Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Hans Roofthooft

De aanwinst – Hans Roofthooft

Wat een lelijk lijf heeft mijn wijf, dacht Peter bij zichzelf toen hij die avond de badkamer binnenkwam. Zijn vrouw Carla kwam net uit de douche en stond naakt op een handdoek zich af te drogen. Hij had haar in een oogwenk van kop tot teen bekeken en besefte plots dat het al heel lang geleden moest geweest zijn dat hij haar zo gezien had. Plat op haar rug wel maar rechtop, dat leek wel 20 jaren geleden zijn of zo.
Toen had ze een pracht van een figuur, heel vrouwelijke heupen met daaronder een paar benen om u tegen te zeggen. Haar borsten had hij altijd te groot gevonden. Peter hield meer van een b cup dan van de weelderige d cup waar Carla maar al te graag mee pronkte. Van haar twee stevige meloenen bleven nu, 25 jaren en twee kinderen later, niet veel meer over dan hompen vlees met tepels die naar de vloer keken, merkte hij stiekem op.
Peter trok, op zijn boxershort na, al zijn kleren uit en keek naar zichzelf in de spiegel boven de dubbele lavabo. Van zijn ooit zo atletisch lichaam was ook niet veel meer overgebleven en zijn weelderige bruine haardos had plaatsgemaakt voor een kort geknipt grijs kapsel. Het six pack dat ooit zijn torso sierde had hij blijkbaar meerdere keren uitgedronken want hij had een bierbuik waar je niet naast kon kijken. Nu hij negenenveertig was zou het alleen nog maar bergaf gaan en dit beseffend trok hij vlug zijn pyjama aan en maakte aanstalten om de badkamer te verlaten.
“Schat?” vroeg Carla.
“Ja lieverd.” antwoordde Peter met de deurklink in zijn hand.
“Zie jij mij nog graag?”
“Natuurlijk zie ik je nog graag, wat is dat nu weer voor een vraag!”
“Ik bedoelde het letterlijk, vind jij me nog mooi?”
Peter wist maar al te goed dat hij zich nu op heel glad ijs bevond en met fluwelen handschoenen aan zei hij:
“Maar lieve schat van me, we moeten allebei beseffen dat we op onze leeftijd schoonheid niet meer moeten zien maar moeten voelen. We zijn allebei even oud en kunnen niet anders dan onder ogen zien dat de tand des tijd zijn werk heeft gedaan. Nu gaat het erom wat we samen zijn, waar we samen voor staan.”
Ondertussen stond hij vlak voor haar, omarmde haar naakte lichaam en kuste haar teder op de mond. Ze duwde met een zachte kreun haar hoofd tegen zijn schouder en vroeg:
“Wil jij een flesje wijn klaarzetten? Ik zal me haasten dan kunnen we samen genieten van de zonsondergang.”
Peter nam een fles Sauternes uit de wijnkast en zette ze samen met twee kristallen glazen op de salontafel. Hij keek naar de zee door het grote schuifraam van hun penthouse op de bovenste verdieping van het succesvol hotel aan de Belgische kust. Carla kwam in een weinig verhullend satijnen nachtkleedje de woonkamer binnen en nam plaats in de lederen salon. Peter schonk de glazen halfvol en ging naast haar zitten en samen genoten ze van de heerlijke wijn en de zon die nu als een vuurrode bol aan de horizon stond. Gedurende dit proces werden herinneringen aan vroeger opgehaald, hoe het allemaal begon en hoe ze hier in Blankenberge verzeild zijn geraakt.
Carla en Peter leerden elkaar kennen in een uitgaanskroeg in Wijnegem vlakbij Antwerpen waar Peter een aardige cent bijverdiende als barman. In de week was hij hoofd van de keuken in een sociaal restaurant in Deurne, een baan die niet het grote geld opbracht maar die hem wel veel voldoening gaf. Carla had een diploma hotelmanagement op zak en deed ervaring op in een groot hotel midden in het stadscentrum van Antwerpen in afwachting van het moment waarop ze haar eigen zaak kon opstarten. Carla viel vrij snel voor de flair van Peter en hij op zijn beurt had de prooi van de eeuw kunnen strikken, alle mannen in de kroeg waren jaloers op hem want hij was de man die met die grote joekels mocht spelen.
Na enkele maanden van losbandig gevrij kwamen ze beiden tot de conclusie dat er meer was tussen hen. Ze waren alle twee harde werkers, koesterden grote dromen en wisten dat je die makkelijker met twee kon bereiken dan alleen. Carla viel meteen in de smaak bij de ouders van Peter die een goed lopend schildersbedrijf hadden en een winkel met alles wat met interieur te maken had. Het duurde echter een tijdje voordat Peter aanvaard werd door de rijke ouders van Carla. Zij kwam uit een vermogend notarisgezin en die vonden de ietwat flamboyante en speelse Peter beneden hun stand. Gelukkig had Carla de doortastendheid van haar vader geërfd en het duurde niet al te lang voordat ze hen kon overtuigen Peter te aanvaarden. Moeder zou wel volgen, die had geen andere keuze want ze was volledig afhankelijk van haar man en eigenlijk kon het Carla weinig schelen wat moeder ervan vond. Ze had nooit goed met haar moeder opgeschoten en vond haar een verwende showmadam die in haar leven nog geen enkele dag gewerkt had en niets liever deed dan de centen van haar echtgenoot op doen aan het zoveelste paar schoenen of de allernieuwste kleur lippenstift.
