Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2007  Mathilde de Vries

De socialistische arbeider - Mathilde de Vries

Het was begin 1969. De hele wereld stond op z'n kop. De studentenrellen in Parijs waren voorbij, op de Dam werden beha's verbrand, overal waren er protestmarsen tegen de Amerikaanse interventies in Vietnam. Ook de economische hogeschool in Tilburg was bezet. 'Karl Marx Universiteit' stond er met grote letters boven de ingang gekalkt. De studenten hadden de macht overgenomen.
In de gangen schreden geen togadragende hoogleraren meer, langharige studenten maakten er de dienst uit. Ze stonden er in groepjes met elkaar te praten of liepen met een slaapzak onder hun arm op zoek naar een rustig plekje. Overal lag afval: lege blikjes, sigarettenpeuken, papieren zakdoekjes lagen in hoeken in de gangen en collegezalen. De lucht was niet helemaal fris, het was te ruiken dat de meeste jonge mensen al dagen in het gebouw, waar geen douches waren, sliepen.
Hulptroepen van buiten zorgden voor het eten. Grote pannen kippensoep, bergen macaroni met soepgroente, echte studentenkost. Ook muziek was er volop. Allerlei installaties met een groot vermogen waren het grote gebouw binnengesleept. In verschillende ruimtes werd gedanst op Jimmy Hendrix, Jim Morrison, Iron Butterfly en op weer een andere plek kon je the mothers of invention beluisteren: 'the president of the united states, he's been sick…', 'hello teenage America, I'm Suzy Creamcheese'.

