Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Lizette van Geene

Zadelpijn - Lizette van Geene

“Je moet de kat vooral op het spek willen binden” mopperde haar lijzige vader lang geleden toen het bestuur van haar basketbalclub besloot om gemengde teams te vormen. Alida was indertijd een bedeesd, keurig meisje van vijftien. De opmerking van haar vader snapte ze niet. Na de droom begreep ze hem maar al te goed. Het beeld was zo levensecht dat zij er enkel aan dacht met stijf dichtgeknepen ogen. Zij en Harold, samengebonden met een touw. Er was een duidelijke gelijkenis met een blinde vink. Hun gezichten tegen elkaar. Naakt. Zij boven op. Het doodgewone huis-tuin-en-keukentouw strak om hen heen gewonden, zodat het vlees eronder uitpuilde. Wie de kat was en wie het spek, dat wist ze niet. Dat maakte ook niets uit, want beide rollen waren even onbetamelijk zeker voor een getrouwd vrouw.

In haar droom wandelde ze door een geelgroene laan, een boog van uitbundig bloeiende bremstruiken en slanke populieren. Naast haar slenterde Harold en om hen heen dartelden zijn drie kinderen. In het echt was haar baas een ietwat fletse jongeman met afhangende schouders en een visachtige uitstraling. Nu vertoonde hij een treffende gelijkenis met Samson, wiens kloeke haardos en scherpe neus zij al te goed kende van oude prenten uit haar jeugdbijbel. Duiven koerden hoog in de hete, strakblauwe lucht en de wuivende populieren wierpen lange schaduwen over de weg. Zijn rechterhand baande zich een weg over haar schouder. Zijn andere hand glipte ongevraagd links onder haar zijden witte blouse en haar adem stokte in haar keel toen ze haar ouders ontdekte die op enige afstand voor hen wandelden. Vader notabene in zijn beste zwarte pak - knipoogde naar haar. Bijna bemoedigend vond ze, alsof zij niet door haar bedrijfsleider op straat betast werd. Moeder ging gekleed in een verrassend kleurrijke zomerjurk die in de zachte zomerbries telkens licht opwaaide. Zij kietelde de jongste van de kinderen, een giechelend blond jongetje in een lichtgroen t’shirtje met bijpassend kort broekje. Een idyllisch plaatje- ware het niet dat de hand van Harold inmiddels al te losjes bij haar overgevoelige rechterborst bengelde en zich onder in haar buik onrustbarende vingers roerden. Haar oren gloeiden hinderlijk, net zoals haar wangen, haar nek en zelfs haar bovenarmen. De blouse kleefde als een tweede huid op haar bezwete rug en ze schaamde zich over haar lijf dat haar zo onverbloemd verraadde. Het was alsof er geen communicatie meer mogelijk was tussen haar ontstelde hersenen en haar oververhitte lichaam. Tot haar schrik hoorde ze zichzelf kreunen, het signaal tot actie want hij stond stil en hield haar vastberaden staande. Haar ouders wandelden door, de kinderen huppelden vrolijk voor hen uit en verdwenen om de bocht. Ze ademde diep want nu zouden ze eindelijk doen waarvoor ze was gekomen, maar op dat moment kwam haar vader achterstevoren de bocht weer om. Stram in zijn goede pak, als een pop aan een touwtje. Hij kletste ongehinderd door, alsof haar moeder en de kinderen nog bij hem liepen en ze wist, ze voelde gewoon, dat hij elk moment naar hen kon kijken. Een seconde later raakte Harold’s naakte bovenlichaam het hare en het was alsof haar ledematen jubelend opkrulden, van haar tenen tot aan het puntje van haar neus- zoals de schijnbaar levensloze tulpen die ochtend opbloeiden nadat zij ze water gaf. Ze vergat kortstondig haar vader die nog steeds argeloos in het luchtledige stond te kletsen. En een ogenblik later lagen ze daar, als twee worstjes strak op elkaar gebonden. Maar ze kon er niet van genieten, zo met haar vader die maar zorgeloos bleef babbelen en het touw dat niet alleen samenbond maar ook striemde en schaafde bij elke beweging.

