Kwart over zeven. De lichten van de locomotief worden zichtbaar als de trein de bocht om komt. Met veel geraas davert de trein het station binnen. Vooraan, zoals altijd, de enige Nederlandse coupe in blauw en geel, daarachter allemaal vaalblauwe Duitse gehuurde treinstellen. Ik pak mijn koffertje en loop het Nederlandse treinstel achterna. Als de trein stilstaat stapt er een conducteur uit. We kennen elkaar, een korte knik en hij loopt naar de overkant, wachtend op de trein uit Maastricht, die altijd twee of drie minuten later binnen komt lopen. Ik stap in, loop naar voren en ging zoals vaker in de laatste vierzitter zitten. Ik kijk op. Ze is er weer. Schuin tegenover mij ligt zoals bijna elke morgen een prachtig mooi blond meisje, kortgerokt met blonde krullen te slapen. Haar bruine benen een beetje opgevouwen, haar rode lippen iets van elkaar. Een hand onder haar hoofd, de andere hand op haar bovenste bijna blote dij. Ik vind haar mooi. Ze heeft een complexe uitstraling, wild, sexy, kwetsbaar, eenzaam, hongerig….maar ook bang.
Ik heb in de loop van de tijd dat we samen in de trein naar Venlo reisden ontdekt dat mannen haar ogen niet van haar af kunnen houden. Ik in het begin zeker niet. Na verloop van tijd veranderde dat. Het is een blond meisje, maar ze reist zwart. Zonder dat haar dat problemen bezorgt. De meeste conducteurs lieten haar slapen. Ze bleven wel lang staan kijken. Soms ging een conducteur in de andere stoel, naast het gangpad zitten en zijn administratie bijwerken. Hij kwam dan alleen nog van zijn plaats om de deuren te openen en te sluiten. Tijdens het wachten op de in/ en uitstappende passagiers keek hij dan ook nog eens onbeschaamd begerig naar binnen. Op een ochtend stapte er weer zo´n conducteur uit. Ik hoorde het meisje grinniken, ze ging wat verliggen (ik kon wel raden hoe). Mannen, mompelde ze. Het was een spel en ze won altijd. Vanaf dat moment keek ik niet meer. In Venlo stapte ze uit de trein en liep het centrum in… Ik bleef wel nieuwsgierig naar wat ze deed. Soms zat ze s´middags op de terugweg al op de bank, bij het hek te wachten op de trein naar Eindhoven, bij de douane controle en de loc wisseling . De paspoortcontrole was altijd minder streng als ze er zat, daar vooraan. Veel grijze jonge mannen bleven buiten, in de buurt van het hek belangrijk staan te doen.
Het meisje zucht diep. Ik zie de conducteur van vandaag met de machinist praten. Ik noemde hem Michael. Op de een of andere manier zag ik in hem een joodse man en zijn blik en uitstraling en handelen deden me denken aan de hoofdpersoon van een boek wat ik ooit gelezen had. Stil, zwijgend, alsof er een wolk van zwijgen om hem heen hing. Hij heeft ogen die alles zien en die laten zien dat hij een vulkaan aan emoties is. Ik voel bij hem boosheid, ingehouden agressie. Ik moest vaak denken aan de Mossad, als ik hem zag. Zijn stem, zacht maar dwingend. Zijn ogen dwalen door de coupe als hij kaartjes controleert. Hij heeft vaste gewoontes. Hij controleert zelden de Nederlandse coupe. Hij staat er wel in de buurt, kijkt de mensen goed aan, alsof hij ze inschat. We kennen elkaar. Altijd een kort gesprek door een blik van herkenning.
Er komt een tweede conducteur bij. Die kijkt in de coupe, ziet het meisje liggen en ik vang een paar woorden op als hij aan Michael iets over het meisje vertelt. De machinist draait zich om en kijkt naar binnen. Hij legt lachend zijn hand op de schouder van Michael. Het meisje beweegt even. Die wijst onverstoorbaar op zijn klok, zonder iets te zeggen, de machinist holt naar voren, de fluit gaat en de trein begint te rijden. Met een droge tik gaan de deuren dicht. De schuifdeur zoeft open. Hij kijkt naar het meisje, aarzelt even en kijkt dan naar mijn kaart, knikt en loopt door. Ik sta op, pak mijn tas van het bagagerek om mijn kaart weer in mijn koffer te doen. Het meisje beweegt, rekt zich een klein beetje uit, gluurt door de stoelen naar hem. Ze maakt bijna geen geluid. Maar Michael, een eindje verder pakt, knipt het kaartje draait zijn hoofd naar ons en blijft net iets te lang kijken. Hij gaat verder. Het meisje zucht even, alsof ze even bang was en nestelt zich weer en gaat slapen.
