Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2002  Masja van Herpen  Beoordeling BSN

Sporen - Masja van Herpen

Gezoem en een klik vlakbij maakten hem bewust dat hij in slaap gevallen was. Hij opende zijn ogen, draaide op zijn zij en keek naar een kleine vrouw die op haar knieën in het zand naast zijn rugzak zat. Haar gezicht was half verborgen achter lang krulhaar. Ze klikte een versleten zwart dopje voor de lens van een ouderwetse spiegelreflexcamera op haar schoot. Arvid keek naar haar kleine handen, mooie verzorgde nagels en verwonderde zich over de gracieuze manier waarop deze het toestel vasthielden. Zijn blik gleed langs haar sterke, zachte armen die bruin afstaken tegen het lichte bloesje dat ze droeg. Ineens hief ze haar hoofd op en keek hem aan. Hij schrok, voelde zich een moment betrapt op het ongegeneerd bespieden van een medemens, maar kwam vrij snel daarna tot de conclusie dat de situatie precies andersom was.
`Wat doe je en wie ben je?´ vroeg Arvid. Het klonk strenger dan hij bedoelde, al vond hij het geen prettig idee dat een onbekende hem in slapende toestand fotografeerde. Straks zag hij zichzelf in slapende toestand terug in een of ander tijdschrift.
`Ik ben Mara,´ zei ze rustig en vriendelijk, `en ik maak foto’s. Ook van jou; je lag er zo mooi bij.´
Hij lachte. Een beetje in verlegenheid gebracht. Ze leek oprecht onschuldig.
`Zo zo, fotografeer je vaker vreemde mannen op het strand?´
`Niet speciaal. Ik schilder en fotografeer sporen en ontdekte al speurend jouw enorme voetafdrukken. Welke schoenmaat heb je?´
Ze keek afwachtend en vond het blijkbaar heel normaal dit aan een vreemde voorbijganger te vragen. Brutaal, maar ook ontwapenend. Hij vertrouwde haar, al wist hij niet precies waarom.
`Zesenveertig.´
Hij keek naar zijn voeten. Herinneringen aan plagerijen toen hij nog op de middelbare school zat kwamen weer boven. Of hij het zich wel kon permitteren op grote voet te leven, of hij geen wegenbelasting moest betalen met zo’n schoenmaat en meer van dat soort flauwe grappen. Hij was zich al lang niet meer zo bewust van zijn grote voeten en dat zelfs de afdrukken in het zand indruk maakten had hij zich nooit gerealiseerd.
Arvid stond op en zag nu hoe sporen van wind en vogels fijne tekeningen in het zand hadden gemaakt waar zijn voetafdruk nogal grof tegen af stak. Hij had dagen achtereen gelopen. Zijn gepieker over het werk, zijn sociale netwerk en de zinloosheid van het bestaan had plaats gemaakt voor eenvoudig genieten van het natte en droge zand onder zijn voeten. Het leven was zo heerlijk eenvoudig geweest. Lopen langs de kust gedreven door de zon die zijn rug zo aangenaam verwarmde. Kijken naar de schommelende spiegelingen in het water en luisteren naar het krachtig gekras van de meeuwen boven zijn hoofd. Verder niks. Leegte.
`Ik waande me alleen in de natuur. Het is heerlijk hier te zijn. Zo stil en volmaakt. Ja, de natuur is betoverend mooi. Fantastisch hoe de zon nu van kleur verschiet. Moet je kijken.´
Arvid keek. Hoe laat was het? Intuïtief tilde hij zijn rechterpols omhoog waar al dagen geen horloge om zat. De zon was oranjerood en stond laag en dus zou het nu ongeveer negen uur ’s avonds moeten zijn. Vreemd dat hij toch steeds zocht naar een kader van tijd en plaats, terwijl hij zijn horloge en agenda bewust thuis had achtergelaten om los te komen van de dagelijkse routine. `Wil je misschien een paar foto's van mij maken met de ondergaande zon op de achtergrond?´ `Nou vooruit! Wat had je in gedachten? Ik zal dansen en jij kijkt maar wat mooi is en tja, klik maar een eind weg, ik heb genoeg rolletjes bij me.´
Arvid bekeek de camera en dacht na over de instellingen. Tegenlicht en beweging. Wat was mooi? Een lange sluitertijd zou de beweging beter zichtbaar maken, maar wel wat vaag. `Opschieten Arvid, de zon is al bijna onder!´ Mara draaide de radslag een aantal keren achter elkaar. Arvid keek, klikte en volgde Mara met de camera. Op afstand, dichtbij, liggend, staand en knielend terwijl zij ritmisch en soepel bewoog op de maat van de proestende golven.

