Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Maartje Elshout

De voorspelling - Maartje Elshout

“Hey, David!” Julian zwaaide met zijn armen heen en weer. “Hier zijn we.”
Tenminste, David dacht dat hij dat zei. Hij was er niet zeker van door al het geluid dat de kermisattracties produceerden.
Hij liep naar hen toe en klapte zijn hand in die van Geert. “Hoe is het, man?”
“Altijd goed,” antwoordde Geert met een lach. “Altijd goed.”
Geert was de gangmaker van het stel. Hij vermaakte zich altijd wel.
Hij begroette Julian. “Hoe is het met je datingapp?”
Julian knikte hem toe. “Goed. Er zijn nog maar weinig gebruikers, maar ik ben zeer tevreden over de resultaten.”
“Weinig gebruikers,” zei Geert, “dat noem ik niet goed.”
Julian haalde zijn schouders op. “Het is maar een hobbyproject.”
“Waar je al je vrije tijd in steekt,” vulde Bram aan.
Bram was heel gezet en de minst knappe van hun vriendengroep. Hij probeerde dat met humor te compenseren, maar helaas had hij geen goed gevoel voor humor.
“Ik begrijp niet dat je nog niet opgegeven hebt,” zei Geert. “Er zijn al duizenden datingsites en –apps. Denk je echt dat mensen op nog zoiets zitten te wachten?”
“Mijn algoritmen zijn veel beter,” legde Julian voor de zoveelste keer uit. “En ik houd rekening met wat er bekend is vanuit de wetenschap. Mensen zoeken vaak naar een partner die op hen lijkt, maar niet in alles. Je kan bijvoorbeeld geen twee dominante mensen bij elkaar plaatsen. Daar wordt allemaal rekening mee gehouden in The Soulmate Searcher.”
“Wat een vreselijke naam,” zei David.
Julian haalde zijn schouders op. “De naam kan ik altijd nog aanpassen. Maar ik vind het wel lekker klinken.”
“Je kan het niet goed afkorten,” merkte David op.
 “De SS,” zei Bram. “Haha, Julian heeft een nazi-app gemaakt.”
Julian vernauwde zijn ogen.
“Hoe is het met jou?” vroeg Bram snel aan David. “Ben je al verhuisd?”
“Gisteren,” zei David. “Bedankt voor de hulp nog, boys.”
Bram kuchte ongemakkelijk. “Je weet hoe het zit, met mijn rug en alles…”
“En ik moest een fout in mijn app herstellen,” zei Julian.
“Ik had geen zin,” zei Geert schouderophalend.
David opende zijn mond om hen te berispen, maar ze werden gered door zijn telefoon.
“Waar ben je?” vroeg zijn vriendin.
“Op de kermis.”
“Je weet hoe de bovenverdieping eruitziet, hè?” snauwde ze. “Dat lost zich niet vanzelf op.”
“Volgend weekend ga ik klussen,” beloofde hij.
Ze zei nog meer, maar hij zei dat hij het niet kon verstaan door het geluid van de kermis en hing snel op.
Zijn vrienden keken hem aan.
“Marie,” zei hij.
“Trouble in paradise?” vroeg Bram met een irritante glimlach.
“Ik had beloofd dat het huis af zou zijn wanneer we zouden verhuizen,” legde David uit. “Maar er moest zoveel gebeuren. En ik had geen hulp.”
“Rug,” herhaalde Bram snel.
“Datingapp,” zei Julian, terwijl hij naar zijn telefoon wees.
“Geen zin,” zei Geert met dezelfde beweging van zijn schouders.
“Hoe dan ook,” vervolgde David, “er zijn boven nog wat kamers die af moeten. Alleen de slaapkamer is echt af. Maar beneden is het helemaal klaar. Kom gerust een keer langs.”
Ze knikten.
“Wat zullen we gaan doen?” vroeg Julian.
 “Laten we daarheen gaan,” zei Bram en hij wees naar een dichte tent, waarvoor een bord stond met daarop ‘waarzegger Paulus’.
“Hè, nee,” zei David. “We gaan geen geld besteden aan dat soort onzin.”
“En waarom niet?” vroeg Bram beteuterd.
