Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Juliaan Vandorne

Topolino - Juliaan Vandorne

Peter lag na een heerlijke mediterrane lunch, doordrenkt met koele witte wijn, een beetje te doezelen in zijn hangmat toen hij door zijn luie oogharen Erik in zijn richting zag komen lopen.
Daar ging zijn siësta rust. Kreunend liet hij zich uit de hangmat rollen. Hannie keek verbaasd op van haar Italiaanse roddelmagazine omdat haar man normaal een uurtje of wat onder zeil was.
Peter wees met zijn hoofd naar de naderende Erik en keek veelbetekenend naar de heldere blauwe lucht
‘Kan hij nou ooit eens zichzelf een beetje vermaken?’ siste ze.
‘Buongiorno,’ klonk het vrolijk.
Je kon het hem eigenlijk ook niet kwalijk nemen. Erik stond er een beetje hulpeloos bij met zijn magere pigmentloze donkerrood behaarde lijf.
‘Wil je iets drinken? Waar is Sandra?’, bromde Peter.
‘Dat zijn twee vragen,’riep Erik.
Hannie zuchtte en liep de stacaravan in.
Peter en Hannie gingen al jaren op rij naar Italië op vakantie, naar deze camping alweer vijf jaar, waarvan dit het tweede jaar was zonder de kinderen. Hun dochter was backpacking in Azië, de zoon was met vrienden naar Hongarije. Zo ging dat.
Vorig jaar waren ze nog met z’n tweetjes hetgeen een aparte ervaring was. Relaxed, maar ook wat stil. Dit jaar hadden ze besloten om Erik en Sandra mee te vragen.
Ze waren zich er terdege van bewust waar ze aan begonnen want ze kenden elkaar per slot van rekening al vanaf de middelbare school.
Peter rekte zich uit en strekte zijn tweeënvijftig jarige buikje waardoor de witte plooien zichtbaar werden omdat de zon niet had kunnen bereiken. Het gaf ook aan in welke positie hij vaak in de zon zat. Met een pilsje.
Erik keek schamper naar de bierbuik die hij waarschijnlijk nooit zou krijgen, niet omdat hij geen bier dronk maar omdat hij alles in buitenproportionele hoeveelheden kon eten en drinken zonder maar een gram aan te komen. Lekker gemakkelijk.
‘Kom draadnagel, ga zitten, ik zie Sandra ook al komen,’ zei Peter toen hij de mollige echtgenote van zijn vriend aan zag komen waggelen. Zijn Hannie had voor haar leeftijd een perfect, bijna meisjesachtig figuur waardoor ze alle soorten bikini’s kon dragen en veel lof oogstte van de loerende Italiaanse mannenogen.
Peter was daar maar al te trots op en schaamde zich vaak dat hij zelf niet in staat was om zijn lichaam in betere conditie te houden.
Even later zaten ze gevieren aan de wankele campingtafel onder de voorluifel van een stacaravan ergens in de buurt van Terni, Umbrië, Italië.
‘Zo,’ zei Peter, ‘daar zitten we weer.
Hannie was prachtig egaal bruin en zat gewoon weer mooi te wezen. Sandra was te dik en kleurde hooguit lichtrood en dat alleen op haar hoofd, schouders en machtige decolleté. De rest verbleef doorgaans in de schaduw. Evengoed was ze een lieve meid. Een héél lieve meid.
‘Wat zouden de dames ervan zeggen als wij mannen eens een uurtje of wat op pad gingen?’ opperde Peter. Sandra was nog te slaperig en Erik keek even neutraal als altijd. Alsof hij per ongeluk de verkeerde filmset was opgestapt.
Hannie snoof zachtjes lucht door haar neus en dat betekende dat ze haar partner doorhad.
‘En dan naar die ouwe brik kijken zeker?’ lachte ze met een ondeugende trots op haar gezicht omdat ze hem telkens zo goed kon doorgronden. ‘Maar mag het na achtentwintig jaar intens huwelijk?’
