Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2008  Hans Puttenstein

Gedichten - Hans Puttenstein

Ontsnapt

De roofvogel staat weer hoog te beven
ik verkeer verdreven in de dag
en geef niet thuis
wel of niet te zijn lijkt om het even

zij is voor tegendraadse zinnen
over het koesteren van het kleine
in de dingen van alledag
ze leert me inzien hoe te keren

ik raak schuchter in mij thuis
zolang er poëzie is met een eigen leven.



Uit zichzelf

Zij spreekt in rafels
uit een gevallen taal
één en andermaal
oogopslag oogcontact
naar wat is misgegaan

niet meer durven staan
in het licht van het gewone
een bloem, een stoel en tafel,
de mensen die praten, een zoen,
een hand -

gebaar dat achterlaat
om bestaan te dragen

een teken van groeiend weten
dat leven liefde met pijn kan zijn
zoals hij, ik en zij
ongelijk is aan wij

In ons keert zij tot zichzelf



Tafereel

Hij recht de rug en even valt het stil
het ritmisch spel van hamer, zeis en spit
Met scherpe blik en in gekruiste zit
tikt hij de snede feilloos in zijn wil
We gaan gehaast de zeis vooruit. Struinen
in kniehoog gras tussen wormstekig fruit
snel zoeken tot je op een gave stuit
kort zwaaiend naar eksters in de kruinen
En dan pas, dan ruilen we het spelen
voor het tuinhuis en de zachte ogen
waar de kater spinnend op haar schoot
loert naar kraaien die iets willen stelen
Uit zijn avondlicht sluipt hij gebogen
om hem hier te houden dicht ik hem dood.

Gedichten © Hans Puttenstein

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2008  Hans Puttenstein