Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2003  Pieter Liebeek  Beoordeling BSN

Beoordeling Versteende schuld - Pieter Liebeek door BSN

Een geraffineerd opgezet verhaal met een mooie ‘belevende ik’: een ik-verteller die in concrete situaties staat, direct verslag doet van zijn interactie met de tegenspelers en daarbij goed observeert. De lezer verplaatst zich moeiteloos in deze figuur en die lezer beleeft dus ook iets. De verschillende scčnes bereiden de afloop goed voor en toch is die afloop, met het jongetje dat de schuld op zich wil nemen, nog verrassend ook. De informatie over wat zich in het gezin heeft afgespeeld is perfect gedoseerd, door het effectieve gebruik van de drie flash-backs. Verder is de inhoud een goed invoelbaar, zielsverscheurend drama.

Uw redacteur komt niet onder de conclusie uit dat dit een goed verhaal is. Aangezien de cliënt rekent op een kritische benadering, komen er toch een paar kanttekeningen.

Ten eerste is het motief ‘Anja’s verhouding met Vlinderdas’ niet echt afgesloten. Ze roept wel dat er helemaal geen man is, maar Vlinderdas is gezien, ook door de hoofdpersoon zelf, en het einde is wel erg open als naar deze man in de troostrijke slotwoorden helemaal niet meer verwezen wordt. Het opduiken van de mogelijke opvolger/rivaal is voor de ik-figuur te belangrijk om door hem genegeerd te worden.

In de tweede plaats gaat de belevende ik, het personage dat ziet hoe Anja’s haren om haar gezicht waaien enzovoort, af en toe over op de reflectie van de ‘vertellende ik’ en dan komen er zinnen waarin de lezer even wordt bijgepraat over de toestand, waarbij ook expliciet gezegd wordt wat gesuggereerd had kunnen worden: Anja was sociaal en psychisch te onstabiel bevonden, waardoor .... Anja claimde van alles wat ze niet mocht claimen; Ik pijnigde mijn hersenen met die vraag, maar een antwoord anders dan dat ziets niet in de lijn der verwachting lag, kon ik niet bedenken. Tja dat de verteller zich zoiets afvraagt na het zien van Vlinderdas, had de lezer al begrepen. Aan het einde wordt de moraal van het verhaal voor ons neergezet: het besef oppakkend dat we alledrie een steen van onze eigen ondergang bij ons droegen. Als de drie personages elkaar huilend omhelzen, is dat m.i. betekenisvol genoeg. Bovendien is de beeldspraak een beetje twijfelachtig: moeten ze gaan ‘bouwen’ met de stenen van hun ondergang?

Het derde punt van kritiek is heel persoonlijk, en heeft dus niets te maken met de ontzaglijke wijsheid van een redacteur die het altijd beter weet. De Woordenstroomleden die door Leebeeks verhaal ontroerd zijn geraakt, zullen het volstrekt oneens zijn met wat ik nu durf te beweren: de dood van het zoontje Wouter is melodramatisch, wat wil zeggen dat de eigenlijke, sterke tragiek van een gezin dat uit elkaar gedreven wordt terwijl de betrokkenen elkaar niet kunnen missen, hevig is aangedikt door het invoeren van een afschuwelijk ongeluk en het sterven van een kind. De papa en mama van Joël zouden ook een schrijnend conflict hebben gehad als Wouters ongeluk niet fataal was afgelopen en thematisch was het verhaal dan, vind ik tenminste, dan overtuigender geweest, want de essentie van dat conflict was dan niet verdrongen door het verwoestend erge van de dood van een kind.

Vergeef mij, Woordenstroomschrijvers, want ik bedoel het goed. Van Pieter Leebeek zou ik nog wel eens iets willen lezen.


November 2003, Hans ter Mors

Beoordeling Versteende schuld - Pieter Liebeek door BSN

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2003  Pieter Liebeek  Beoordeling BSN