Peter kon niets anders doen dan glimlachen. Hij genoot op dit soort momenten van zijn vrouw. Het liefst zou hij haar een uurtje of wat mee de caravan in nemen, maar daar was het toch wel te warm voor en deze pottenkijkers gingen voorlopig niet weg.
‘Ik heb je gisteren wel horen kwebbelen met Cesare, ik kan het niet goed spreken, maar verstaan lukt me nog wel,’ lachte Hannie en trok Peter aan zijn oorlelletje.
Erik was nog steeds bewegingsloos en Sandra was zich nog aan het oriënteren.
Cesare was de Italiaanse eigenaar, kok, reparateur en gangmaker op de camping. Peter kon zich na zeven jaar Volksuniversiteit redelijk goed verstaanbaar maken in het Italiaans waardoor er een hechte band tussen hen was ontstaan. Gisteren hadden ze veel gelachen, over voetbal en oude auto’s gestecheld en aan het einde van de avond had hij Peter een adres in zijn oor gefluisterd waar wel eens antieke auto’s te koop staan. Nu was en bleef Cesare een Italiaan waarvoor je altijd op je hoede moest zijn, maar gewoon gaan kijken kon natuurlijk geen kwaad.
‘Kom Erik we gaan,’ riep Peter toen de koffie op was.
‘Maar je laat wel mooi de portemonnee thuis ... gewoon kijken,’ riep Hannie, dit keer serieus kijkend.
‘Ik haal er alleen wat kleingeld uit om onderweg mogelijk iets te drinken. Goed?’ vroeg Peter terwijl hij de caravan inliep.
Hij ritste snel een briefje van 50 Euro uit de roodleren portemonnee en stak zie in de steekzak van zijn korte broek.
‘Kom Erik, we gaan…’
Erik nam een laatste slok van zijn koffie en volgde zijn vriend gedwee.
Hannie keek verliefd naar haar man die haar in al die tijd nog nooit verveeld had. Toen ze in de open mond van een gapende Sandra keek, realiseerde ze zich dat ze het liefst met de mannen was meegegaan.
‘Nog koffie?’
Sandra knikte.
Zo kwam het dat Peter in hun middelgrote gezinsauto met airco naast vriend Erik op zoek ging naar de door Cesare aangeduide plaats. Het waren contadini had hij er waarschuwend bijgezegd en Peter wist wat dat betekende. Mensen van het boerenland zijn altijd wat moeilijk te doorgronden, ook hier. Hier in Umbrië misschien wel extra.
Hij had zijn teenslippers nog aan en moest daardoor wat extra aandacht geven aan de bediening van zijn pedalen.
‘Kijk jij even uit naar de Strada...eh, godverdomme hoe heette die nou alweer. Had ik het maar opgeschreven…’
Erik zat er altijd een beetje ongemakkelijk bij, nooit echt ontspannen en ook nu verried zijn houding een sluimerende spanning.
‘Ik heb het adres niet verstaan,’ zei hij ogenschijnlijk kalm, ‘maar was het niet net voorbij het pompstation van Agip en heette de man geen Campagnolo… dan is het daar!’ Hij wees met zijn magere wijsvinger naar een oud en vervallen pand met twee benzinepompen ervoor.
‘Heb ik je tenminste niet voor niets mee genomen,’ lachte Peter en hij sloeg zijn vriend op zijn benige schouder.
Peter stuurde de auto het grote erf op en het viel direct op dat het er erg stil was. Ze stapten uit en Peter voelde de lome middagwarmte over zich heen komen.
Onder een gammel ogend afdak zat een oude man onder zo een hoed te slapen.
‘Permesso?’ probeerde Peter eerst wat zacht.
De grijsaard richtte zich plots op en keek verstoord vanonder zijn hoed die minstens even oud leek als hij.
‘Si,’ kraste hij en lachte een reeks gele tanden bloot.
Erik stond op gepaste afstand schuin achter zijn vriend. Italiaans was voor hem abracadabra en op Italianen had hij het niet. Gluiperige boeventronies hadden ze. Hij had wel respect voor zijn vriend Peter die ogenschijnlijk moeiteloos Italiaans sprak en nergens bang voor was.