“Kom,” zei Geert, “ik wil wel eens weten met welke chick ik vanavond in bed beland. Deze Paulus weet dat blijkbaar al.” Hij ging de tent binnen.
De vrienden volgden hem.
In de tent zat een klein, oud mannetje met een lange witte baard. “U wilt uw toekomst weten?” vroeg de man.
Geert knikte. “We willen allemaal onze toekomst horen.”
“Weten jullie dat wel zeker?” sprak de man op waarschuwende toon.
Geert lachte. “Jawel, dat scheelt mij weer tijd vanavond – dan weet ik op wie ik mijn pijlen moet richten,”
“Maar zo werkt het niet,” zei de man. “Ik kan alleen zien wat er over u in mijn bol wordt aangegeven.” Hij wees naar de typische glazen bol op tafel.
“Oh, kom nou,” zei Geert, “met een beetje fantasie…”
“Fantasie,” sprak de man gehaast. “Daar doe ik niet aan.”
Geert rolde met zijn ogen en nam plaats aan tafel. De vrienden volgden zijn voorbeeld.
“Ik kan enkel de nabije toekomst voorspellen,” zei de man, half verontschuldigend.
“Dat hindert niet,” zei Geert. “Hoeveel voor vier toekomstvoorspellingen?”
“Zestig euro,” zei de man.
Geert keek op. De man keek met een serieuze blik terug. Geert zuchtte en betaalde hem. “Nou dan,” zei hij, “hoe ziet mijn toekomt – mijn nabije toekomst – eruit?”
De man zwaaide met zijn armen over de bol. Ineens leek hij een ingeving te krijgen. Hij stak een vinger op.
“U zult zich bekeren.”
Het was even stil. Daarna barstten de vrienden in lachen uit.
“Misschien voor even,” zei Geert met tranen in zijn ogen, “om een gelovig chickie in bed te krijgen.” Hij keek naar de man. “En verder?”
De man keek verbaasd terug. “Dat was het.”
“Dat was het?” herhaalde Geert een beetje geïrriteerd. “En dat kostte mij vijftien euro?”
“Hij kan rekenen,” merkte Julian verwonderd op.
“De toekomst voorspellen kost mij energie,” zei de man. “Ik kan het niet te vaak doen. En ik moet er mijn brood mee verdienen.”
“Of je zoekt een echte baan,” mompelde Geert.
“Oké,” zei Julian, “mijn beurt.”
De man keek weer in zijn bol. “Voor u voorspel ik een zeer succesvolle toekomst.”
David lachte. “Misschien komt het toch nog goed met je datingapp.”
“Nabije toekomst,” zei Bram, “hoe nabij is dat – een paar dagen, weken, maanden? Dan weet ik wanneer ik bij Julian aan kan kloppen.” Hij lachte om zijn eigen grap.
“Dagen,” antwoordde de man met een serieus gezicht.
Bram stootte Julian aan. “Dagen.” Hij keek naar de waarzegger. “En ik?”
De man keek in de bol. “Ah,” zei hij, “ik zie het al. U krijgt een relatie.”
De vrienden barstten tegelijk in lachen uit. Bram keek om zich heen. “Wat nou?”
“Nu weten we zeker dat het nep is,” zei Geert.
“Hebt u nog energie voor mij?” vroeg David sarcastisch.
De man kneep zijn ogen samen. Zwijgend richtte hij zijn blik op de bol. “Voor u, meneer,” sprak hij op een dreigende toon, “eindigt over tien dagen, op de dertiende, de wereld zoals u die gekend hebt.”
Ze waren even stil.
Geert sloeg lachend op zijn knie. “Oh, oh, had je em maar niet boos moeten maken, David.”
“Wat betekent dat nou weer?” zei David. “Hij gaat zich bekeren; hij krijgt een relatie. Waarom krijg ik zoiets vaags?”
“Die van mij was ook vaag,” klaagde Julian.
De man keek hem aan. “Ik kan er ook niets aan doen,” zei hij. “Dit is wat ik in mijn bol zie.”
Geert stond op. “Ik wist wel dat het nep was, maar ik had toch iets beters verwacht.”
