Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Karel Kloos

Gotta catch 'em all – Karel Kloos

Het was naar aanleiding van het grootste feest van de Vlaamse gemeenschap dat ik mij afgelopen maandag in het hoofdkwartier van NVA bevond. Normaal gezien onthoud ik mij van zulke aangelegenheden, maar deze keer kon ik de talrijke invitaties tot feesten niet aan mij voorbij laten gaan. Het gebeurt slechts één keer in een gans jaar waarop we dé Vlaamse feestdag moeten vieren en er zijn tal van ongeschreven wetten die me voorschrijven vandaag hier aanwezig te zijn, onder échte Vlamingen, voor de eerste keer in het ware hol van de leeuw. Ik ben geen hokjesdenker en geloof al helemaal niet in naties maar had me voor de gelegenheid toch maar in een strak zwart pak gehesen met als finishing touch een stralend gele das. Ik waande me een fiere Vlaamse vlag, wapperend in de stralende 11 juli zon, netjes afgeborsteld en klaar voor een heus festijn!
Dat de leeuw kan klauwen weet iedereen ondertussen al lang, maar dat diezelfde leeuw zo uitbundig feesten kan, was –althans voor mij- een goedbewaard geheim. Het bier vloeide rijkelijk, er werd luidkeels meegezongen met onze klassiekers, armen in de lucht, stampen met die voeten, letterlijk iedereen was op de dansvloer te vinden. Zelfs onze minister-president gaf blijk zijn intens gekoesterde remmingen helemaal overboord te gooien en ontstak, zoals het een begeesterd leider betaamt, een polonaise die alle aanwezigen nóg meer met elkaar in verbinding bracht. Het hele gebeuren werkte zo aanstekelijk dat ook ik me liet verleiden tot het plegen van enkele danspassen en vrolijk mee stond te swingen toen eindelijk de plopdans werd ingezet. De boog kan immers niet altijd gespannen staan.
Aangekondigd onder luid tromgeroffel en begeleid door een schouwspel van rook en gekleurde spots besteeg de staatssecretaris voor asiel en migratie het voor de gelegenheid in elkaar geflanste podium, wat zich naast de bar bevond. Het werd muisstil in de zaal toen hij door het rookgordijn brak en een microfoon ter hand nam. Het riep bij mij een beeld op als ware hij een kandidaat geweest in één of ander jaren ’90 spelprogramma zoals blind date of the soundmixshow. Vrienden, kameraden, sprak hij de menigte toe, vandaag is het feest! Dit werd onmiddellijk onthaald op luidkeelse vreugdekreten uit de zaal, waarop hij met een handgebaar aanmaande tot kalmte. Vandaag is het feest, en niet zomaar een feest! Vandaag is het ónze Vlaamse feestdag! Opnieuw vulde de ruimte zich met bulderende feestvreugde. Hij moest zijn beminnelijke glimlach en autoritaire houding in de strijd gooien om deze vreugde terug binnen de norm ingeperkt te krijgen. Hij besefte immers dat het echte feest nog moest losbarsten en wist als geen ander hoe hij de spanning moest opbouwen om zijn volgelingen zo tot een ware climax te brengen. Vandaag is het dubbel en dik feest, ging hij verder, het is niet alleen ónze Vlaamse feestdag, neen beste vrienden, vandaag vieren wij ook feest omdat onze app gelanceerd wordt: Refugee Go! Over een climax gesproken! Nu was er geen houden meer aan, de menigte ging helemaal los. Het leek wel een plaatselijke uitbraak van massahysterie, een joelend collectief uit het electoraat, hier en daar tranen van blijdschap, sneuvelende glazen, zelfs een tafel moest eraan geloven omdat enkele mandatarissen er sirtakigewijs op stonden te dansen, één en al feest kortom. Onder een regen van rondvliegend bier trok het dansfestijn zich terug op gang, voortgestuwd door het opzwepende ritme van de enige echte klassieker: De Vlaamsche Leeuw. Het betrof hier een techno-remix van de oude hit en hoewel ik geen grote fan ben van het genre moet ik grif toegeven dat ik deze best kon smaken.
