Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2003  Marijke Geebelen

Woorden uit mijn hart - Marijke Geebelen

Een kist

Een kist, zo wit, zo stil,
Zo klein nog was jouw lichaam
Dat nu ligt voor eeuwig, stil.
Je hand, die zich eens uitstrekte, vol liefde,
Naar ieder mens en dier,
Die hand, die stevig de mijne drukte
Vlak voordat je stierf,
Zal nooit meer wuiven, nooit meer zwaaien.

Het doet zo’n pijn te beseffen
dat jij er niet meer zijn zal
Met je mooie ogen,
Die schitterden als je blij was,
Maar die zo droevig stonden toen je pijn had.
Een laatste blik werp ik nu
Op jou, mijn lieve, kleine jongen.
En wat ik voor me zie is:
Jouw lichaam dat nu in de aarde wordt geborgen.

 

 

Bijzondere vriendschap

De eerste keer dat ik je ontmoette
zag ik je nauwelijks staan.
Je was zomaar een jongen,
zoals ik er al zovele kende.
Maar stilaan raakten we bevriend.
Ik leerde je beter en beter kennen
en werd geraakt
door je vriendelijkheid,
je lieve blik,
je plagerige opmerkingen
en goede karakter.
Ik keek ernaar uit
je te ontmoeten,
met je te babbelen
en te ontdekken
dat onze meningen
niet zo ver van elkaar lagen.
Jouw vriendschap
was voor mij erg bijzonder.
Je gaf me het gevoel
Dat ik erbij mocht horen,
dat ik iets waard was
in jouw ogen.
Mijn vriendschap voor jou
is uitgegroeid tot iets unieks.
Ik wil je nooit meer opgeven
en kan maar niet begrijpen
dat ik de eerste keer niet zag
hoe mooi je bent.

 

Vriendschap

Ik liep door het donker,
met jou aan m’n zij,
niet wetend wat er voor me lag.
Maar ik strekte mijn arm uit
in jouw richting,
en jij nam m’n hand vast
en leidde me langs alle wegen.
Al wandelde ik langs ravijnen
en werd ik bijna weggesleurd,
ik wist, ik kon op jou vertrouwen.
Blindelings volgde ik jou,
en ‘k legde m’n leven in jouw handen
want ik wist,
je bent een echte vriend.
Dus alsjeblieft,
als voor jou het leven donker wordt,
wees dan niet bang
en weet dat ik er voor jou
ook altijd zal zijn
om een beetje licht weer te laten schijnen.

 

Oorlog

Lopen door velden,
vol haat en verscheurd.
Omdat ze je net vertelden,
wat met je kameraad was gebeurd.

Maar ze mochten niet klagen,
geen tijd voor verdriet.
Ook al was het maar een strijd van dagen,
het was er een die sporen achterliet.

Door passie doordrongen,
met woede vervuld,
krijgslustige teksten gezongen,
verloor ieder z’n geduld.

Van grote veldslagen bleven ze dromen,
De vijand zouden ze glansrijk verslaan.
Maar op het punt van de frontlinie aangekomen,
zagen ze alleen weerloze vrouwen en kinderen voor zich staan.

Woorden uit mijn hart © Marijke Geebelen

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2003  Marijke Geebelen