Na de droom gleed ze beschaamd dieper onder haar lakens terwijl haar lichaam doorging waar het mee bezig was. Haar benen trilden en ze dacht zonder duidelijke aanleiding aan een gesmolten pakje boter, terwijl ze zachtjes haar sprei streelde. Een klein uur later zette ze haar fiets op slot, naast de racefiets van Harold. Zijn zadel glansde als honing in de ochtendzon. Ze slikte en keek om zich heen, waarna ze met haar vingers snel het zadel liefkoosde. Onmiddellijk trok ze haar hand weg. Het leer brandde en ze dacht aan haar Marco.“Het is net als leren fietsen” zei hij toen ze net verkering hadden en zij als maagd in zijn bed belandde “na de eerste keer heb je zadelpijn, maar daarna wordt het steeds lekkerder”. Door de opengeslagen ramen boven de supermarkt hoorde ze het kirrende lachen van haar collega. De zware stem van Harold die iets onverstaanbaars mompelde. Ze hing haar jas op in de nog koele personeelskamer en prijsde luidruchtig de flessen shampoo in het magazijn. Enkele seconden later stommelde hij de stalen trap af. “En hoe is het vandaag met Alida?”. Haar hart fladderde onder haar jurk als het kleine groene parkietje dat ze in de winkel in zijn kooitje hoorde scharrelen. Ze wist zich betrapt, ja, het was alsof hij dwars door haar heen keek en de blinde vink herkende die tollend door haar hoofd klapwiekte. Er was geen ontkomen aan en ze vroeg zich af of hij merkte dat ze aan haar innerlijke stampede ten onder ging, want hij trok de deur achter zich in het slot en kwam met grote stappen naar haar toe met een bezorgde blik in zijn ogen, alsof hij haar wilde redden, terwijl ze wist dat een aanraking van hem haar definitief ten val zou brengen.

Natuurlijk had ze lichamelijke omgang met Marco elke dinsdagavond na zijn voetbaltraining. Na ieder samenzijn voelde ze een bijna moederlijke vertedering voor het gesnuif en gefriemel dat voorafging aan zijn climax, een gevoel dat versterkt werd doordat hij na afloop altijd bezorgd aan haar vroeg of zij het ook lekker vond. Ze bezag zijn “gedoe” op afstand, in de spiegel boven hun bed. Ze verwachtte nu iets anders, haar ledematen sloegen immers niet voor niets op hol en in die eerste verrukkelijke minuten, toen hij inderdaad zijn lichaam tegen haar aandrukte zoals dit in haar droom gebeurde, wachtte ze ademloos af, als een lappenpop in zijn ferme omhelzing. Het was maar goed dat hij haar zo stevig vasthield, want ze was ervan overtuigd dat ze anders door haar slappe benen was gezakt. Slechts enkele momenten later, toen van haar roze jurk niets anders over was dan twee schouderbandjes en een opgeschorte, gekreukte prop onder haar oksels, en de aanstootgevende jeuk in haar lichaam teruggebracht was tot een vaag gevoel van herkenning, schrok ze op van hun ontnuchterende beeltenis in het geblindeerde glas van het magazijn. Zijn schokkende schouders, zijn hoofd in haar nek. Haar blote witte knieën die als lichtgevende kegels oprezen naast zijn massieve achterste zijn drillende billen zo roze dat ze niet anders kon dan concluderen dat hij toch echt het spek was. Maar het was niets anders dan hetgeen de spiegel boven het bed haar thuis voorhield, niet meer en niet minder. 

Na afloop ordende ze haar gekreukte jurk en schreef ze haar ontslagbrief. Ze wist dat ze die avond niet alleen haar slipje, maar ook haar japon in de week moest zetten om te voorkomen dat de vlekken zich onherstelbaar inbeten in de zachte stof. Het pijnlijke schrijnen tussen haar benen zou vanzelf verdwijnen.

Zadelpijn © Lizette van Geene

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Lizette van Geene