Nadat de staatssecretaris het podium verlaten had en de nodige schouderklopjes in ontvangst had genomen en er voldoende handjes geschud werden kwam hij mij vervoegen aan de bar. Meneer Kloos, wat fijn dat u hier in ons midden mee komt vieren op deze heuglijke dag, begroette hij me. Wat zullen we drinken? Ik bestelde een blonde Chimay, hij hield het bij een Westmalle tripel. Er gaat niets boven een heerlijke pot gerstenat om een feest kracht bij te zetten, niet waar? Ik maakte van de gelegenheid gebruik om het hoe en waarom van de net gereleasede applicatie te achterhalen. Hij vertelde me hoe het idee achter deze app tot stand was gekomen tijdens de vergadering van het partijbestuur vorige week. Het waren spannende momenten geweest nadat de Antwerpse burgemeester woedend van leer was getrokken. Hij had begrepen dat zijn partij nog in vorige eeuws denken was blijven steken, terwijl het Vlaams Belang duidelijk blijk gaf hip en modern te zijn, getuige daarvan was de net vertoonde videoclip van hun zomerhit. Wij moeten vernieuwen, het moet anders en beter, we hebben nood aan verfrissende ideeën, had hij in pure razernij geroepen. Als we niet opletten, moeten we straks zienderogend toekijken hoe onze leden terug naar hun heimat trekken. De overige partijleden zaten zich nog stevig in het haar te krabben toen bij deze staatssecretaris een licht op was gegaan als in een goddelijke ingeving. Hij kwam op het idee een app te ontwikkelen die het mogelijk maakt om met je smartphone vluchtelingen op te sporen in de echte wereld om die dan met behulp van deze app te vangen en netjes te bewaren in het geheugen van je telefoon. De app zou gelinkt kunnen worden aan de databank van de dienst vreemdelingenzaken en werken met gezichtsherkenningssoftware om ervoor te zorgen dat alleen echte vluchtelingen gevangen zouden kunnen worden. Want niet iedereen met een kleurtje is slecht natuurlijk, knikte hij in de richting van Mo, de barman van dienst, en bestelde gelijk twee nieuwe glazen tarwevocht. Als je dan op reis zou gaan naar Turkije, Marokko of een ander ver land, Griekenland zou ook al voldoen, zou je aldaar deze vluchtelingen terug vrij kunnen laten. Voor wie niet in de mogelijkheid zou zijn zelf op reis te gaan zou er een optie geïntegreerd worden om de gevangen vluchtelingen te kunnen exporteren naar een SD-kaart, zodat iemand anders ze zou kunnen meenemen buiten de muren van Europa om daar de digitale celdeuren te openen. De partijtop was laaiend enthousiast omtrent dit briljante idee geweest en het was de staatsecretaris zelf die de kers op de taart zette wanneer hij zijn geesteskind doopte met de naam: Refugee Go, gotta catch ‘em all!
U begrijpt ongetwijfeld dat dit gezellig samenzijn nog tot in de zeer vroege uurtjes van de ochtend geduurd heeft. Het is moeilijk om tijdens een politieke bijeenkomst de nodige handjes geschud en een aanvaardbare dosis smalltalk uitgewisseld te krijgen, wanneer alcohol rijkelijk vloeit wordt deze taak bijna onmogelijk. Het was dan ook niet verwonderlijk dat ik om 8 uur vanmorgen met een stevige kater en een hese stem mijn telefoon beantwoordde, ik had immers amper twee uur nachtrust gekend. Ik maak u toch niet wakker, vroeg een lallende stem aan de andere kant van de lijn. Het was de staatssecretaris. Die is duidelijk nog niet klaar met feesten, dacht ik bij mezelf. Hij belde me op om me nog maar eens te bedanken eindelijk één van zijn invitaties aanvaard te hebben, wat een eer het was geweest iemand van mijn kaliber onder de aanwezigen te hebben mogen rekenen en nog meer van zo’n gezever, u weet hoe dat gaat. Hij wilde zich er vooral van vergewissen dat ik het heuglijke nieuws uit zijn mond zou horen; de app had op één nacht tijd alle records gebroken. Meer dan een miljoen downloads! Er waren zelfs al Nederlandse, Franse en ook Oostenrijkse politieke vrienden die zowaar hadden gesmeekt deze app op hun territorium te mogen verspreiden en ook Donald Trump had reeds hoogstpersoonlijk getweet hoe verrukt hij was om het feit dat de stad België nu zo flink haar best leek te doen om haar status van hellhole kwijt te raken. Trotser dan dit was deze staatssecretaris nog nooit geweest, dat kon ik duidelijk aan zijn enthousiasme afleiden. Ik voelde me verplicht enkele woorden te wauwelen als “proficiat” en “goed gedaan jongen” en verbrak de verbinding. Er zijn zo van die dagen waarop ik het gewicht aan decorum welke mijn functie van me vereist uit te dragen maar met moeite torsen kan. En al zeker wanneer dat dagen zijn waarbij de ochtendstond een kater in de mond heeft.