De trein vertrekt uit Helmond. Ik hoor de deur opengaan en hoor de krachtige voetstappen van Michael. Hij controleert de kaartjes van een club luidruchtige jongens. Ik hoor Michael iets zeggen en de jongens zijn stil. Hij gaat naast mij zitten, werkt zijn boekje bij, staart een tijdje naar buiten en hij staat op. Hij loopt naar voren, tikt het meisje met zijn kniptang voorzichtig op haar blote dijbeen. Het meisje wordt kreunend wakker. Ze kroelt door haar haar, trekt haar kleren niet echt recht en vraagt met haar wat hese stem: conducteur, zijn we al in Venlo? Bedankt dat u me wakker maakt. Tja, sorry, ik heb vannacht niet geslapen, ziet U. Er valt een kleine stilte. Michael heeft niet bewogen. Mag ik Uw vervoersbewijs even zien, mevrouw? Klinkt het zacht, maar beslist. Het meisje schiet snel overeind, zoekt in haar tas, in haar jas, ze tilt haar heupen op en zoekt in de achterzakken, haar hand voelt zelfs achter haar bh. Oei, zegt ze. Oei. Ik heb de kaart vanochtend klaar gelegd toen ik onder de douche vandaan kwam. Ik heb gisteren een nieuw maandabonnement gekocht. Stom van me, gebeurd me nooit! Ik weet het nummer nog, want dat is twee keer mijn leeftijd.
Michael zegt niets en gaat naast haar zitten. Het meisje schuift aan de kant, gaat op haar eigen stoel zitten. Heel even kijkt hij me aan Zijn staalblauwe ogen glinsteren, maar zijn gezicht is leeg. Hij pakt zijn boekje, slaat een nieuwe bladzijde op. Hij zegt, zonder haar aan te kijken. `Dan schrijf ik even een retour voor U uit en als U binnen zeven dagen Uw nieuwe maandabonnement bij het loket laat zien krijgt U uw geld terug´ Opnieuw een zoektocht van haar handen door tas en jas en langs haar lijf. Ik heb ook mijn portemonnee op tafel laten liggen…. Ze kijkt me heel even aan en kijkt dan naar buiten. De gastank van Horst America vliegt voorbij. Ze kijkt weer naar mij. Ik zie in haar ogen wat ze denkt: het duurt nog lang tot Venlo. Michael scheurt het half ingevulde formulier uit zijn boekje, buigt zich voorover voor het meisje en gooit de prop in de prullenbak.
Het meisje begint uit zichzelf over haarzelf te vertellen. De kleur van haar hoofd is iets roder geworden. Haar vriend heeft het een paar dagen geleden uitgemaakt en ze heeft er vannacht voor de derde keer van wakker gelegen. Ze kan er nog steeds niet aan wennen alleen in dat koude bed, geen hand die over haar rug en door haar haar streelde….. Ze vertelt dat ze vandaag de trein van vijf voor drie terug moet hebben en dat ze de kaart morgen weer mee zal nemen. Michael kijkt even naar mij, glimlacht een fractie van een seconde, pakt zijn witte kaartje uit zijn borstzak. Hij glijdt langzaam met zijn vinger over het lijstje. Ik zie het been van het meisje tegen zijn knie bewegen. Hij kijkt haar aan en zegt na een paar seconden dat dat vandaag zijn laatste treindienst is. Dan kunnen we samen naar huis, naar Tilburg. Want….daar woon je toch, vraagt hij met een lach.
Het meisje kijkt heel even verbaasd. Haar ogen worden groot. Ze gaat rechtop zitten draait haar bovenlijf naar michael en zegt: prima, goed idee, dan kun je even mee naar mijn huis, mijn kaart zien en het nummer controleren.
Michael houdt even stil. Afgesproken, zegt hij. Hij bergt zijn boekje op, zijn schouder komt tegen die van haar. Hij pakt een oud treinkaartje uit zijn zak en een pen en vraagt haar om haar adres op te schrijven. Misschien missen we elkaar en dat zou jammer zijn. Het meisje´s mond valt heel even open van verbazing. Ze pakt de pen aan, kijkt hem in de ogen en schrijft het adres op. Michael beweegt zijn hoofd tot vlak naast dat van haar en kijkt mee. Ze geeft hem het treinkaartje. Hoe oud ben je eigenlijk, vraagt Michael. Het meisje reageert met ´mag ik er even door….ik moet even naar het toilet. Kun jij vast raden. Ze probeert verleidelijk langs hem heen te gaan, maar de trein schokt juist op dat moment even. Ze valt op zijn schoot. Hij pakt haar vast en helpt haar overeind. Hij kijkt haar na in het gangpad. Als ze de deur doorloopt pakt hij zijn boekje weer tevoorschijn, en schrijft snel het adres over op een nieuwe bon. Zijn hand glijdt in haar tas en…hij tovert een identiteitskaart tevoorschijn. Snel schrijft hij de gegevens over. Hij kijkt op, klapt snel zijn boekje dicht en staat snel op. ``Zeg maar tot straks`, zegt hij met een brede grijns tegen mij. ´Ik moet gaan omroepen´.
Het meisje loopt langs me, ziet de lege stoel, kijkt verbaasd naar mij en gaat zitten. Ik zeg namens de conducteur tot straks. Goedemorgen, klinkt het krachtig en vrolijk door de luidspreker. We naderen station Venlo. Dit is de treinnaar Monchengladbach en Keulen. Passagiers die doorreizen worden verzocht hun paspoorten gereed te houden. Dit is station Venlo. Even is het stil. Dan klinkt het: hier een bericht voor Erica….misschien ben ik een trein later. Wacht je me thuis op? Ze staat op en kijkt me vol verbazing aan. Ik kan een glimlach niet onderdrukken.
|