Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2009  Hanneke van Wieringen

Bestemming bereikt? - Hanneke van Wieringen

Over 50 meter bestemming bereikt, zegt mijn Tom. Bestemming bereikt.Ik rijd het grote parkeerterrein op. Bestemming bereikt! meldt Tom nogmaals. En enigszins dwingend: keer om zodra het kan!
Ik kijk naar het kantoorgebouw waar ik een afspraak heb. Een hoog gebouw, donkere ramen, als buitenstaander kun je niet naar binnen kijken en als je eenmaal binnen bent krijg je het gevoel dat je totaal van de buitenwereld wordt afgesloten. Ik zucht, negeer Tom, ik kan nu niet meer terug, controleer nog even haar en lipstick in de autospiegel en probeer een zelfbewust gezicht te trekken. Dat wat je zegt moet ondersteund worden door je expressie, vergeet niet je lichaamstaal, drukten ze mij op het hart tijdens de sollicitatiecursus. Je kunt wel zeggen dat je enthousiast bent over de aangeboden baan, maar als je er bij zit alsof je jezelf niet serieus neemt, prikken ze er zo doorheen en kun je het wel schudden.
Tja.
Ik kijk op mijn horloge. Ik heb nog tien minuten, kan ik mooi nog even doornemen wat ik over mijzelf heb geschreven in mijn sollicitatiebrief en waarom en hoe graag ik de baan wil hebben. Wees consistent, zeiden ze op de sollicitatiecursus, dat wat je hebt geschreven moet je waar maken in het gesprek. En geloof in jezelf, laat blijken dat jij degene bent die uitermate geschikt is voor de baan. Geloof in mijzelf, dat is een ding. Ik kan heus wel het een en ander, vind ik zelf. Schilderen bijvoorbeeld, uren kan ik doorbrengen in mijn 'atelier', de verbouwde schuur achter in de tuin. Ik heb zelfs een keer geëxposeerd, kreeg een redelijk positieve recensie, verkocht niets, wat ik aan de ene kant niet erg vond. In mijn schilderijen beeld ik namelijk mijn eigen persoonlijke emoties uit en eigenlijk vind ik dat dat niemand iets aan gaat, laat staan dat een vreemde mijn blijheid of erger, mijn depressies en verdriet aan de muur heeft hangen. Ik exposeerde omdat ik toen geld nodig had, nu ook trouwens, vandaar dat ik hier nu zit in mijn geleende auto op dat grote parkeerterrein.
Of ik uitermate geschikt ben voor de baan waar ik straks op ga solliciteren is een tweede. Goed met mensen om kunnen gaan, was een voorwaarde. Ik ben goed met kinderen, de kinderen uit de buurt komen graag bij mij, ik laat ze hun gang gaan, ze mogen kliederen met restjes verf en papier. Ik heb zelf geen kinderen, ik wilde wel, maar het kwam er niet van, en voor je het weet is het te laat. Mijn toenmalige vriend vond dat een thema in mijn leven. Hij zei dat ik het leven maar laat komen, dat ik geen beslissingen kan nemen, geen planning heb. Heb ik ook niet. Eigenlijk leef ik het liefst van dag tot dag. Als ik schilder heb ik geen besef van tijd, wil ik niet gestoord worden. En als de zon schijnt en ik weg wil, fietsen of naar het strand, en er is toevallig wat anders gepland, dan heb ik een probleem. Niets voor mij dus. Ik leef het leven zoals het zich voor doet. Tot nu toe dan. Ik ga solliciteren op een echte baan, ik moet wel, en als ik die krijg zal ik mijn levensstijl drastisch moeten veranderen. Dat zegt de vriend en ook het reïntegratiebureau.