De man rechtte zijn rug. “Geen restitutie.”
“Kom, jongens,” zei Geert.
Ze stonden op en liepen de tent uit.
“Wat een kwakzalver,” mopperde Geert.
“Charlatan,” stemde Julian in.
David knikte. “En hij was niet eens creatief.”
“Een vriendin,” mijmerde Bram, “dat zou toch wel leuk zijn.”

* * *

David en Geert zaten in de kroeg en wachtten op hun twee vrienden. Julian arriveerde eerst.
“Is Bram er nog niet?” vroeg hij. “Hij is er meestal als eerste.”
“Waarom straal je zo?” vroeg Geert, terwijl hij één wenkbrauw ophief.
Julian ging zitten en keek hen enthousiast aan. “Ik heb groot nieuws, vrienden.”
Ze keken hem aan.
“Ik heb zojuist mijn app verkocht.”
“Je datingapp?” vroeg David.
Julian knikte. “Ik zat al een tijdje in onderhandelingen, maar nu is het echt zover. En het is een goed prijsje geworden.”
Geert grijnsde. “Zoals voorspeld.”
“Puur toeval,” mompelde David.
Op dat moment kwam Bram de kroeg binnen. Aan zijn hand had hij een vrouw…
“Mag ik jullie voorstellen aan Cindy?” zei Bram trots toen hij bij hun tafel was aangekomen. “Mijn vriendin.”
De vrienden vielen bijna van hun stoel.
“Je vriendin?” vroeg Geert. Hij bekeek Cindy van top tot teen. Ze was misschien geen topmodel, maar ze zag er toch goed uit. Ze was slank en had lange, bruine krullen en grote, blauwe ogen.
Bram knikte trots en schoof een kruk voor Cindy naar achteren. “Gevonden dankzij die app van Julian. Dankzij de SS heb ik een vriendin,” zei hij en hij lachte om zijn eigen grap.
Tot hun verbazing lachte Cindy mee.
“Maar… dit is niet nep?” vroeg Julian. “Om mijn app straks weer belachelijk te maken?”
“Of om mij te sarren met mijn toekomstvoorspelling,” vulde David aan.
“Oh ja,” zei Bram en hij keerde zich naar Cindy om uitleg te geven, “David heeft nog maar een paar dagen. Dan vergaat de wereld.”
“Vergaat zijn wereld,” verbeterde Julian. “Mijn toekomst kent alleen maar succes.”
“Niet grappig,” bromde David.
 “Eindigt,” zei Geert. “Volgens mij zei hij eindigt. En niet zomaar de wereld, maar de wereld zoals je die gekend hebt. Wat zou dat betekenen, jongens? Het hoeft niet te betekenen dat hij doodgaat.”
“Misschien sterft iemand van wie hij houdt,” zei Bram. “Marie bijvoorbeeld.”
Cindy bracht haar wenkbrauwen omhoog. “Waarom zo negatief? Als dat zijn toekomstvoorspelling is, zou het ook kunnen betekenen dat hij miljonair wordt.”
De vrienden keken even naar David en barstten toen tegelijk in lachen uit.
“Hij kan ook al zijn geld kwijtraken,” zei Bram met iets te stralende oogjes.
“Zo kan ie wel weer,” zei David. “Mijn wereld eindigt niet over twee dagen.”
“Oh, das waar, nog maar twee dagen,” zei Bram. “Hij heeft de tijd bijgehouden. Hij is echt bang.”
“Ik ben niet bang,” zei David nors.
“Als je zo bang blijft,” ging Bram onverstoorbaar verder, “krijg je straks nog een hartaanval en veroorzaak je zelf dat de voorspelling uitkomt.”
“Een self-fulfilling prophecy,” zei Julian glimlachend. “Misschien is dat ook bij jou gebeurd, Bram. Je ging er vroeger nooit op uit, maar door de voorspelling veranderde je je gedrag – schreef je je in – waardoor je uiteindelijk Cindy hebt ontmoet. Misschien heb ik ook onbewust mijn gedrag veranderd – ben ik eerder akkoord gegaan met het bedrag dat me werd geboden, waardoor ik nu een succesvol leven leid. Misschien hebben we er dus zelf voor gezorgd dat onze voorspellingen uitkwamen.”
