Vader.
Stil in de hoek, onder zijn lamp las hij secuur en traag hij rookte graag ogen als spleetjes tegen de damp
in het gele licht van de avond zat hij daar zo stil niemand die hem storen wil geen klank uit kindermond
al die uren, al die dagen tijd die er niet was met geduld voldragen
nooit kwam ik hem vaker tegen dan toen ik al zijn regels las, zittend in zijn grijze jas.
Voor Drs. P.
Spreek nu toch doctorandus P. kom voor de dag ermee wat is uw geheim recept goud rijmend snee op snee
letters blijven met mij sollen klanken hollen woorden bollen ben ik met de waan behept in mijn hoofd blijft het tollen
wijs me de weg toon me het licht wees een baken van hoop en een uitweg uit dit kutgedicht.
Een kleine spielerei.
Als ik hier zit en mij vermei met weer een kleine spielerei dan denk ik soms is dit banaal ach nee het is gewoon maar taal.
|