Grote druppels spetteren plotseling op de voorruit. Op regen heb ik niet gerekend, geen paraplu, zelfs geen jas heb ik meegenomen. De zon scheen toen ik wegging. Echt iets voor jou, zou die vriend zeggen. Denk toch eens vooruit. Wachten tot het droog wordt? Nee, dat is geen optie, dan kom ik te laat. Rennen door de regen naar de ingang van het gebouw? Dan kom ik kletsnat aan, kan ik de kreten uit mijn brief dat ik beslist representabel ben niet waarmaken. Achter in de auto vind ik een paar plastic boodschappentassen. In een ervan maak ik een gat en steek mijn hoofd erdoor, mijn schouders zijn nu in ieder geval bedekt, de andere doe ik als een sjaaltje over mijn haar. Zo snel mogelijk strompel ik op mijn hakken, een representabele persoonlijkheid loopt nu eenmaal niet op gympen, door de nu stromende regen naar het gebouw. Een stuk of tien borden met firmanamen hangen boven de ingang. Die waar ik naar toe moet, kan ik niet zo snel vinden. Ik ga naar binnen, zie een grote receptiebalie, de keurige dames erachter verscholen achter hun computerschermen. Ik ga solliciteren op een baan als receptioniste, dus als ik word aangenomen zal zoiets mijn dagelijkse omgeving zijn, besef ik. De dames kijken niet op of om. Vanwaar dan die mensvriendelijkheid die in de advertentie gevraagd werd? Ik kuch even. Ik kom zo bij u, wordt er gemompeld en een van de dames kijkt even op van haar scherm. Ik ga naar haar toe. "Ik moet solliciteren", zeg ik, "ik heb haast". "U kunt uw kleding daar neerhangen", zegt ze bits. Kleding? O, ja, die zakken. Ik zie mijzelf staan, wankelend op niet-gewende hakken, met een kletsnatte boodschappentas om mijn hoofd en schouders, mijn toch zo keurige rokje nat en gekreukeld. Niet echt geschikt voor het begin van een succesvolle carrière. Het kleine beetje zekerheid dat ik de laatste tijd heb opgebouwd, zakt snel weg. Eigenlijk wil ik nu het liefst weglopen, want wat doe ik hier, wil ik dit. Je kunt niet altijd alleen maar doen wat je wilt, neem nu eens je verantwoordelijkheid. Ik hoor het de vriend zeggen die uiteindelijk bij mij wegging omdat hij mijn chaos en ik zijn gereglementeerde leven niet kon accepteren. Ik hoor het mijn ouders zeggen als ze mij weer even snel wat toestoppen, ze willen hun dochter tenslotte niet in de kou laten zitten, soms letterlijk. Ik hoor het mijn begeleider van het reïntegratiebureau zeggen als ik zit te zuchten boven de verplichte sollicitatiebrieven.
Ik word geroepen. Uw naam? De receptiedame kijkt op haar computer. "Mevrouw, u bent te laat". "Ja", zeg ik, "dat weet ik, vijf minuten, dat komt omdat u mij liet wachten". "Nee, mevrouw", zegt ze bits, "u had hier een uur geleden al moeten zijn". Ik pak de uitnodigingsbrief uit mijn tas. Ze heeft gelijk. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek om 10 uur, waarna als het gesprek positief zou verlopen, ik om 11 uur een soort test zou moeten doen. Die test vond ik reuze interessant, ik zou daardoor heel wat over mijzelf kunnen opsteken, had ik bedacht, vandaar dat 11 uur in mijn hoofd zat. Ik kijk op mijn horloge. Het is vijf over 11. "Wat nu", vraag ik. Tja, de dame trekt haar keurig bijgewerkte wenkbrauwen op. "U kunt proberen een nieuwe afspraak te maken, maar de commissie stelt stiptheid en nauwkeurigheid zeer op prijs". Ze buigt zich naar haar computerscherm. Ik kan gaan.
Ik pak mijn tas, laat mijn natte zakken liggen in hun plasjes op de stenen vloer en ga de buitenlucht in. De regen is opgehouden, hier en daar verschijnt zonlicht tussen de wolken, de warmte voel ik op mijn natte haar. Ik trek mijn wankelschoenen uit en loop op blote voeten naar de auto. Ik kijk om naar het grote dichte kantoorgebouw, maak even een paar danspasjes, ik kan het niet laten en programmeer Tom richting huis.
Over 50 meter bestemming bereikt, meldt Tom. Ik nader mijn huis, mijn tuin, mijn atelier. Even later: bestemming bereikt! De zon schijnt, het buurkindje loopt met mij mee naar binnen. Gaan we schilderen, vraagt ze. Ja, zeg ik.

Bestemming bereikt? © Hanneke van Wieringen

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2009  Hanneke van Wieringen