Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Ingrid Holtrup

Oorlog en liefde - Ingrid Holtrup

Het is grauw buiten en er hangt een onvoorspelbare sfeer in de lucht. Haastig loop ik door een straat op weg naar een oud gebouw. De oude half verrotte voordeur van het gebouw staat op een kier. Met moeite krijg ik de deur verder open. Vlug stap ik naar binnen en kom in een hal die zijn beste tijd heeft gehad.
‘Hier je jas,’ zegt een stem achter mij. Ik schrik en draai mij om. Achter mij staat een bewaker die dreigend kijkt.
‘Opschieten,’ zegt de man bars. ‘Het grote tribunaal gaat zo beginnen. Als je te laat bent ziet het er niet best voor je uit.’
Gauw trek ik mijn jas uit en geeft het de man. Een andere bewaker komt aangelopen en fouilleert mij.
‘Stempel groen op haar hand,’ zegt de ene bewaker tegen de andere. Ruw wordt mijn hand gepakt en niet al te zachtzinnig komt er een stempel op.
‘Deur drie recht voor je moet je zijn,’ zegt een bewaker. Ik loop naar de deur en hoor opeens een groot kabaal achter de deur. Aarzelend en met een raar gevoel blijf ik staan.
‘Maak open de deur,’ zegt een bewaker dreigend.
Gauw open ik de deur en kom in een hele grote zaal vol met mensen. De chaos en het lawaai is enorm. De mensen roepen, gillen en schreeuwen.
‘Allemaal op je plaats,’ klinkt het opeens hard door luidsprekers.
Op de vloer zie ik de kleuren groen, rood en oranje met pijlen erbij.
Ik volg de groene pijlen en kom in een hoek van de zaal terecht.
‘Wat is je nummer?’ zegt een bewaker tegen mij.
‘Weet ik niet,’ zeg ik angstig.
‘Je hebt dus niet op je stempel gekeken. Dat kost je strafpunten.’
Gauw kijk ik op mijn stempel en zie een rare driehoek met vreemde tekens erin.
‘Er staat geen nummer in,’ zeg ik.
‘De tekens zijn de nummers en dat hoor je te weten. Sinds wij de macht hebben overgenomen is iedere burger verplicht om het nieuwe stelsel te kennen. Dit kan je de doodstraf kosten,’ zegt de bewaker onbewogen.
‘Het lijkt wel of ik in een enge science fiction film ben terechtgekomen,’ zeg ik verbouwereerd.
‘Dit is geen film maar de werkelijkheid. De aarde is veroverd door galaxis Xenius.’ De bewaker pakt mijn hand met de stempel. ‘Je nummer is XA 112 Z en daar moet je zitten.’ Hij wijst naar een muur waar banken staan.
Gauw loop ik er heen en zie mijn nummer staan aan het einde van een bank. Aan het begin zit een jonge vrouw die me vriendelijk gedag zegt. Ik neem plaats en de plek tussen haar en mij is leeg.
‘Zou er nog iemand op deze plek plaats nemen?’ vraag ik de vrouw door de herrie heen.
‘Dat zal gebeuren als alles achter de rug is,’ zegt ze en kijkt mij indringend aan.
Ze weet iets, gaat het door mijn gedachten en voel een rilling opkomen.
‘Kijk naar de mensen die hier zijn,’ gaat de vrouw verder.
Ik knik en kijk naar de mensen die naar hun plek hollen. Het lijkt of iedereen bang is, gaat het door mijn gedachten.
‘Stilte,’ klinkt het hard door de luidsprekers. ‘Het grote tribunaal gaat beginnen.’
Het is doodstil in de zaal. Een grote muur schuift open en uit het niets schuift een ronde cirkel binnen dat midden in de zaal zwevend stil staat. Felle lichtflitsen volgen en twaalf vreemd uitziende personages komen tevoorschijn. Keurig staan ze rond de cirkel.
‘De cirkel is de aarde en verdeeld in twaalf stukken,’ zegt de stem uit de luidsprekers. ‘De kleuren groen, rood en oranje zijn in vakken van vier verdeeld over de aarde. De twaalf opperrechters die rond de cirkel staan zullen de aarde gaan regeren. De delen rood van de aarde worden vernietigd.’
Er klinkt geschreeuw en gejammer in de zaal waar de mensen met de rode stempel zitten.
‘Wat afschuwelijk,’ roep ik geschrokken tegen de vrouw.
‘Dit wist je niet,’ zegt de vrouw en komt naast mij zitten.
‘Ik weet nergens van. Het is net of ik in een enge droom terecht ben gekomen.’
‘Dit is geen droom maar de ware realiteit waar de wereld in terecht is gekomen. Het rood is het teken van verderf, dictatuur, corruptie, slavernij en hebzucht.’
‘De delen oranje van de aarde worden gedeeltelijk vernietigd en krijgen een kans om te verbeteren in een korte tijd. Als dit niet lukt volgt vernietiging,’ gaat de stem verder uit de luidsprekers.’
Uit de zaal klinkt weer geschreeuw en gejammer van de mensen met een oranje stempel.
‘De groene delen van de aarde blijven gespaard. De mensen met de groene stempel zijn verplicht mee te werken aan de opbouw van een betere wereld,’ zegt de stem. ‘Bij het niet nakomen van de opdrachten volgt de doodstraf.’
‘Het is dus waar dat de aarde is overgenomen door volkeren uit een andere galaxis,’ zeg ik ontdaan.
‘Gelukkig wel,’ zegt de vrouw. ‘Als dit niet was gebeurd had de mensheid zichzelf vernietigd en de aarde.’
‘Dat weet ik. Hoe weten ze welke mensen er goed en slecht zijn?’
‘Vanaf dat de eerste mensen op aarde zijn houden ze bij hoe deze nageslachten zich verder ontwikkeld hebben.’
‘Ben jij een mens?’ zeg ik ineens tegen de vrouw.
‘Ja en nee,’ zegt ze met een glimlach. ‘Ik ben hier om je te begeleiden. Een beschermengel ben ik niet.’
Ik wil wat zeggen als er opeens een oorverdovend lawaai klinkt in de zaal. Geschrokken kijk ik de zaal in en zie een heel groot scherm waar de aarde op te zien is. Op verschillende plaatsen wordt de aarde vernietigd. De bank waar ik op zit begint te bewegen. Ik geef een harde gil en wil wegrennen. Door een enorme kracht worden de vrouw en ik weggezogen. Dit is het einde, is het laatste wat ik denk, voordat alles zwart wordt.

‘Rustig maar, alles komt goed,’ hoor ik een stem naast me zeggen op de bank.
Ik ken die stem, gaat het door mijn gedachten en krijg een raar gevoel. Mijn ogen hou ik gesloten uit angst dat het niet waar is wat ik denk. Een arm wordt om mijn schouders geslagen en lippen beroeren mijn wang. Ik open mijn ogen en kijk.
‘Je bent het echt,’ stamel ik en kijk de man naast me aan.
‘Het heeft lang geduurd voordat we echt bij elkaar konden zijn,’ zegt de man lief en aait over mijn wang. ‘Een jonge vrouw heeft mij verteld dat het tijdstip is aangebroken om verder te gaan met elkaar. Ze zit naast me en je kent haar.’
Ik kijk en zie de jonge vrouw zitten. Ze kijkt me met een glimlach aan.
‘Wees gelukkig met deze man, je hebt het verdiend,’ zegt ze.
Ik wil wat zeggen maar ze is verdwenen. Ik leg mijn hoofd op zijn schouders en voel me gelukkig.

Oorlog en liefde © Ingrid Holtrup

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Ingrid Holtrup