Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2007  Karsten Seven

Gedichten - Karsten Seven

Als ik jouw droom te rusten leg

Als ik jouw droom te rusten leg
en jij mij zegt dat je nog niet moe
bent - alleen wilt slapen

geef me dan je hart en ogen
zodat ik weet dat je alleen wilt
rusten - nog niet moe bent -

ik vrees de grof gesmede
verzen die - zodra afgekoeld -
mijn woorden als een vonkenregen
uiteen doen spatten

alsof er nooit een droom bestond
die rusten wil - alleen wil slapen -
en jij nu stil - een droom verwekkend -
slaperig uit mij vertrekt.

 



Nachtglobe

De stad lag verstopt onder
een brandende golf van dorst.
Een danspaleis hing afgebrand
aan de staketsels van een eeuw.

Waar damp het licht in water draagt
en dromen in zonlicht verstoffen
breekt een stilte met luide schreeuw.
Buiten huilen de ramen.

Dunne as ritselde omlaag, strooide
zand in de lichtogen van de nacht.
Een schaakbord deed aan landjepik.
De wereld lag in stukken.



  
Nachtvogels

Staande op een avonddrempel zie ik
mensen binnen gaan, rakelings gaan
ze langs mij heen, brengen zonlicht thuis.

De straat ligt uitgehold onder versleten zolen
die zich krommend een weg de nacht in banen.

Kinderen hummen liedjes van weleer.
Spiedende oogjes dragen de dromen die
als trage lampionnen aan hun oogleden hangen.

De maan draait uitgelicht naar buiten,
zoekt nachtvogels die haakse bochten vliegen.

Denkend doof ik traag mijn westen
wanneer een zon uit mij verdwijnt
en sterren mij doorzeven.

Een archipel van rovers glijdt uit haar briljante rol,
laat de moordkuil voor wat het is.

Hier en daar kraken vensters, scheurt het ijs.
Een huivering schiet door de koelte van haar schoot.
En achter de drempels is het nacht geworden.

Gedichten © Karsten Seven

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2007  Karsten Seven