Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Juliaan Vandorne

Vendesi - Juliaan Vandorne

De zachte damesstem van zijn navigatiesysteem sommeerde hem via zijn autospeakers om de volgende afslag te nemen richting Arnhem. Hij volgde trouw haar advies op en stuurde zijn imposante BMW naar rechts. De achtcilinder liet zich nauwelijks horen maar des temeer voelen toen hij gas gaf om een andere auto vóór te zijn. Dat zat nu eenmaal in zijn aard die renpaardenmentaliteit. Dat had hem gebracht tot wat hij nu was, een succesvolle Manager Marketing & Sales van een groot internationaal concern. Hij had ervoor moeten vechten maar uiteindelijk had zij benoeming plaatsgevonden, nu zo’n drie jaar geleden.
Opvallend vond hij het wel dat nu hij eenmaal de gedroomde functie had, hij er minder plezier aan beleefde dan hij gedacht had. Hij miste de vertrouwelijke praatjes met zijn collega’s toen hij nog maar gewoon verkoper was en was daardoor eenzamer, maar overal hangt een prijskaartje aan en hij keek trots rond in de luxe auto.
De stem van de navigatie loodste hem van de snelweg af en toen hij op de rechte landweg zoefde moest hij denken aan zijn ontevredenheid die hij de laatste tijd voelde. Het leek soms of het werk hem geen voldoening meer kon geven. En hij was zo gearriveerd en had zoveel aanzien waarvan hij inmiddels wist dat dit alles te maken had met zijn hoge positie.
Op de radio zong Ramses Shaffy dat men hem moest laten en dat klopte wel met zijn gevoel van de laatste tijd. Hij wilde iets doen voor zichzelf.
Zijn gezicht vertrok bij de gedachte aan zijn reisdoel van vandaag. Een strategische meeting !!
Hij had er al een paar meegemaakt en ze hadden hem niet kunnen bekoren. Een groot deel van de top van het bedrijf waren omhooggevallen amateurs die meer eelt op hun ellebogen hadden dan verstand in hun hoofd. Het was hem nog niet gelukt om daar niet na een of soms twee dagen vergaderen, gefrustreerd vandaan te gaan.
Ook nu zou het wel weer zo aan en de wens om ergens anders heen te rijden bekroop hem toen de navigatiedame hem gebood om weer rechts te gaan e hoewel hij het weggetje wel erg verdacht vond, vertrouwde hij blindelings op het systeem dat hem nog nooit in de steek had gelaten. De bijeenkomst zou plaatsvinden in een verbouwde boerenhoeve dus dit smalle weggetje wekte geen verbazing. De brede limousine had meer moeite met de beperkte breedte van de weg dan de oneffenheden. Hij dacht terug aan zijn eerste auto, zelf gekocht, een Fiat Punto. Er kwam een glimlach op zijn gezicht toen hij terugdacht aan het kleine maar wel fijne autootje, tóen al bijna 10 jaar oud.
Hij vroeg zich af wat de secretaresse van de hoofddirectie nu weer verzonnen had om de twee geplande dagen een beetje redelijk door te komen. Doorgaans had alles een hoog golfgehalte en was het diner in Franse stijl mét pianomuziek. Misschien was er nu eens wat anders.
Zijn BMW begon hier en daar takken te raken zo smal werd het weggetje en net toen hij begon te twijfelen aan de juistheid van de informatie uit zij navigatiesysteem, zag hij een pijl staan met de naam van de boerenhoeve en haalde hij opgelucht adem, hij had een hekel aan te laat komen en een aantal cynische collega’s uit de holding zouden hem twee dagen pesten met zijn luxe systeem in de auto.
Hij stuurde de lange glimmende neus van de lease-auto door een zo mogelijk nog smaller paadje naar uiteindelijk een pen, zonnige plek, midden in het bos. Maar er was alles behalve een boerenhoeve. De dame meldde evengoed dat de plaats van bestemming was bereikt en wenste hem nog een prettige dag. Hij keek rond en zag niets dan groen en bomen. Wel mooi, dat wel, maar hij had nou niet bepaald het idee dat de meeting in de openlucht zou plaatsvinden.
Hij stapte uit en terwijl een akoestisch alarmpje meldde dat hij zijn lichten nog aan had staan liep hij de open plek op en keek rond. In eerste instantie zag hij niets wat op een hoeve leek en het was er doodstil. Hij liep terug naar de auto en draaide het contactslot om zodat het signaal uit de auto als laatste geluid verstomde.
Hij keek nog eens rond naar de mooie natuur die de open plek omzoomde en toen hij wat begon te lopen rook hij ook de geur van een dennenbos.
Toen hij een mansbreed paadje in sloeg zag hij een vrouw op een bankje zitten, een meter of tien verderop. Hij wilde roepen maar de stilte van het bos maande hem om ernaar toe te lopen. Ze was vlot gekleed en toen hij vermoedde dat het de organiserende directiesecretaresse was stond ze op en draaide zich naar hem toe. Ze was het niet maar zijn adem stokte. Hij herkende de trekken van zijn vrouw en tegelijkertijd die van zijn moeder en zonder te weten wie voor hem stond kwamen er wat vage geluiden uit zijn keel. Het was niet écht zijn vrouw maar ze leek er wel op en hij was danig onder de indruk van haar schoonheid.
Toen hij een beetje bekomen was, vroeg hij naar de boerenhoeve die hij zocht, in de veronderstelling dat zij een onderdeel van het programma vormde.
Ze lachte en nam zijn had beet en trok hem zachtjes achter haar aan en hij volgde gedwee aannemende dat zij hem naar de goede plek bracht.
Hij kon zijn ogen niet van haar af houden en omdat de gelijkenis met zijn vrouw én moeder zo treffend was voelde hij zich niet beschaamd voor deze bewondering. Hij meende zelfs de parfum van zijn vrouw te ruiken en na een minuutje lopen kwamen ze aan bij een grote houten poort. Het leek wel een oude poort van een kasteel, zo groot was het en voor dat hij iets verder kon vragen ging de dubbel zware deur langzaam pen en de zonnestralen die als eerste door de opening kwamen waren feller en helderder dan die van ervóór.
Toen de opening zich helemaal ontvouwd had liep hij een beetje brutaal naar binnen en hij voelde hoe zij zijn hand losliet. Toen hij omkeek was ze verdwenen, zonder iets te zeggen.
Toen zijn ogen een beetje aan het zonlicht gewend waren zag hij een schitterend landschap dat een gevoel van herkenning gaf. Het leek wel Italië, met name de heuvels van Umbrië.
Dat kan helemaal niet, dacht hij bij zichzelf en hij lachte om deze dwaling, maar zijn lach verstomde toen hij een tweetal mensen zag lopen een eindje verderop. Nu was het wél duidelijk zijn vrouw en hij wilde roepen maar zag daar snel vanaf toen hij de persoon herkende die naast haar liep. Dat was hijzelf !!
Hij wreef in zijn ogen om te testen of hij het wel allemaal zo goed zag. Hij herkende de kleren die hij vaak droeg als ze op reis waren in hun droomland Italië, het land waarover ze zo vaak mijmerden om daar te gaan wonen. Misschien als hij met pensioen zou gaan over een jaar of tien. Plotseling zag hij dat ze voor een graf stonden en met gebogen hoofd in stilte verder liepen. Hij wilde weer roepen maar de gedachte om naar zichzelf te roepen was hem te gek al kon hij nog steeds niet geloven wat hij zag.
Toen het paar een stuk uit het zicht verdween kon hij zijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken en liep met een snelle pas naar de grafsteen die de felle zon weerkaatste. De bloemen op het graf waren vers, waarschijnlijk zojuist door hen neergelegd.
Hij las wat er op de steen stond en voelde het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. Hij vermoedde dat hij zó wakker zou worden uit deze droom want tot zijn ontzetting las hij zijn eigen naam én geboortedatum op de steen. De sterfdatum lag in de toekomst, een viertal jaren later dan nu, althans dat dacht hij, want de twijfel nam toe.
Plotseling wist hij niets anders te doen dan te gaan rennen, eerst achter het paar aan dat inmiddels totaal verdwenen was, toen in het wilde weg over de glooiende velden. Hij voelde de warme zon steken en hij begon te transpireren, het was hier écht warm.

