Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Juliaan Vandorne

Douce France – Juliaan Vandorne

Het prachtige vogelconcert wordt ietwat wreed verstoord door het geschuifel van Jacques over en door het grind, dat een verbinding vormt tussen de weelderige tuin en het huis.. Ik kijk op van mijn schrijfboekje en leg mijn pen neer. Over mijn zonnebril op lees-sterkte zie ik de oude Fransman zich voortbewegen naar iets waarvan hij zelf waarschijnlijk nog niet weet waar dat zal zijn. Jacques is ergens in de tachtig, maar zijn pezige postuur laat dat niet zien. Hij verzorgt de tuin om het grote oude pand uit 1850 midden in Frankrijk in de buitenwijk van Selles sur Cher. Jacques is samen met zijn vrouw Jacqueline - hoe krijg je het verzonnen - zo’n 40 jaar geleden weggevlucht uit Parijs. Weg van de toeterende auto’s rond de Arc de Triomph, weg van de stress en weg van de toen nog onbekende, maar inmiddels vertrouwde aanslagen in de hoofdstad. Hoe ze uiteindelijk met name in deze streek terecht zijn gekomen is me onduidelijk, maar dat kan evengoed liggen aan mijn gebrek aan vaardigheid in de ‘oh zo mooie’ Franse taal. Wel heb ik begrepen dat ze met drie kinderen hier een tijdje gewoond hebben, later ook nog met hun kleinkinderen.
Jacqueline overtrof ons direct toen we haar na aankomst vertelden sinds een jaar de trotse grootouders te zijn van een kleindochter. Zij had namelijk inmiddels een zevental kleinkinderen, waarvan de jongste alweer 12 was. Bazin boven bazin.
Zo’n vijftien jaar geleden, toen kinderen en kleinkinderen al even geen vaste bewoners meer waren van deze plek en deels zelfs teruggegaan waren naar dat hectische Parijs, hadden Jacques en Jacqueline het oude wijnmakershuisje achter in de tuin laten ombouwen tot een gîte met opvallend genoeg een echt Engels interieur. Een soort Franse cottage dus, vol met door Jacqueline zorgvuldig uitgekozen Brocante.
De 2 boekjes op het antieke bureautje met voornamelijk mooie Engelse handschriften getuigden van een lange reeks mensen die dit rustpunt hadden gevonden, waarschijnlijk net zoals ik via internet.
Op zoek naar een weekje ‘wat anders’ dan vergaderen, mailen, autorijden, WhatsApp-en kwam ik uit op dit liefelijke huisje, midden in Frankrijk, amper 700 kilometer van huis, dus binnen een dag redelijk te rijden. Een weekje chillen was het plan.
De foto’s op de site beloofden een popperig aandoend huisje met een privé zwembad voor 2 personen en veel groen.
Toen we hier enkele dagen geleden aankwamen, bleek geen foto gelogen.
In een zéér rustige woonwijk hadden Jacques en Jacqueline onder de boeiende naam “Jacquiere”, prijkend in sierletters op de poort, achter hun eigen woning het kleine, maar gezellige huisje gecreëerd. Jacques kwam zich verontschuldigend de poort open maken zodat we de auto ‘binnen’ konden rijden. Ik was gezien het tijdstip in de veronderstelling dat hij gestoord was in zijn siësta, maar later begreep ik dat het voornamelijk aan een sleet op zijn gehoor lag dat hij ons niet aan had horen komen. Een gloednieuw plakkaat van de Engelse vlag op de zware houten poort deed vermoeden dat er vloeiend Engels werd gesproken, maar Jacqueline vertelde later in goed Frans dat zij dat verplicht waren geweest dat te doen van de tussenagent in Nederland. De praktijk was weerbarstiger, zoals zo vaak in andere niet-Engels sprekende landen met Nederland als uitzondering.
