen. Het gedicht klinkt ook goed, met die a’s en o’s. Poëzie dus.
 

September 2003, Hans ter Mors

Beoordeling Gedichten - Marijke van Geest door BSN

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2003  Marijke van Geest  Beoordeling BSN