Hij begon paniekerig richting een blauwe wolk te lopen die hij zag hangen op een meter boven het weiland en hij vermoedde daar de plaats waar hij vandaan kwam.
Omdat hij geen alternatief zag liep hij zó de wolk in en voelde het killer worden en toen hij zijn ogen weer pende stond hij oog in oog met de dubbele koplampen van zijn BMW. Het leek wel of de auto gemeen grijnsde terwijl hij eerst altijd vond dat de auto stoer keek. Hij keek niet meer om en nam plaats achter het stuur en startte de motor, zette de automaat op ’R’ en gaf zoveel gas dat de auto een kwartslag draaide. Hij hijgde zwaar en stuurde de limousine door het smalle paadje richting waar hij vandaan gekomen was. Het navigatiesysteem was ook danig van slag en de dame sprak nu Italiaans en adviseerde hem om rechtdoor te rijden. Hij keek op het schermpje en zag 1625 kilometer staan op het nog te rijden traject. Technische storing, dacht hij en reed wild terug naar de geasfalteerde landweg en stoof daar met zo’n 180 per uur overheen.
De Italiaanse stem meldde dat hij de maximale snelheid overschreed en hij kalmeerde wat. Eenmaal weer op de grote weg kon hij zijn gedachten weer ordenen en hij meende toch dat hij op de een of andere manier geroomd had of nóg droomde.
Hij kneep in zijn arm maar de pijn overtuigde hem geenszins en hij probeerde zich alles te herinneren, maar het lukte nauwelijks.
Hij wist niet waarom maar toen hij weer in bekend gebied geraakte besloot hij om naar huis te gaan en zou zich later ziekmelden bij het bedrijf. Zó kon hij niet gaan werken.
Bijna thuis kon hij zij hoofd een beetje intomen en kon hij zij gedachten ietwat ordenen. Hij dacht aan de spaarcenten op de bank die door een erfenis een flinke boost hadden gehad en zijn nakende pensionering wel met een jaar of twee zou kunnen vervroegen. Maar net niet genoeg, bedacht hij toen de BMW de oprit van zijn huis opdraaide. Hij zag zijn naam en sterfdatum weer voor zich zoals die op de grafsteen stond. Vóór hij uitstapte haalde hij diep adem en liep naar de voordeur. Aan de aanwezigheid van de kleine auto die naast de BMW stond wist hij dat ze thuis was, zijn vrouw.
Hij draaide met de sleutel de voordeur open en riep haar naam naar binnen. De verbazing in haar stem was duidelijk hoorbaar en de glimlach op haar gezicht toen ze de trap af kwam was dezelfde die hij bewonderde een week later toen ze in een Italiaanse lentezon voor een gerestaureerd woonhuis stonden met het bordje “Vendesi” in zijn hand.

Vendesi © Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Juliaan Vandorne