Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  Juliaan Vandorne

Overgave is nog geen opgave ... - Juliaan Vandorne

De herinneringen dwarrelen als een vulkanische asregen op me neer wanneer ik voor de door de tijd gehavende voordeur van mijn ouderlijk huis sta. De deur die ik vijftig jaar geleden met een harde dreun achter me dichttrok nadat mijn vader, te laf om verder te leven, zich opgehangen had aan een houten balk in het trappengat naar de kelder, waardoor mijn moeder vrijelijk naar het buitenland kon vetrekken met ‘Americano’, haar steenrijke Amerikaanse vriend die overal op de wereld wilde wonen behalve in Italië. Ik was achttien en hard op weg naar negentien toen een dikke streep werd getrokken onder mijn jeugd en ik veel te vroeg aan een slinkse volwassenheid begon die als een grove zigzagsteek zou uitmonden in een niet aflatende strijd tussen verleden en toekomst, zonder de essentie van de werkelijkheid van het moment ook maar enigszins te benaderen.
Het valt me op dat het hoekig ingekerfde hartje op de deur met mijn initialen nog steeds zichtbaar is onder de jarenlange bescherming van een groot aantal lagen vernis. De M is van mij en de E is van Elena, mijn jeugdliefde. Het staat nog steeds zo getekend alsof het pijltje van Amor óp het hartje ligt in plaats van er doorheen. Ik ben er nooit achter gekomen wie het in onze deur gekerfd heeft, maar het was een publiek geheim dat ik en Elena ‘op elkaar’ waren.
Deze voordeur was destijds voor mij van binnenuit een dankbare uitgang naar de vrijheid van het voetballen en keet schoppen met mijn buurtgenootjes terwijl de voorkant een zakelijke toegang was tot eten en slapen. Niet meer en niet minder.
Mijn ouders waren na mijn geboorte getrouwd zonder dat echt te willen, simpelweg vanwege het feit dat de bekrompenheid van een Italiaans dorp zoals het onze in de Apennijnen, dat nu eenmaal vereist als je de natuur haar speelse amoureuze gang hebt laten gaan. Zo kwam het dat twee jonge mensen hun toekomst vergooiden door een ondeugende slipper. Een miskleun die het verdere leven van mijn ouders, in het geval van mijn vader zijn dood, verder bepaalde. Ik was en bleef hun enige kind, tot grote ergernis van de beleidsbepalers van de machtige lokale kerk. De meeste buurtgenootjes kwamen uit kinderrijke gezinnen en ik werd moe van de vraag of ik geen broertjes of zusjes had. Als gezin waren we dus de grote dissonant van het dorp. Gehandicapt.
Als kind vermaakten we ons in het dorp lange tijd met het naspelen van heldenrollen uit series als Zorro en omdat de film ‘Il tulipane nero’ een jaar lang in het patronaatshuis draaide, werd Alain Delon mijn held die ik elke avond in de schemer naspeelde waarbij het te wijde witte overhemd van mijn vader tot ieders verbeelding sprak die de film had gezien.
Het was Elena die met natuurlijke bedoelingen mijn hormonenhuishouding activeerde en vervolgens in de war bracht. Ze was de dochter van de plaatselijke calzolaio die iedereen in het dorp afzette met zijn schoenreparaties, omdat hij wist dat de dichtstbijzijnde concurrentie zich op geruime afstand van het dorp bevond. Elena ontwikkelde zich al vroeg in alle aspecten van een jonge vrouw en had het opmerkelijk genoeg al snel op mij gemunt.
Dat enig kind Matteo iets met Elena had was een dankbaar onderwerp van de roddel bij de kapper waardoor het hele dorp wist van onze amoureuze activiteiten. In eerste instantie vond ik haar te opdringerig, maar toen mijn lichaam als eerste dit bezwaar liet vallen gaf ik toe aan haar zoete natte zoenen. Dit tot grote ergernis van mijn speelkameraadjes.
En zoals dat gaat hadden zij voor het steekspel op straat al snel een vervanger aangewezen en zo kwam het dat ik, het straatspel volledig negerend, de thuis zo zwaar ontbeerde genegenheid zocht en vond bij de ontluikende Elena.
Hoewel thuis de dorpsomroep ook al had geklonken, zwegen mijn ouders in alle talen over het voorval. Ze spraken er helemaal niet over en dat bevestigde voor mij maar weer eens mijn positie op hun aandachtslijstje en de pijn die dat teweeg bracht is eigenlijk nooit helemaal verdwenen.
Hoewel schuchter en vooral voorzichtig, was ik een normaal kind dat zich in de mini jungle van het dorp goed staande hield en zelfs bij de meeste leeftijdsgenoten een zekere heldendom verwierf.