“Of het is gewoon toeval,” zei David.
Geert sloeg hem bemoedigend op zijn rug. “Je hoeft echt niet bang te zijn, maat. Bij mij is voorspeld dat ik me zal bekeren. Zie je mij al religieus worden?”
Om zijn woorden kracht bij te zetten, sloeg hij nog een biertje achterover. “Nog één! Nee, doe maar twee tegelijk!” riep hij naar de bar.
David lachte. “Nee, dat zie ik inderdaad nog niet gebeuren.”
Geert stond op om zijn biertjes van de bar te halen. Daar raakte hij in gesprek met een meisje. Niet veel later pakte Geert haar hand en nam haar mee naar de dansvloer, waar ze om elkaar heen dansten.
“Hij heeft zijn partner voor de nacht alweer gevonden,” zei Julian.
David keek naar zijn telefoon. “Weer een boos appje van Marie.”
Julian glimlachte. “Omdat je niet aan het klussen bent. Had je niet gezegd dat je dat dit weekend zou doen?”
“Misschien doe ik dat nog wel,” antwoordde David. “Het heeft geen haast. Onze slaapkamer is helemaal af.”
“Kijk maar uit voor een klusongeluk,” zei Julian met een knipoog.
David gromde.
Er was een knal achter hen.
“Shit!” riep een meisjesstem.
Ze keken om. Geert lag op de grond.
Het meisje knielde naast hem en rikte hem tegen zijn wang.
“Dronken,” zuchtte David.
Ze stonden op en liepen naar Geert toe.
“Dit is niet goed,” zei het meisje. “Ik studeer geneeskunde. Hij reageert helemaal niet. Dit is echt niet goed.”
De vrienden keken haar geschrokken aan.
“We moeten een ambulance bellen.”
* * *
“Misschien bekeert hij zich in de hemel.”
Julian keek boos naar Bram. “Geen grapjes nu.”
Ze zwegen tot de dokter terugkwam.
“Het was kantje boord,” zei de dokter. “Maar hij is weer bijgekomen. Goed dat jullie besloten het alarmnummer te bellen; anders was hij er waarschijnlijk niet meer geweest.”
“Dus alles komt goed?” vroeg Bram voor de zekerheid. Ondanks zijn flauwe grappen was hij erg op Geert gesteld.
“Alles komt goed,” zei de dokter. “Maar hij mag nooit meer zoveel drinken.”
“Mogen we hem zien?” vroeg Julian.
“Vanavond nog niet,” antwoordde de dokter. “Zijn ouders zijn al bij hem en hij moet rusten.”
Ze knikten en gingen zwijgend naar huis.
Marie sliep al toen David in bed stapte. Hij gaf haar een kus op haar hoofd.
Zijn wereld zou vergaan als hij haar ooit zou verliezen.
Hij schudde zijn hoofd. Hij moest zich niet gek laten maken door die voorspelling. Waarzegger Paulus was een kwakzalver; dat was van het begin af aan duidelijk geweest.
De volgende dag was hij als eerste in het ziekenhuis. Geert begroette hem uitbundig toen hij de kamer binnenliep.
Hij glimlachte opgelucht. “Weer helemaal de oude, zie ik?”
Geert kreeg ineens een serieuze blik in zijn ogen. “Nee, David,” zei hij, “ik ben niet de oude. Dit gebeurt nooit meer. Nooit meer.”
“Natuurlijk niet,” stamelde David.
“Geen drank meer voor mij en geen one-night stands. Geen eindeloos gefeest meer. Afgelopen met het zondigen. Ik ga iets maken van mijn leven.”
David voelde zijn hart een slag overslaan. “Zondigen? Geert, je gaat me toch niet vertellen dat je je gaat bekeren?”
Geert keek hem met een schuldige blik aan. “David, je zult het niet geloven, maar… Toen ik in coma lag, toen zag ik het licht. Letterlijk. Ik zag een mooi, fel licht en voelde me zo intens gelukkig. Er is meer, David. Dat weet ik nu zeker.”
David ademde diep in. “Geert, dit kun je niet menen.”
