Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2014  Juliaan Vandorne

Lichaamstaal - Juliaan Vandorne

Alle aspecten van een wervende vakantiefolder waren voelbaar aanwezig op de avond dat ik met mijn gezin aangeschoven was in een lokale pizzeria in de buurt van Luca, waar we met volle teugen genoten van de geuren en kleuren van dit mooie stukje Italië. Idyllisch, met onze zoon Dion en dochter Kim van 14 en 12 jaar, mijn vrouw Tineke en ik goedgebruind en ontspannen, vormden we een beeld dat direct de gelamineerde folder in kon. Tineke had een flinterdunne zomerjurk aan met een voor haar doen diepe decolleté waardoor ik nog verliefder op haar werd dan ik al was.
De muggen werden op afstand gehouden door een aantal blauwe lampen van de eigenaar en zo was de avond perfect en compleet.
Onze pizza’s waren nog maar net gebracht toen er krakkemikkige Fiat 600 voor de pizzeria stopte.
“Kapotte uitlaat”, wist zoon Dion meteen.
Ik keek over de lage heg en mijn goeie zin kreeg een danige deuk toen een Mexicaans uitziende man uit het vehikel klom en direct zijn gouden tand toonde middels een brede glimlach. Dat Mexicaanse kwam doordat zijn schouder behangen waren met doeken en sjaaltjes die hij met grote stelligheid aan ons wilde gaan verkopen. Verder leek het gewoon een Italiaan.
Mijn dochter keek reikhalzend naar zijn koopwaar, maar ik breed voor haar zitten en toen de man het terras op kwam lopen ging ik met mijn hand beschermend langs mijn hoofd de olijven op mijn pizza zitten tellen.
Met een serene kalmte liep de koopman echter direct naar een tafeltje achter op het terras waarvan wij de nationaliteit op Duits hadden geraden. Ik slaakte een zucht van verlichting, maar zag dat ook Tineke en Kim de man nakeken om de handelswaar te keuren.
“Wat doen ze ?” vroeg ik zacht.
“Ze?’, zei Tineke.
“Ja, die Duitsers”, siste ik.
“Pap!”, riep Kim zacht en ik zag dat ze zich weer eens voor haar vader geneerde.
Dion was volop met zijn Pizza bezig en ik besloot hetzelfde te gaan doen. Tot mijn opluchting liep de koopman, nadat hij enkel sjaaltjes aan de Duitsers had verkocht, met dezelfde kalmte het terras weer af, stapte in zijn Fiat en reed luidruchtig weg.
“Toch wel mooie sjaaltjes”, mijmerde Kim.
Dion had één oog voor zijn pizza en het andere voor wat giechelende Italiaanse schonen in de dop.
Tineke lachte en legde haar hand op mijn arm.
“Hij is weg …”, zei ze kalm.
Op de een af andere manier was mijn avond een beetje in de war gebracht en wat me eigenlijk het meeste frappeerde was dat de verkoper, de ‘Vuolcomprar’ zoals de Italianen ze noemen aan ons niets aangeboden had. ‘Vuolcomprar’ wil zoveel zeggen als ’Wilt-u-kopen’, maar dat bleef ons gek genoeg bespaard.
De verdere avond kon ik mijn ogen niet van Tineke afhouden en de kinderen babbelden druk over de slecht werkende WIFI waardoor gebruik van sociale media niet of nauwelijks mogelijk was. Het feit dat de koopman zo specifiek naar de Duitser was gegaan had ik afgedaan met het feit dat ze de doeken waarschijnlijk al eerder besteld hadden.
Toen we een dag of wat later onszelf wilden verwennen met de wat meer klassieke Italiaanse keuken, bevonden we ons in een romantische binnentuin van een restaurant waar voornamelijk Italianen druk gesticuleerden, aten en dronken. Mijn illusie dat hier geen kooplui zouden komen werd snel de bodem ingeslagen toen we kapotte uitlaat van de Fiat direct herkenden.
