Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Dominique Vangeel

En het werd zomer ... - Dominique Vangeel

Het was donker. De maan scheen zachtjes over de bijna verlaten parking. Uit het aanpalende gebouw kwam een vrouw gelopen. Ze stapte in haar auto en vertrok met zo’n snelheid dat je haast zou denken dat ze voor iets vluchtte. Toen ze voorbij het kleine cafeetje reed, draaide ze plots terug en ging binnen. Het cafeetje zat vol met lugubere, oude mannen. Ze bestelde een martini, dronk hem in één teug leeg en ging naar buiten. Één van de mannen kwam haar achterna en hield haar tegen: “Heeft oe geen centje voor een arme Coengoelees?” De vrouw verstarde terwijl de man sprak, bruusk weigerde ze. De man herbegon: “Toe mevroew, ben arme Coengoelees, heb tien kinder.” De vrouw antwoordde beledigend: “Nee is en blijft nee! Drink wat minder, dan moet je niet om geld bedelen.” De man stapte woest terug richting het cafeetje: “Pas oep, iek kom toerug.” De vrouw snelde naar haar auto, geschrokken om wat de man uitriep en scheurde weg.
Ze vloog de snelweg op en als een echte kilometervreter reed ze richting het zuiden, naar haar vakantiehuisje. Daar zou ze, als ze aangekomen was, lekker in de fauteuil doorzakken en niets anders doen dan luilakken, nergens aan denken, niet aan haar vreselijke baas, niet aan die vieze man van het cafeetje, niet aan… Of nee, beter nog, ze zou in haar jacuzzi gaan zitten, het lekker bubbelend water zou haar ontspannen.
Ze gaf plankgas om er sneller te zijn, tot ze plots achter haar een blauwwit, flikkerend lichtje bemerkte. Dit moest er ook nog bijkomen! Ze trok de remmen, het piepte, ze voelde hoe haar auto schokte bij het plotse stoppen. De agent stapte naar haar toe en gebood haar uit te stappen. Eerst fouilleerde hij haar en daarna was er de witte rechte lijn. Ze stapte er parmantig over, zonder vrees, zonder moeite en vooral zonder te struikelen. De politieman zag er tevreden uit, ze had geen wapens of drugs bij zich en was ook niet dronken. Ze dacht dat ze nu wel zou mogen vertrekken, maar helaas, ze had het mis, de auto moest ook nog onderzocht worden. Deze agent was wel een plichtsbewuste. Hij nam zijn werk serieus. Hij was er zo een waarop de douane trots zou zijn. Hij keerde de auto binnenstebuiten en dat op maar één luttel uurtje. Eindelijk mocht ze vertrekken.
Ze was uitgeput. Ze was er bijna, nog slechts vierhonderd kilometer. Als ze geen vertraging meer opliep, zou ze er snel zijn! De kilometers vlogen voorbij, de uren ook.

In de vroege morgen, toen de zon opkwam, bereikte ze het huisje. Ze had barstende hoofdpijn, ze kon niet helder meer denken. Ze haastte zich naar de voordeur. Ze schrok. Deze stond wagenwijd open. Ze twijfelde. Had ze de deur vorige keer wel op slot gedaan of was er ingebroken? Vanuit de open deur hoorde ze gestommel. Onzeker ging ze binnen. Waar ze de moed vandaan haalde, weet geen man. Stapvoets ging ze verder. Ze keek om de hoek toen plots een luid gezang aanhief. Ze kende het liedje goed, ze had het jaren gezongen. “Happy birthday!” Ze stapte de kamer binnen. Er stond een hele groep, iedereen was er, zelfs haar baas. Toen de gestalte van een jongeman, haar geliefde, zich losmaakte van de menigte, snapte ze dat alles, maar dan ook alles, opgezet spel was! …

En het werd zomer ... © Dominique Vangeel

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Dominique Vangeel