“Ik wist wel dat je het niet zou geloven.” Geert wendde zijn blik af. “Ik kan er ook niets aan doen. Ik vind het heel rot voor je – je gaat nu natuurlijk twijfelen aan je eigen voorspelling – maar het gebeurde nu eenmaal. Ik denk echt – ik heb God gezien, David.” Hij keek hem aan met een oprechte blik in zijn ogen. “Het – dit alles – was een waarschuwing van God. Hij toonde me dat ik mijn leven aan het vergooien ben. Hij heeft me wakker geschud.”
“Is dit een grap? Je wilt niet weten hoeveel clichés je net in één minuut hebt opgenoemd.”
“Nee, dit is een grap. En als het clichés zijn, dan is het zo. Ik heb het licht gezien. Ik weet dat er meer is.”
David schudde zijn hoofd. Hij kon het niet langer aanhoren. Hij mompelde een excuus en verliet de kamer.
In de auto terug naar huis bleven dezelfde gedachten door zijn hoofd spoken.
Julian was succesvol.
Bram had een vriendin.
Geert ging zich bekeren.
Zijn telefoon ging. Hij nam op.
“David?”
Het was Heleen, Maries zus. En ze klonk ongerust.
“Wat is er gebeurd?” vroeg hij meteen.
“Marie is onwel geworden.”
De wereld stond even stil.
“Ik kom er nu aan.”

* * *

 “Het is echt niets,” zei Marie.
“We gaan naar het ziekenhuis,” zei David resoluut. “We gaan je laten checken.”
“Doe niet zo gek,” zei Marie. “En je kan echt niet zomaar naar het ziekenhuis gaan voor zoiets, hoor.”
“Het is zondag,” zei David, “we kunnen niet langs de huisarts. We gaan naar het ziekenhuis.”
“Ze laten je echt niet binnen. Je moet eerst de huisartsenpost bellen,” zei Marie. “En dan zeggen ze: Wacht maar tot maandag. En terecht, want er is niets aan de hand, David. Ik vind je bezorgdheid heel lief, echt waar, maar er is echt niets aan de hand.”
“Dat weet je niet.”
“Dat weet ik wel. David, ik ga echt niet naar het ziekenhuis. Breng me naar huis.”
Marie had duidelijk genoeg van hun discussie. Ze duldde geen tegenspraak.
David zuchtte. “Oké dan. Maar je doet rustig aan vandaag. Nee, beter nog, je gaat meteen naar bed.”
“Ja, dokter,” zei Marie met een lach.
Maar thuis aangekomen wilde ze er niets meer van weten.
Ze sloeg haar armen om zij nek. “Weet je dat die bezorgdheid van je heel sexy is?”
Hij liet zich door haar kussen, maar zijn gedachten waren er niet helemaal bij.
“Wat is er met je?” vroeg Marie.
Hij keek in haar ogen. “Niets, Marie, ik dacht er gewoon aan hoe mijn wereld eruit zou zien als jij er niet meer zou zijn. Mijn wereld zou eindigen.”
“Wat een trieste gedachte,” zei ze. “En wat ontzettend romantisch.” Ze gaf hem opnieuw een kus.
Hij brak de kus af. “Maar daardoor ben ik even niet in de stemming.”
“Hoe onromantisch,” zei ze met een lach in haar ogen.
Maar zijn gedachten waren te wild en te grimmig om erop te kunnen reageren.
Hij liet haar achter, liep naar de slaapkamer en ging op bed liggen.
Morgen was de dag.
Morgen zou alles eindigen.

* * *

 “Nee, mam, ik ben niet gek geworden.”
David zat op de bank. De hand waarmee hij de telefoon vasthield trilde.
“Ik wil alleen dat jullie vandaag binnen blijven en bij elkaar blijven. Oh, en dicht bij de telefoon. Het maakt toch niet uit waarom? Doe het nou maar gewoon.”
Hij wilde de telefoon ophangen, maar bracht deze snel terug naar zijn oor.
“Oh, en ik hou van jullie. Dag, mam.”
Hij hing op.
Meteen rinkelde de telefoon opnieuw.
“David.”
