Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Edith Kreukl

Als ze er niet is - Edith Kreuk

Als Elsbeth hier was had hij zich wel ingehouden. Nu had hij nog een cognac bestelde. Hij zag heus de bedenkelijke blik van de ober wel. En ook het onderonsje met zijn baas en de overdreven beleefdheid bij het neerzetten van het glas waren hem niet ontgaan. Ze wilden hier geen dronken mensen. Dat snapte hij heel goed. Maar hij had zichzelf niet in de hand. Wat is de overtreffende trap van eenzaam? Hij wist geen woord voor het gevoel dat hem nu in de greep hield.
Hij was hier gaan eten met zijn beste vriend Martin. Hij kon niet alleen thuis zijn. Dan was het zo duidelijk dat Betje weg was. Ze wilde ook wel eens haar eigen leven leiden had ze gezegd en ze had hem zomaar laten zitten. Hij wilde het niet maar hij voelde de tranen branden. Hoe kon ze hem zomaar alleen laten? Hij was misschien veel op zijn werk. Maar dat was om haar het beste te geven. Ze hield ervan om mooie sieraden te krijgen, lekker eten, een mooie fles wijn op tafel. Hij zorgde er al jaren voor. Ze waren nu dertig jaar getrouwd maar voor Albert was ze nog steeds zijn grote liefde. Maar nu was ze zomaar een weekendje weg gegaan met haar vriendinnen. Een heel weekend zonder haar. Hij had haar vandaag elf keer gebeld, maar de laatste drie keer had ze niet opgenomen. Er zou toch niets gebeurd zijn? 
Nu had Martin hem ook nog eens laten stikken. Hij had het grootste deel van de fles wijn leeggedronken omdat Martin fris wilde blijven voor de volgende ochtend. Hij trainde voor de marathon van Rotterdam. Martin was zo’n stakker die tegen een burn-out aangelopen was. Dan ga je dat soort rare dingen doen. Je kreeg er zo’n heerlijk leeg hoofd van als je hardliep; moest hij ook eens proberen. Hij keek wel linker uit. Leeghoofden liepen er al genoeg rond. Martin begreep niet waarom hij Betje zo vreselijk miste. Het was toch logisch dat ze er even tussenuit wilde? Toen begon hij weer te zeveren over hoe belangrijk het is om naar je gevoelens te luisteren. Met dat softe geblaat moest je niet bij Albert zijn. En hij had toch altijd naar haar gevoelens geluisterd? Waarom moest ze dan zo nodig weg? 
Als Elsbeth hier was geweest had hij grapjes kunnen maken over de mensen aan de andere tafels. Nu zat hij hier met als enig gezelschap een leeg glas. Hij zal het wel leeg gedronken hebben, dat kon niet anders. Maar herinneren kon hij het zich niet. Hij besloot dat hij weg moest uit dit restaurant. Ze gingen hem hier niets meer schenken. Nog even een biertje drinken aan de overkant en dan ging hij een taxi bellen om hem thuis te brengen.
 
Als Elsbeth thuiskomt loopt ze even stilletjes door naar de slaapkamer. Daar ligt Albert in een diepe slaap met zijn overhemd nog aan. De pantalon die binnenstebuiten op de grond lag hangt ze over de dressboy en ze zet zijn schoenen netjes onder het bed. De gordijnen staan nog wagenwijd open. Ze laat ze maar open staan. Voorzichtig sluipt ze de slaapkamer weer uit. Het is goed dat ze eerder terug gekomen is van het weekendje weg met haar tennisvriendinnen. Ze hadden haar voor gek verklaard. ‘Je laat je gebruiken als slaafje,’ hadden haar vriendinnen geroepen. Dat was niet zoals ze het zelf zag. Albert had een telecombedrijf waar hij de baas was. Zij bepaalde in huis wat er gebeurde. Dat was haar bedrijf. Als ze een vriendin hoorde klagen dat hun hubbie weer eens thuis gekomen was met de verkeerde ontkalker of de was verkeerd had opgevouwen, dan was ze blij dat haar Albert zich daar allemaal nooit mee bemoeide. Ze pakte de lege fles wijn van de salontafel. Wat jammer. Hij had de fles Bordeaux die hij had gekocht voor een avondje samen in zijn eentje leeg gedronken. Nou ja, het was niet anders. Een simpel wijntje vond ze eigenlijk net zo lekker. Ze haalde uit de gangkast de textielreiniger en hoopte dat ze de wijnvlek nog uit de bank kon krijgen. Meestal lukte het haar nog wel, maar dat waren dan vaak wel versere vlekken geweest.
Ze hoort hem boven stommelen en vloeken. Hij was op weg naar de badkamer. Zichzelf even opfrissen kon inderdaad geen kwaad. Dan kan hij daarna lekker ontbijten. Of eigenlijk is het om deze tijd meer een late lunch. Ze zet een pan water op de kookplaat. Uit ervaring weet ze dat een eitje hem goed doet bij een kater. Ze perst ook sinaasappeltjes voor hem uit. Er stond nog een restje fruitsalade in de koelkast. Dat zet ze ook voor hem op tafel. Ze hoort hem stommelen op de trap. Dan zal ze een kopje koffie voor hem inschenken. Ze doet er twee schepjes suiker in en roert de suiker voor hem door de koffie. Als ze het kopje op de tafel zet hoort ze de keukendeur openzwaaien. Ze wil zich omdraaien om hem te begroeten. Dan is er niets meer.
 
Als hij had geweten dat het Elsbeth was had hij niet geslagen. Hij is wakker geworden met een bonkend hoofd. Een dubbele paracetamol kan niet voorkomen dat zijn hoofd aanvoelt alsof er een kudde olifanten overheen gedenderd is. Toen hij de trap af kwam wankelen had hij geluid in de keuken gehoord. Je hoort de laatste tijd steeds vaker over inbrekers die gewoon je huis binnen sluipen om je vast te binden en de kluis leeg te roven. Hij was bang dat alle sieraden die hij voor Betje gekocht heeft weg geroofd zouden worden. Hoe moest hij dat aan haar uitleggen als ze weer thuis kwam. Dat zou ze hem nooit vergeven. Bij de voordeur stond zijn golftas voor vanmiddag klaar. Hij had er een ijzer uitgepakt. Met de golfclub als een honkbalknuppel op zijn schouder was hij naar de keuken geslopen. Hij moest snel zijn. Dat soort lui hadden altijd een mes of een pistool. Hij moet een mep uitgedeeld hebben voor de tegenstander zijn wapen kon pakken. Hij had kunnen weten dat Betje hem nooit zo lang alleen zou laten. Nu ligt ze hier op de grond met een grote hoofdwond. Hij knielt naast haar. De misselijkheid die er al was door zijn kater wordt erger. Hij zal zijn lieve Betje toch niet vermoord hebben? Gelukkig, hij hoort haar zwak ademen. Ze is niet dood. Hij strijkt het haar uit het gezicht. ‘Sorry, liefje’ blijft hij mompelen, hopend dat ze erop zal reageren. Maar ze reageert niet meer. Hij probeert na te denken wat hij nu moet doen. Een ambulance moet hij bellen. Die zullen haar wel mee nemen. Misschien komt ze wel nooit meer thuis. Dan is hij door zijn eigen schuld de rest van zijn leven alleen. Hij kust Elsbeth op haar voorhoofd. Dan staat hij op om het telefoontje te plegen dat hem van zijn liefje zal scheiden. Dit is de overtreffende trap van eenzaam. 

Als ze er niet is - Edith Kreuk

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Edith Kreuk