Mijn schoolse Frans bleek voldoende om de algemene hoffelijkheden af te handelen en alles in het huisje wees zich verder vanzelf. Jacqueline zei dat we ons moesten melden als we nog iets nog hadden en benadrukte nog maar eens dat het huisje én het zwembad uitsluitend voor ons was en ik zag ons al plonzend skinny-dippen, temeer omdat de weersvoorspellingen temperaturen van 36 graden en meer beloofden.
Toen we het huisje betraden werden we in eerste instantie een beetje onrustig van de hoeveelheid spullen en dat zou de dagen daarna niet veel minder worden. Jacqueline hield van Brocante, dat was wel duidelijk en een later door haar getoonde tussenvoorraad in een deel van hun eigen huis zorgde ervoor dat de samenstelling van deze spullen regelmatig veranderde.
Alleen al in de kleine woonkamer stonden 2 staande klokken, 14 (!) schemerlampjes, hingen er zo’n 20 nepschilderijtjes en verder nog een idioot aantal kleine dingetjes die mijn vrouw al snel onder prullaria schaarde, op zijn Brabants ‘ouwe bras’.
Toen we het huisje in ons hadden opgenomen, inclusief de cottage-achtige meubels en bed, werden we nogmaals op dezelfde proef gesteld met de kleine overkapping aan de zijkant van het huisje. Vol tafeltjes en stoeltjes was er zowaar nog een kleine bar in geplaatst waarachter een tiental oude blikken dozen stonden met allang uitgestorven merken en een scala aan glaasjes, op de kop hangend in roestige rekjes. Een tiental emaillen bordjes met o.a. France Soir erop maakten dat we na een week nog steeds nieuwe dingetjes zagen hangen zonder dat Jacqueline daar mutaties in had aangebracht.
Ondanks het feit dat Jacqueline doorgaans zich manifesteerde als een rap pratende Française lieten zij en Jacques ons echt volledig met rust zodat we feitelijk het gevoel hadden echt alles privaat in bezit te hebben. Geheel volgens de bedoeling en website-belofte.
Het duurde 2 dagen voordat de praktijk overtuigend niet loog over de beloofde privacy voordat ik bloot en wel de 36 graden trotseerde en ‘poedeltje’ ging zwemmen.
Ook het door mijn vrouw geopperde vermoeden dat Jacqueline mogelijk met een verrekijker op de loer lag, kon me niet tegenhouden. Heerlijk.
De hoge temperatuur weerhield ons ervan de omliggende kastelen te bezoeken zodat ons weekje zou gaan bestaan uit slapen, eten, drinken, lezen en zwemmen.
Je kon het slechter hebben.
Dat Jacques verantwoordelijk was voor de tuin bleek uit het feit dat hij ’s morgens vroeg al aan het sproeien was en de Brocante van Jacqueline met een flauwe glimlach afdeed als ware het een kinderhobby. Toch maakte hun relatie een stabiele indruk en dat mocht ook wel na een huwelijk van waarschijnlijk vijftig jaar of meer.
Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en vermoed een temperatuur van 38 graden en het is al bij vijf uur in de middag als Jacques al sloffend door het grind na een vriendelijk handgebaar nog maar eens gaat sproeien. Als uitzondering op de regel komt hij na zijn taak op me aflopen met de krant waarin maar weer eens een aanslag in Parijs staat vermeld.
Omdat ik op vakantie nooit kranten lees en geen nieuws volg, is dit bericht nieuw voor mij. Ik kijk met een ernstig gezicht naar de voorgehouden ‘Le Monde’.
“Pas ici ..”, krast hij en maakt een weids armgebaar alsof hij dit aardse paradijs in één beweging aan ons wil geven.
“Ici le soleil”, zegt hij, rekening houdend met mijn beperkte Frans, dat toch wel verder gaat dan dat van een gemiddeld Engels echtpaar waar hij de afgelopen 15 jaar meestal mee te maken heeft gehad.