De oude man keek met oude slaapoogjes naar de onverwachte bezoekers.
‘We komen kijken naar wat oude auto’s als dat mag,’ riep Peter in zijn beste Italiaans met een geluidsterkte die een eventuele doofheid van de oude man ten goede zou komen.
De grijsaard maande tot iets minder herrie met zijn hand. Het was nog einde siësta en blijkbaar was hij ook nog niet doof.
‘Scusi,’ zei Peter nu veel gedempter.
De oude man was gekleed in weliswaar oude en ook ouderwetse kleren, maar ze toonden evengoed een netheid, een bijna zondagse netheid. De dunne stropdas zat strak aangetrokken op een licht smoezelig overhemd waarover een glimmende gilet met een wollen colbertje.
Het leek allemaal wat veel voor de hoge buitentemperatuur, maar de man zag er niet naar uit dat hij veel transpireerde. Strak voor zich uit kijkend riep hij iets naar achteren dat op een naam leek.
Na enkele minuten verscheen een klein, compact vrouwtje dat vriendelijk lachend haar handen afdroogde aan haar schort. Ze kon een dochter zijn van de oude man, een zuster, een echtgenote of misschien wel een nicht. Er was geen peil op te trekken. Ze oogde in ieder geval vriendelijk.
‘O, u komt voor de Topolino? ‘vroeg ze.
Peter knikte en Erik observeerde.
Ze maakte een gebaar met haar pezige armen en liep richting de achterplaats. Daar aangekomen toonde zich onder een fijn laagje stof een Topolino Giardiniera, groengrijs van kleur en aan de zijkanten bezet met houten paneeltjes met lichthouten biesjes. Peter voelde zijn hart in zijn keel kloppen.
‘Dat isie!’ siste hij richting Erik die zijn wenkbrauwen fronste en op zijn onnozelst naar de oldtimer keek.
‘Welk jaar is hij?’ vroeg Peter aan de vrouw.
‘Momento…’ zei ze en liep terug naar de oude man. Even later kwam ze terug met een vergeeld document dat ze aan Peter toonde.
Zijn hart juichte toen hij het jaartal zag staan dat precies overeenkwam met zijn eigen geboortejaar. Dit was hetgeen waar hij al jaren naar zocht. Een Italiaanse oldtimer van zijn eigen geboortejaar. Hij had de toonhoogte van zijn stem niet onder controle toen hij het oude document aan Erik toonde en de tekst vrij vertaalde. Erik floot tussen zijn tanden hoewel hij niet dezelfde emotie voelde als Peter.
Peter werd een beetje misselijk van opwinding.
‘Wat kost de auto?’ vroeg Peter met een droog wordende keel.
De vrouw haalde haar korte schouders op en riep iets korts richting de houten tussendeur en opvallend snel stond de oude man op de binnenplaats.
Hij overlegde wat in een voor Peter onverstaanbaar dialect met de vrouw. Even later bracht zij verslag uit.
‘De auto is eigenlijk helemaal niet te koop?’ zei ze langzaam. Een ver familielid zou de macchina een dezer dagen op komen halen voor een onderhoudsbeurt. Die zou dan tevens kijken of de auto nog wel repareerbaar was en geschikt voor het huidige verkeer.’
Peter vreesde dat zijn mechanische leeftijdgenoot hierdoor in verkeerde handen zou vallen.
‘Ik wil de auto kopen,’ liet Peter zich ontvallen.
De wenkbrauwen van de oude man gingen omhoog en hij keek zoals alleen Italianen dat kunnen. De vrouw keek al even neutraal als Erik.
‘Je hebt toch helemaal geen geld bij je?’ vroeg Erik praktisch.
‘Nee…,’ fluisterde Peter, ‘maar misschien kan ik hem wat handgeld geven…’
Erik haalde zijn schouders op. Hij keek naar de oldtimer en raakte toch wel steeds meer onder de indruk van de stoffige en nagenoeg roestvrije schattige autootje.
De oude man prevelde wat in zichzelf en riep plotseling: ‘Tienduizend.’
