Homepage  Poëziewedstrijd  Poëziewedstrijd 2007  twee  Beoordeling BSN

Beoordeling Hemel - twee door BSN

De kern van dit gedicht is het grootste deel van de tweede strofe: ik heb je lief // je bloemen en je stem... van bessenjam. Dartel, lichtvoetig, de sfeer van de prille verliefdheid die tot huppelen aanzet – in de tijd van Herman Gorter sprak men van sensitivistische gedichten.

Wat daar goed bij past is dat die kern (ik heb je lief) ook echt in het midden staat, met een aanloopje ernaar toe en met een afronding waarin op verwachtingen wordt gezinspeeld (leidt me naar de nacht) en wat naar mijn gevoel heel effectief is, is het gedoseerde gebruik van rijm. Door elke strofe met een rijmklank af te sluiten, houdt de dichter de zaak bij elkaar zonder iets van de lichtvoetigheid in te leveren met strakke schema’s.

Bewust gedaan of dichterlijke intuïtie of iets ertussen in – hoe dan ook, de compositie met de drie strofes is overtuigend. Rond de elementaire waarneming van dat vlekje bessenjam naast de mond probeert de dichter woorden te vinden voor zijn vervoering, waarbij hij komt aanzetten met de Grote Dingen: hemel, onsterfelijkheid, en dat terwijl het toch gaat om dat ene individu met die verpletterende aanwezigheid. De tekst geeft ook wel aan dat het niet helemaal lukt met die grote woorden, dat hij daarmee de essentie van de ervaring niet kan vatten: je sterren dansen/ woorden door mijn stilte en later het verbinden van ‘onsterfelijkheid’ met een regendruppel op de neus. Zo wordt duidelijk dat er van alles door hem heen tuimelt en dat hij alleen maar wil zeggen ik heb je lief.

Dat is mooi maar een gedicht zou meer moeten gaan leven bij herlezen en dat is m.i. niet het geval. Wat bij de eerste lezing nog overkomt als ‘dartel’, als effectief onsamenhangend, blijkt bij nadere beschouwing écht onsamenhangend te zijn, zodanig dat de tekst aan intensiteit verliest. Dat zit hem al in de vlakke abstractie vertrouwen in de tweede strofe, een term met een heel ander betekenisveld dan ‘dag’ en ‘zingen’ en ‘heb je lief’ enzovoort, maar het gevoel dat het ‘niet klopt’ groeit als de lezer vaker naar de tekst kijkt.

Sterren dansen, akkoord, maar spelt warm seconden over mijn gezicht is een mededeling die bezwijkt als de lezer hem even tot zich laat doordringen. Seconden die ‘gespeld’ worden? En verderop: een ochtendkoelte die krimpt in het licht? De combinatie van ‘koelte’ en ‘krimpen’ is wel te begrijpen, maar hij doet geforceerd aan want hij past niet bij en invoelbare ervaring. Bij ‘krimpen’ zie je nu eenmaal iets kleiner worden. De mededeling waarmee het gedicht eindigt, is dat het schemerdonker hem ‘traag maar dankbaar naar de nacht’ leidt, en dat is een beetje twijfelachtig (leidt het donker ons naar de nacht?) en hard ongrammaticaal: hier staat dat het schemerdonker ‘dankbaar’ is en dat is absoluut niet wat de dichter bedoeld heeft.

Enerzijds-anderzijds: een op het eerste gezicht innemend gezicht, heel aardig opgezet en ook goed klinkend, en een tekst die bij overlezen steeds minder overtuigend wordt. Poëtisch mooie dartelheid is toch altijd geconstrueerder dan het resultaat van ‘schrijf wat in je opkomt’. Wat dat oplevert, moet bijna altijd nog stevig bijgeschaafd worden voor het echt een gedicht geworden is. Ook dichten is vaak gewoon werken, uw redacteur kan het ook niet helpen.

December 2007, Hans ter Mors

Beoordeling Hemel - twee door BSN

Homepage  Poëziewedstrijd  Poëziewedstrijd 2007  twee  Beoordeling BSN