Toen hij in de gaten kreeg dat ik hem op z’n minst redelijk kon verstaan, vertelde hij enige dagen geleden dat hij na de oorlog een maand in Nederland was geweest in een zogenaamde gezondheidskolonie in Hengelo omdat daar meer te eten was dan in het destijds schaars bevoorraadde Frankrijk en hij als klein manneke vel over been was.
“Comme un petite garçon…“ verduidelijkte hij me, zijn hand vlak houdend op een hoogte van een meter. In de lengte was en wel wat bijgekomen, maar zijn frêle bouw deed vermoeden dat Hengelo niet erg veel geholpen had.
Ook vertelde hij ooit gewerkt te hebben bij een dealer van DAF en dat hij nu al enige tijd gepensioneerd volledig relaxed de tuin bijhield en elke dag een beetje ‘werkte’.
Jacques had een opvallend glad gezicht voor zijn leeftijd met een dunne, goed bijgehouden snor. Dit werd gecompenseerd door zijn gekromde rug die enkel deze stand kende én het feit dat hij nooit zijn voeten optilde tijdens het lopen, meer slofte.
Ik had hem enkel en alleen nog maar gezien in een vlak onder de knie afgeknipte spijkerbroek, een wit T-shirt en donkerbruine loafers met grijze sokken. Geen combinatie waar Franse modeontwerpers warm voor zouden lopen, maar wel praktisch voor onze Jacques. Het paste bij hem.
Een opvallende uitzondering was die ene keer afgelopen zondag toen hij bescheiden plaats nam naast Jacqueline in hun opvallend nieuwe Austin Mini, gekleed in een sjiek, maar wel oud pak, waarschijnlijk onderweg naar een nette lunch buiten de deur.
Jacqueline was toen ook netter gekleed dan haar dagelijkse outfit die niet veel onder deed voor die van Jacques. Met een modieuze bril op haar neus reed ze behendig, heftig naar ons zwaaiend, naar hun bestemming, vast een mooi rustiek restaurant.
Ik vermoedde dat dit wekelijkse gebeuren en een welkome afwisseling was in hun monotone, maar zéér stressvrije bestaan.
‘Stress’ was een woord dat waarschijnlijk niet terug te vinden was in het lokale woordenboek, want het leek of hier niemand haast had, ook de honderden vogels niet.
Een eindje verderop was een haan waarschijnlijk met pensioen en lichtelijk aan het dementeren omdat zijn luide wake op de gekste tijden plaatsvond behalve bij zonsopgang.
Het paste in deze omgeving. Laissez faire …
Zoals gezegd waren we hier om te chillen dus paste ook alles bij ons en wekte het tempo en accuratesse waarmee Jacques een handje vol bladen spinazie uit eigen tuin voor hem en Jacqueline sorteerde en waste bij mij pure jaloezie op, me realiserend dat ik dát nooit zou bereiken, zeker niet deze week.
Toen Jacques me ook nog complimenteerde met de mooie auto die we bij ons hadden, werd ik wat verlegen. Ik zou hém moete complimenteren met deze manier van leven.
Rustig, beheerst, liefdevol en tevreden. Waar vond je dat nog ? Hier !
Met een sierlijk handgebaar en een welgemeende “Bonne journée” sloft hij weer terug het huis in waar hij soms bij afwezigheid van Jacqueline - die dan boodschappen is gaan doen - eerder dan normaal een gemakkelijke stoel induikt met zijn Franse krant. Wat een leven.
Mijn vriendin en echtgenote komt nu ons huisje uitlopen richting de druk ingerichte overkapping waar ik zit, met 2 glazen Ricard met koud water en ijsklontjes in haar hand en ik realiseer me dat ik dit heel erg zal gaan missen de volgende week als ik weer overspoeld zal gaan worden met e-mails, telefoontjes en dingen die gisteren hadden moeten gebeuren.
Waren we allemaal maar zoals Jacques en Jacqueline.

Douce France – Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Juliaan Vandorne