Peter schrok, evenals Erik die duizend Euro al veel had gevonden voor dit nostalgisch brikkie.
‘Dat moet ik met mijn vrouw bespreken,’ riep Peter niet geheel overbodig.
De oude man draaide zich om, mompelde iets en liep terug naar zijn rustplekje.
‘Wat zegt hij?’ vroeg Peter aan de vrouw.
‘Dat hij dan weg kan zijn,’ zei de vrouw luid en duidelijk.
Peter voelde het briefje van vijftig in zijn broekzak, haalde het eruit en toonde het aan de vrouw.
‘Handgeld voor vierentwintig uur, ok?’
De hoofdknik van de vrouw en haar grissende handbeweging waren optimaal op elkaar afgestemd en even later reden Peter en Erik weer richting camping.
‘Dit is een geweldige buitenkans,’ riep Peter terwijl hij voorzichtig het terrein op reed.
Hannie luisterde geduldig haar het opgewonden verhaal van Peter. Sandra was al lang blij dat haar Erik er helemaal niet bij betrokken was en gaapte maar weer eens. Toen Peter klaar was keek Hannie haar man indringend aan.
‘Je wilt me toch niet vertellen dat je hier naar toe gekomen bent om te vragen of ik het er mee eens zou zijn dat je een oude Italiaans brik koopt voor tienduizend Euro?’ vroeg ze spottend.
Peter knikte langzaam en kon alleen op een ingetogen medeleven rekenen van Erik, Hannie was onverbiddelijk. Onder geen enkele voorwaarde. Ze deed niet eens moeite om haar standpunt toe te lichten. Peter was eigen niet eens echt verrast omdat hij deze reactie wel verwacht had. Ze hadden nog tientallen zaken in deze prijsklasse op hun gezamenlijke lijstje staan die ze eerst zouden aanschaffen. Hij besloot om morgen terug te gaan om zijn handgeld terug te innen.
Die nacht was hij al tientallen malen het boerenterrein afgereden met zijn stoffige leeftijdgenoot op weg naar een stalling in Nederland. Hij zou de blits maken op iedere oldtimertentoonstelling.
Hannie maakte een ruw einde aan zijn droom door hem aan te stoten omdat hij te hard snurkte.
De volgende dag reed hij met Erik weer richting de boerenhoeve van de famiglia Campagnolo.
De oude man glimlachte ietwat toen hij de Nederlanders zag komen aanlopen in hun vakantieoutfit.
Gelaten hoorde hij hun verhaal aan en hij besefte dat een eventuele aanschaf van de oude auto er niet in zat.
Hij knikte instemmend en realiseerde dat ook buiten Italië de macht van de vrouw groot en onaantastbaar was.
Peter vroeg netjes aan de oude man zijn vijftig Euro terug en wilde de zaak zo snel mogelijk achter hem laten.
De oude man riep de vrouw weer en vrij snel stond ze weer vlak bij de oude man en hoorde hem glimlachend aan.
‘Beh…,’ zei ze en keek naar de schaars geklede buitenlanders.
‘Wat zegt ze?’ vroeg Erik.
‘Dat we naar onze centen kunnen fluiten,’ siste Peter, ‘het handgeld is ervoor om een eventuele koop voorlopig vast te leggen. Nu we ervan afzien valt dat geld een de eigenaar.’ Peter wist in zijn hart dat ze gelijk had en de zin om hierover te discussiëren ontbrak bij hem.
Toen ze licht teleurgesteld weer naar hun eigen auto liepen ging de oude telefoon van de Campagnolo’s over. De oude man nam op.
Terwijl hij naar de donkerblauwe auto met knalgele kentekenplaten keek die langzaam het erf afreed, nam hij op.
‘Pronto?’
Zowel zijn mond als ogen glimlachten. Het was Cesare van de lokale camping.
‘Millenovecentocinquantatre…’ herhaalde hij langzaam. ‘Va bene.’
Hij liep naar binnen en selecteerde uit een stapeltje oude papieren met 1953 erop. Het geboortejaar van het volgende slachtoffer.

Topolino - Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Juliaan Vandorne