Na een jaar besloten ze dat het tijd werd om op eigen benen te gaan staan. Carla kon als enig kind rekenen op een ruim budget en ook de ouders van Peter hadden hun best gedaan om hun oudste zoon een goed gevuld spaarboekje mee te geven. Voor Peter en Carla was het vanzelfsprekend dat ze gezien hun beider diploma’s niet op zoek gingen naar een huis om in te wonen maar naar een zaak die ze konden overnemen en deze vonden ze na intensief zoeken in Blankenberge. Het was een verouderd tienkamerhotel met een klein appartement midden in de prachtige art nouveau wijk van de populaire badstad.
Peter had tijdens zijn studies veel vakantiewerk gedaan bij zijn oom Dirk, die een bedrijf had in renovatiewerken. Genoeg ervaring dus om veel van de werken zelf te doen. Peters vader en zijn jongere broer, die later de zaak van hun ouders zou overnemen, kwamen bijna elk weekend naar de kust afgezakt om te helpen. Ook nonkel Dirk kwam zo vaak hij kon en Carla, die niet vies was van werken, stak de handen uit de mouwen waar nodig en zorgde ervoor dat alles in de juiste kleuren kwam. Haar vader zorgde ervoor dat alle papierwerk in orde was en zes maanden later was het hotel operationeel. En Carla haar moeder deed gewoontegetrouw niets behalve jammeren dat het hotel niet enkele kilometers verder in het mondaine Knokke-Heist lag.
Van meet af aan was het kleine hotel een groot succes en al snel moest er personeel aangeworven worden. Carla sprak nooit over ‘haar personeel’ maar wel over haar ‘aanwinsten’ om zo aan iedereen duidelijk te maken dat elke werknemer een meerwaarde voor het hotel was. Er waren altijd gasten aanwezig maar de aanwinsten zorgden ervoor dat Carla en Peter terug wat tijd voor zichzelf hadden en hun eerste kindje was snel een feit. Achttien maanden nadat hun dochter Eline geboren was kwam Adele ter wereld en het gezin was voor hen compleet genoeg.
Hun zaak was constant volgeboekt en ze moesten soms trouwe klanten weigeren omdat er geen plaats was. Uitbreiding was noodzakelijk maar op hun locatie was dat niet mogelijk dus gingen ze op zoek naar een groter pand. Dat vonden ze in de vorm van een oud appartementsgebouw op de hoek van de Zeedijk en de Charlierhelling met uitzicht op de King Beach en de zonsondergang. Er hoorden ook vijftien ondergrondse garages bij wat voor Peter en Carla de doorslag gaf. Wederom was er enorm veel werk aan de winkel maar ditmaal was er genoeg geld om de hele boel plat te gooien en er een heel nieuw gebouw voor in de plaats te zetten.
Helemaal bovenaan werd een penthouse voorzien met vier slaapkamers en twee badkamers gebouwd waar het gezin comfortabel kon leven. Het was bereikbaar met een aparte lift die gebruikt kon worden door de eigenaars. Buiten de dertig gastverblijven was er een ruime eetzaal, een gezellige bar met terras, een moderne keuken en ruimte genoeg voor opslag van materieel. Het andere hotel werd met behoorlijk wat winst verkocht en zo begon hun nieuw hoofdstuk. Ook dit liep op rolletjes zodat ze zonder zich financieel pijn te doen hun dochters op een deftig kot konden laten studeren: Eline binnenhuisarchitectuur in Gent en Adele journalistiek in Leuven. Er was terug meer vrije tijd en ze hielden er een Bourgondische levensstijl op na die ze na meer dan twintig jaren zwoegen meer dan verdiend hadden.
Als de zon volledig in de zee verdwenen was en de fles Sauternes leeg was trok Peter een joggingpak aan over zijn pyjama. Elke avond deed hij een inspectieronde op de gelijkvloerse en de kelderverdieping van het hotel om er zeker van te zijn dat alle deuren goed in het slot zaten en er nergens onnodig licht bleef branden. Er waren ‘s nachts altijd twee aanwinsten aanwezig en zoals meestal was ook dit keer alles in orde tot hij een flauw lichtschijnsel onder de deur van de linnenkamer zag. Peter opende de deur en ging binnen in het zwak verlichte vertrek waar hij plots een ferme duw kreeg en achterwaarts belandde op een stapel versleten handdoeken. Voor hij goed en wel besefte wat er gebeurde voelde hij iemand op zich en een vrouwelijk parfum drong in zijn neus. Vochtige lippen kusten hem hartstochtelijk op zijn mond en een paar seconden later voelde hij een warme tong de zijne beroeren. Het was Merel, Carla’s nieuwste aanwinst en zijn zoveelste vruchteloze verjongingskuur.

De aanwinst – Hans Roofthooft

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Hans Roofthooft