Ik stond op en zette mezelf een tas gitzwarte en al even sterke koffie. Ik at er een stuk of vier aspirines bij en liet ondertussen aan de chauffeur weten dat ik klaar was om opgehaald te worden. Het was maar een druilerige dag, een schril contrast met de helderblauwe luchten en warme zonnestralen die de wereld gisteren te beurt viel. Het interesseerde me niet de selectie kranten die voor me werden klaargelegd door te nemen, ik zag aan de krantenkoppen voor me al dat elke berichtgeving de nieuwste rage van het moment betrof: Refugee Go. Neen, vandaag spendeerde ik de reistijd naar kantoor liever in alle rust en ik vroeg de chauffeur om Adagio for strings van Barber af te spelen, dat paste wel bij mijn stemming. Ik tuurde naar de voorbijglijdende wereld en kon niet anders dan met eigen ogen aanschouwen hoe de stad overspoeld werd door een horde schattenjagers. In elke straat, op elk plein krioelde het van smartphonestaarders op zoek naar de opwinding die hen ongetwijfeld vervullen zou wanneer het hen zou lukken hun eigen deel van de buit te bemachtigen. Neen, van mijn immervrolijke gemoed bleven deze ochtend slechts enkele restanten over die nog vaag getuigden van eeuwig optimisme. Ik voelde hoe een enkele traan zich een weg baande over mijn wang. Initieel wilde ik haar wegvegen maar kon nog net mijn instinct onderdrukken, het had immers niet eerlijk geweest mij van haar te ontdoen.
Op kantoor gonsde het van bedrijvigheid, een drukte en rumoer welke ik deze ochtend liever vermeed. Ik droeg mijn assistent op mijn afspraken te verzetten en sloot me af in het comfort van mijn privéruimte. Ik gunde mezelf een halve whisky en nog eens twee aspirines in de hoop daarmee eindelijk die kater uit de weg te ruimen, nestelde me op het bankstel bij het raam en schakelde het televisietoestel aan. Even tijd voor een dutje, dat mag vandaag wel, verontschuldigde ik mezelf in gedachte voor mijn luie gedrag.
Toen ik éénmaal wakker werd, begon net het middagjournaal. Weer een hoop gelul over die Refugee Go, dacht ik en wilde al bijna het toestel uitschakelen wanneer me duidelijk werd dat ik deze reportage niet zou willen missen. De openbare omroep had enkele reporters ten velde gestuurd om verslag uit te brengen over een spontaan uitgebroken protest aan het NVA hoofdkwartier. Gebruikers van de nieuwe app waren zichtbaar razend en in grote getale afgezakt naar de plek waar tot vanmorgen nog uitvoerig gefeest werd. De reporters sleurden de ene na de andere kleurrijke figuur voor de lens en elkeen kreeg de kans om het opgelopen misnoegen te uiten. Zo kregen we eerst een zekere Ronny uit Wachtebeke in beeld, die kwaad was omdat hij nergens in zijn dorp ook maar één enkele vluchteling kon vinden en de hele hype zwaar overroepen vond. Volgens hem was het allemaal boerenbedrog, mochten we in zijn smakelijk accent vernemen. Daarna passeerden eerst Heidi uit Reet, die boos was omdat enkele onbekenden haar poetsvrouw hadden gevangen, en daarna Tamara uit Tielt-Winge de revue. Ziedend van woede getuigde deze hoe ze lijdzaam toekijken moest hoe haar tuinman de smartphone van haar buurman werd ingezogen. Ze wilde graag weten wie vanaf nu haar gazon komt doen en kon er, om het met haar eigen woorden te zeggen, niet mee lachen.