Toch was er altijd een rem op mijn kind-zijn. Hoewel ik mijn mannetje stond en intens deelnam aan de spelvreugde van de kinderen in het dorp, lag er altijd een verlammende rem op het genieten. Was het de schaamte niet van ons onvolledige gezin, dan was het wel de vreemde rol van mijn vader zowel bij mij thuis als in het dorp. Men sprak erover en ook weer niet. Weer dat verdomde zwijgen. Mijn denken werd zo getraind in een permanente staat van zorg. Zorg over mijn moeder die hier dagelijks mee moest omgaan en zorg over mijn vader die steeds minder mijn vader werd. Mijn relatie met hem werd zo in de loop der tijd flinterdun. Ik leerde ermee omgaan. Maar de pijn bleef.
De weg naar huis was, na een intensieve strijd met de soldaten van dat vermaledijde leger van de andere kant van het dorp en later na de hartverwarmende vrijpartijtjes met Elena, meestal een lange lijdensweg naar de poort van eten en slapen. Bij het avondeten schitterde mijn vader vaak door afwezigheid. Niemand wist dan waar hij was. Na verloop van tijd wilde ik het niet eens meer weten.
Zo kwam het dat ik al compromissen sluitend en vrijend achttien jaar werd en het mijn oom was die mijn ouders ertoe dwong om een groot feest te geven dat in Italië zo traditioneel is wanneer je kind achttien jaar wordt.
Het hele dorp was verzameld op het plein dat overdreven de Piazza Garibaldi genoemd was en met een wagonlading aan eten en drinken dat uit een soort medelijden door alle mamma’s van het dorp was verzameld, werd mijn aan leeftijd gemeten adolescentie gevierd. Mijn moeder wist zich staande te houden in deze vloedgolf van warmte en vriendschap, maar mijn vader was bijna de gehele dag afwezig, geestelijk en regelmatig ook lichamelijk.
Het duurde even voor ik in de gaten had dat de man die door iedereen Americano werd genoemd een opvallende interesse toonde voor mijn moeder.
Ik was op het feest het middelpunt van de jeugdige aandacht en genoot onbedaarlijk. De aandacht die Americano aan mijn moeder schonk was voor haar en voor mij een aangename warmte die we zo vaak en node gemist hadden.
Het feest was al over zijn hoogtepunt heen toen ik tijdens een langzame dans achter de blote schouder van Elena mijn moeder in een innige omhelzing met de charmante Amerikaan betrapte terwijl mijn vader in het verlengde van mijn aanblik op een tiental meters afstand dit alles bespiedend aanschouwde. Mijn wereld stond even stil, maar begon weer snel te draaien toen Elena mijn onvoorwaardelijke aandacht vroeg. De gelatenheid van mijn vader deed nog meer pijn dan de teleurstelling in mijn moeder. Mijn volwassenheid diende zich op die manier aan op het moment dat ik nog niet klaar was met mijn jeugd, maar deze omstandigheden brachten de zaak in een idioot harde stroomversnelling waarna ik vanuit Milaan nog twee maal schreef met Elena om haar daarna voorgoed uit mijn leven te bannen. Ze was te zeer besmet met de pijn die ik maar niet in het dorp kon achterlaten. Mijn studie en promotie aan de universiteit leidden me naar een onbewust leven waarin ik maar geen rust vond. Het was alsof ik iets niet had afgemaakt. Ik bleef zoeken naar een gepaste afronding van mijn jeugd. Tevergeefs. Totdat ik vandaag besloot mijn geboortedorp nog eens te bezoeken.
Ik schrik van de twee harde klikken van het omdraaien van de sleutel in een blijkbaar nieuw slot en doe onwillekeurig een stap naar achteren. Gek genoeg heb ik altijd het idee gehad dat Elena in mijn ouderlijk huis was gaan wonen. Nu de deur langzaam opengaat hoop ik vurig op een hereniging met mijn jeugdliefde. Misschien wel met mijn jeugd.
De herkenning is als een meteoor wanneer ik het knappe gezicht van mijn moeder herken. Ze is nauwelijks ouder dan de laatste keer dat ik haar zag bij haar definitieve vertrek met Americano. Ze lacht, doet een stap opzij en maakt een uitnodigend gebaar. Een heerlijke geur van een ragù zoals alleen zij die kan maken komt me tegemoet en mijn speekselklieren slaan op actief. De hal is mooi verlicht en in het verlengde ervan zie ik mijn vader staan met een schort voor. Drie dampende borden pasta staan op tafel. Zijn glimlach doet vreemd aan omdat ik die zelden zo heb gezien.
Iets in mij zegt dat ik me aan deze situatie moet overgeven zonder erover te oordelen en in een optimum van aanwezigheid vermijd ik de drang van het opgeven in het vinden van mijn levensgeluk.
Ik stap resoluut over de granieten drempel het huis binnen en word het kind dat ik nooit ben geweest.

Overgave is nog geen opgave ... © Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  Juliaan Vandorne