Dezelfde koopman kwam met dezelfde mediterrane rust de binnenplaats in gelopen en liep daarna wat rond zonder dat iemand hem wenkte. Net toen het leek alsof hij de moed opgaf liep hij naar een tafel met een tienerdochter. Na wat showen en onderhandelen trok de vader zijn portemonnee en betaalde voor de door zijn dochter uitgekozen sjaaltjes waarna de koopman rustig naar zijn Fiat liep die weer luidkeels aangaf dat de Vuolcomprar weer wegreed.
Terwijl Kim en Tineke de mooie kleuren van de sjaaltjes bespraken en Dion zijn hormonen in toom moest houden toen een jonge volbloed Italiaanse voorbij kwam wiegelen, piekerde ik me suf waarom de koopman niet naar ons toe was gekomen.
Ik overdrijf als ik zeg dat ik naar een nieuwe ontmoeting uitzag met de koopman, maar toen we weer een paar dagen later in een buitenrestaurant op het Piazza dell'Anfiteatro lekker aan het eten waren en Kim uitriep: ”Pap, daar is ie weer!”, maakte ik me op voor een nieuw staaltje verkooptechniek van de immer lachende Italiaanse verkoper. Dat hij Italiaans was en niet Mexicaans had ik inmiddels wel vastgesteld, maar van zijn verkooptechniek snapte ik nog steeds geen snars.
Weer liep hij, zijn doeken schikkend, rustig rond en even meende ik dat onze blikken elkaar kruisten, maar ik zag geen spoor van herkenning dat hij ons eerder gezien had. Doelgericht liep hij naar twee tafels, verkocht een aantal doeken, rekende af en vertrok weer in zijn lawaaierige oldtimer Fiat.
“Morgen zijn wij aan de beurt”, wist Dion met veel gevoel voor marketing.
Ik knikte, maar wist niet waarom.
De dagen daarna werden de sjaaltjes een dankbaar gespreksonderwerp waarbij Tineke en Kim de mooie kleuren bespraken en Dion de dames verzekerden dat ze nog wel een kans zouden krijgen om ze te kopen. Ik probeerde zo goed en kwaad als het kon neutraal te blijven.
Toen we weer eens uit gingen eten op het plein was de teleurstelling groot toen de koopman helemaal niet kwam opdagen. De dames gingen er zelfs langzamer van eten.
“Ik wil hier nooit meer eten”, pruilde Kim en zelfs Dion leek teleurgesteld.
Breedvoerig bespraken Kim en Tineke de mooie kleuren van de sjaaltjes en een bepaalde kleur had zelfs beider voorkeur gekregen. Dion en ik lieten met regelmaat onze wenkbrauwen omhoog gaan, maar we zeiden wijselijk niets. Mannentaal is vaak zwijgen.
De avond was verder leuk en gezellig, maar ergens werd er een gemis gevoeld.
De dagen daarna bleven de doeken een regelmatig terugkerend onderwerp en in sommige straten zochten we zelfs een beetje naar de koopman.
De opluchting was evenredig groot toen hij toch weer opdook op een van de laatste avonden van onze vakantie. We hadden weer een terras uitgekozen op het Piazza dell'Anfiteatro en omdat de vakantie teneinde ging probeerden we extra te genieten van het ‘dolce far niente’.
Kim keek halsreikend naar de man die rustig in het midden van het plein ging staan en zijn marktplaats als een veldheer overzag. Ik keek om en toen onze blikken elkaar kruisten wist ik meteen dat de deal gesloten was. Hem wenken was totaal overbodig.
Met een rustige pas liep hij op ons tafeltje af en spreidde de doeken in een waaier op onze tafel.
Hij lachte zijn gouden tand bloot terwijl de dames hun eerder gekozen favoriet kleur aanwezen.
Dion lachte breed toen ik afrekende en keek met ontzag naar de Vuolcomprar.
Ik realiseerde me hoe bizar belangrijk lichaamstaal eigenlijk is.
Vriendelijk lachend en buigend nam hij afscheid van ons, liep naar zijn oude fiat en reed knetterend weg, mij achterlatend met een mengeling van verbazing en bewondering.

Lichaamstaal © Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2014  Juliaan Vandorne