Als laatste kregen we een bejaard koppel voor de lens, Albert en Francine uit Heusden-Zolder. Het was overduidelijk dat deze zich beiden in een algehele shocktoestand bevonden. Met trillende stem bracht Albert zijn relaas tot in mijn kantoorruimte. Francine stond ernaast en knikte de ganse tijd hevig instemmend om zo het verhaal van haar man kracht bij te zetten, alsof die arme stakker al niet geloofwaardig genoeg over zou komen. Ze waren deze ochtend samen op stap gegaan met Sloeber, hun malthezer pup, en de smartphone die ze vorig kerstfeest van hun kleinkinderen cadeau hadden gekregen. Het had hen wel leuk geleken om de sleur van hun bejaardenbestaan eens te doorbreken en samen op avontuur te trekken op zoek naar een vluchteling of twee. Albert vertelde hoe hij maar niet begrijpen kon waarom er bij aanvang van zo’n spel geen enkele waarschuwing gegeven werd omtrent de gevaren voor de spelers. Hij gaf toe dat het hem op het eerste zicht ludiek overkwam toen hij samen met zijn vrouw als twee detectives op onderzoek door de stad trok. We leken wel Jekyll en Hyde, vergiste hij zich waarschijnlijk door de spanning. Ik vermoedde dat hij Holmes en Watson bedoelde. Maar niets had ons voorbereid op de impact die zou volgen, getuigde hij verder. We vonden uiteindelijk een gezinnetje aan de bushalte, moeder, vader en twee kindjes. Ik was een beetje aan het sukkelen met de juiste knop te vinden om onze eerste buit binnen te halen toen Francine vroeg of ik wel met zekerheid wist of dat vluchtelingen waren. Voor haar kwamen die over als gewone mensen, temeer omdat het dochtertje van dat gezin met ons hondje was beginnen spelen. Ik heb dan die mensen eens goed bekeken, ging hij verder, en uiteindelijk zijn wij beginnen praten met elkaar. Dat bleken dus echt wel vluchtelingen te zijn, maar sympathiek! Wij hadden nooit kunnen voorstellen hoe sympathiek dat die konden zijn. Albert barstte bijna in tranen uit, Francine kneep stevig in zijn hand en moedigde hem aan verder te spreken. Weet u wat het strafste van al is, vroeg hij alsof de reporter in kwestie daar een passend antwoord op zou geweten hebben. Ineens voelden wij alletwee empathie! Empathie voor die mensen, meneer! Wij zijn er nog niet goed van, niet waar Francine? Van haar reactie kon je duidelijk aflezen wat een impact dit traumatische voorval op haar ziel had nagelaten. Ook de reporter leek blijk van medeleven te tonen toen hij vroeg hoe het nu verder moest met hun twee. Albert antwoordde dat dat nu nog allemaal heel onzeker was, maar dat het wel duidelijk was dat ze van nul af aan zouden moeten herbeginnen en stap voor stap terug een wereldbeeld zouden moeten beginnen opbouwen voor zichzelf. Hij zei niet zeker te zijn dat ze dit ooit te boven zouden raken maar dat ze hoopvol willen blijven voor de toekomst en daarom vanavond de nieuwe kennissen al hadden uitgenodigd te komen eten. Wie weet worden het ooit wel vrienden, wist hij nog te melden, maar daarvoor was het nog veel te vroeg.
Na dit pakkend relaas werd een korte persmededeling van NVA getoond. Het was de staatssecretaris zelf die de pers te woord stond. Hij verscheen verslagen voor de camera, ik kreeg de indruk dat iemand hem nog maar net succesvol van de barvloer geschraapt had, hem kort had ingelicht en hem niet eens de kans had gelaten deze tegenslag ietwat te verwerken vooraleer hij voor de leeuwen werd geworpen. Zijn statement was kort en sec; omwille van enkele technische problemen werd de app Refugee Go zopas offline gehaald. Er werd reeds een onderzoek ingesteld naar de aard en oorzaak van deze problemen en het zou nog wel een tijdje onduidelijk blijven of de app ooit nog opnieuw gelanceerd zou worden. De schuld van dit alles, besloot hij zijn mededeling, moeten we waarschijnlijk bij de socialisten zoeken. Ik meende zowaar empathie voor die man te voelen opborrelen. Het kan natuurlijk ook aan de aspirines gelegen hebben.

Gotta catch 'em all – Karel Kloos

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Karel Kloos