“Dag, David,” zei de vrolijke stem van Bram. “Vandaag is de grote dag, nietwaar, jongen?”
David gromde alleen.
“Ik kom even mijn steun betuigen, zoals dat dan heet.”
Brams lach was nog nooit zo irritant geweest.
“Dag Bram.” Hij hing snel op.
“Marie?”
Hij hoorde een geluid uit de badkamer. Gelukkig, Marie was nog niet weggegaan. Hij dacht haar overgehaald te hebben zich vandaag ziek te melden op het werk, maar met Marie wist je het nooit.
Maar ze was wel uit het zicht.
“Gaat alles goed daar?”
“Hm hm,” klonk het terug. Waarschijnlijk deed ze weer een hoop dingen tegelijk. Dat was echt Marie. Tandenpoetsend op de wc haar mobieltje checken.
Zijn telefoon rinkelde weer.
“Dag, Geert, ben je al uit het ziekenhuis?”
“Nog niet,” zei Geert, “maar ik mag vandaag naar huis. Krijg ik een lift van je?”
David wilde al ‘ja’ zeggen, maar bedacht zich. “Ik durf vandaag de auto niet in te stappen,” zei hij eerlijk. “En ik wil Marie niet alleen laten.”
Het was even stil. “Oh, de dertiende,” zei Geert. “Nee, ik begrijp het. Hoe voel je je, maat? Ben je echt bang geworden?”
“Iedereen zou uiteindelijk bang geworden zijn,” zei David.
“Ik kan wel zeggen dat het allemaal onzin is, maar ik begrijp het – ik zou ook bang geworden zijn. Hou je taai, man.”
“Jij ook, vriend.”
Hij bracht zijn handen naar zijn hoofd. Wat was het – wat zou zijn wereld doen eindigen? Zijn ouders waren binnen en hielden elkaar in de gaten; hij hield Marie in de gaten…
Marie.
“Is alles nog goed daar?”
“Hm hm,” klonk het weer.
Hij ademde opgelucht uit.
De telefoon ging. “Hi Julian.”
“Geert appte me net dat je nerveus bent.”
“Zou jij ook zijn in mijn plaats.”
“Welnee,” zei Julian, “want ik geloof niet in die onzin.”
“Nee?”
Marie kwam eindelijk de badkamer uit. Ze had een serieuze blik op haar gezicht.
Zijn hart stopte even.
“Ik moet ophangen, Juul.”
Hij wachtte niet meer op Julians antwoord.
“Shit,” zei hij. “Wat is er?” De vreselijkste gedachten schoten door zijn hoofd. “Je bent ziek.”
Marie schudde haar hoofd. “Kijk eens wat beter.”
Hij keek op en zag dat ze iets in haar handen had.
Een zwangerschapstest.
“Marie?”
Ze lachte, haar ogen vol tranen. “Ik ben zwanger.”
De woorden drongen even niet tot hem door. Maar ineens besefte hij wat er gebeurde.
De wereld die hij gekend had zou eindigen.
En een nieuwe wereld brak aan.
Hij lachte en zwierde Marie in het rond.
Marie lachte mee.
 “Je weet niet hoe gelukkig dit mij maakt,” zei hij met tranen in zijn ogen.
Eindelijk was de spanning voorbij. Zijn voorspelling was uitgekomen. En hij was er dolblij mee.
Een kind. Ze kregen een kind. Hij werd vader.
Ze kuste hem. “Ik dacht het al even,” zei ze, “maar het was nog te vroeg voor een test. Daarom wilde ik dat de bovenverdieping op tijd af zou zijn. Nu wordt het snel klussen om op tijd een kinderkamer af te krijgen.”
“Natuurlijk. Ik begin onmiddellijk,” beloofde hij. “Ik ga meteen wat klusspullen halen bij die kluswinkel aan de overkant.”
Hij rende gehaast naar de deur. Marie kwam lachend achter hem aan.
Hij rende de straat over naar de kluswinkel.
En zag daarbij de snel aankomende vrachtwagen over het hoofd.
Het laatste wat hij hoorde was Maries gil.

De voorspelling - Maartje Elshout

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Maartje Elshout