Toen de zee zilverblauw oplichtte tegen het donkere hemelgewelf en zelfs de langste sluitertijd niet meer genoeg licht kon vangen, stopte Arvid met fotograferen. Hij ging liggen en keek naar de talloze sterren. Wat een typische ontmoeting. Zelden had hij zo’n onbevangen spelende vrouw als Mara ontmoet. Ze was mooi en bewoog vooral ook zo sierlijk. Natuurlijk en ontspannen en niet geplaagd door valse schaamte of verlegenheid. Meestal voelde hij zich ongemakkelijk bij mensen die deden voor ze dachten, maar nu had ze hem gedwongen mee te gaan met de camera en zichzelf te vergeten. Koude druppels plengden op zijn droge, warme rug.
`Ga mee zwemmen, het is heerlijk.´
Arvid aarzelde even, trok toen zijn kleren uit en rende achter Mara aan de golven in. Ze lachten, sprongen en doken door de golven en achter elkaar aan. Later lagen ze met hun natte, blote lijven in het zand en rolden zo het water in. Hij verloor langzaam zijn normale behoedzaamheid kuste Mara met kloppend hart in het lage water onder de sterrenhemel.
`Is het niet idioot dat ik hier lig te vrijen met een wildvreemde vrouw?´ schoot het door zijn hoofd en hij verstarde.
`Niet denken, maar doen en zijn zoals de zee. Bruisend en vol overgave,’ schoot het door zijn hoofd en hij gaf zich over aan de krachten van toenemende oerdriften.
Een zijn met de natuur was prachtig. Gekriebel aan zijn neus maakte hem wakker. Hij opende zijn ogen en zag het krulhaar van Mara vlak voor zijn gezicht. Het zachte zand waarop hij lag, voelde koel aan. Voorzichtig ging hij zitten, trok een trui aan en keek naar de zilveren maan die weerspiegelde in het ritmisch stromende water verderop. Levend water dat ademde als Mara’s borst die eveneens ritmisch op en neer ging. Ze leken op elkaar, de vrouw en de zee. Prachtig, maar ook gevaarlijk. De stille duinen achter hem met stekelig helmgras en prikdraad waren er niet voor niets.
Mara’s mond stond een beetje open en ze leek een kind zoals ze vol vertrouwen met haar hoofd op zijn T-shirt lag. Ze was mooi, maar onpeilbaar. Feitelijk wist hij niet veel meer van haar dan haar naam. Wie ze was, waar ze vandaan kwam of naar toe wilde was niet besproken. Niks was besproken die avond. Alles was simpelweg gebeurd. Ze had hem meegetrokken in haar spel en hij had het fijn gevonden om alle bezwaren van zich af te laten glijden en vrij te zijn. Even ontsnappen uit zijn verstandelijke keurslijf. Wat waren de consequenties van deze mooie zomeravond? Zou ze zwanger zijn? Het idee benauwde hem. Arvid wilde niet denken aan consequenties. Hij wilde verder zonder ballast in het hoofd. Hij pakte zijn rugzak op, gaf Mara een klein kusje en ging er daarna als een dief in de nacht vandoor.
Hij hoopte dat deze uitspatting geen sporen na zou laten.

Sporen © Masja van Herpen

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2002  Masja van Herpen  Beoordeling BSN