Een van de studenten, John, had toen hij in de stad was in een kroeg een arbeider gevonden die de bezetting wel wilde steunen. Hij loodste hem nu door de beveiliging met de woorden 'dit is Louis, de socialistische arbeider. Hij steunt de bezetting en is ook, net als wij, tegen het establishment en tegen bezit. Hij wil hier ook blijven slapen en meedoen met ons'. Louis mocht doorlopen, hij kreeg een klap op zijn schouder en een beker slappe koffie in zijn hand gedrukt.
John nam hem mee naar een vergaderkamer waar een hele groep langharige jongens en meisjes om een grote tafel zat. Ze keken allemaal heel serieus. John duwde Louis naar voren. 'Jongens, dit is Louis, de socialistische arbeider. Louis steunt ons verzet, hij komt ons meehelpen. Hij komt hier ook slapen en als het nodig is, zal hij meevechten tegen de politie. Hij is tegen bezit en tegen de macht van het establishment.'
Louis knikte terwijl hij rondkeek. 'Jonges' zei hij, 'goeiendag. Ik eh..'. Iedereen luisterde gespannen wat hij nog meer zou gaan zeggen. Een meisje hielp hem 'ik snap het al, de gevestigde orde heeft je nooit de kans gegeven om je zegje te doen. Nu kost het je moeite. Geeft niets hoor. Wij weten wel wat je wilt zeggen. We begrijpen dat je tegen de gevestigde orde bent en dat je ons steunt. Wij zijn tenslotte de toekomstige bestuurders van dit land. Welkom vriend'. Ze stond op, liep naar hem toe en omhelsde hem. Louis kreeg het er zeer warm van. Zo'n meisje tegen zich aan, een meisje met puntborstjes en lang blond haar dat weliswaar niet meer helemaal fris rook maar dat gaf niet. Het was al weer een hele tijd geleden dat hij, een vrijgezel, een vrouw in zijn armen had gehad. Hij pakte het meisje eens goed vast, ze liet het toe en zoende hem op zijn wang. Met een rode kop stond hij in de vergaderruimte. Het meisje ging weer zitten. Een ander meisje stond op om Louis te verwelkomen, de een na de ander kwamen ze hem omhelzen en een zoen geven. Het zweet brak hem uit, hij was bang dat zijn handen dingen gingen doen die niet helemaal de bedoeling waren. Toen alle meisjes Louis hadden verwelkomd, kreeg hij een flinke por tegen zijn schouders. 'Wat vind je ervan' vroeg een zeer baardige langharige knul. 'Ja, eh, goei jonges die studente', zei Louis. 'Jongens, die houden we er in', riep de baardige knul die Albert bleek te heten.
Er werd een stoel voor Louis aangeschoven. 'Kom Louis, we zijn aan het vergaderen. Doe mee jongen!'. Hij ging zitten en probeerde in zich op te nemen wat er gezegd werd. Zijn ogen dwaalden rond en bleven hangen op de doorkijkblouse van een van de meisjes. Ze had geen beha aan en ze had kleine puntborstjes. De tepeltjes staken brutaal omhoog, Louis zag ze door de blouse heen schijnen. Hij droomde weg en dacht aan de laatste keer dat hij met een vrouw naar bed was geweest. Met zijn laatste hospita had hij af en toe het bed gedeeld. Bep, een weduwvrouw, was er niet echt vies van. Ze had hem af en toe toegang tot haar geheime plekjes verleend. Er waren meer mannen geweest, met wie ze af en toe een nacht doorbracht. Louis had dat geen bezwaar gevonden, het ging hem niet om liefde, hij wilde gewoon af en toe een vrouw bij zich in bed en Bep was een zeer acceptabele vrouw die wel van wanten wist.
Maar hoe zou nou zo'n meisje zijn, zo'n onbedorven schepseltje met kleine borstjes, een zachte huid en een kleine bolling waar Bep een buik had. Ooit, toen hij zelf jong was, had hij wel eens een beetje gevrijd met zo'n jong meisje. Verder dan een beetje tongzoenen en voorzichtig voelen aan een borst, was het nooit gekomen. Echte seks had hij pas gehad, toen hij bijna 30 was.
Opeens stond iedereen op, 'kom op Louis, we gaan naar de aula, de massa toespreken'. Hij liep mee met de studenten, werd tussen hen in meegevoerd als een trofee, de arm van Albert lag amicaal over zijn schouders. De hele zaal zat vol met studenten. Overal zaten groepjes met elkaar te praten, jongens en meisjes zaten op stoelen, op stoelleuningen, op de trappen naast de stoelenrijen. De vergadergroep liep naar het podium, ze gingen met z'n allen op de grond zitten. Louis werd midden tussen hen in getrokken, hij zat tussen twee jongens in. Albert pakte een microfoon en zong 'solidariteit voor altijd, solidariteit voor ahaltijd, solidariteit voor altijd, als de rooie revolutie komt, en die komt'. Louis werd omhoog getrokken. 'Jongens', riep Albert, 'dit is Louis. Louis is uitgebuit door het systeem. Ook hem is, net als bij ons, de mond gesnoerd. Hij komt ons steunen, hij vecht met ons mee tegen onderdrukking. Louis, wat is jouw boodschap?' Louis kreeg de microfoon in zijn handen geduwd. Hij keek de zaal rond, dronken van blijdschap, dronken van zoveel bevestiging. 'Goei jonges, die studente..', zei hij en gaf de microfoon terug aan Albert. De zaal klapte en joelde. Louis knikte, lachte en boog. 'Goei jonges', riep hij luid.

Zo volgden er gedurende die eerste dag nog enkele bijeenkomsten waar Louis zijn inspirerende boodschap kwijt kon. Steeds werd er gejoeld en geklapt nadat hij zijn bondige zegje had gedaan. Glimmend van trots liep hij steeds met Albert door de gangen. 'Mijn maat Louis, de socialistische arbeider', zo stelde Albert hem overal voor.
's Avonds werd er eten uitgedeeld, daarna namen ze hem mee naar een zaal waar muziek werd gedraaid, harde muziek. Niet iets wat hij kende maar hij voelde zich inmiddels zo goed, dat hij alles kon apprecieren. Er werd gedanst op de muziek en er gingen joints rond. Hij had nog nooit hash gerookt maar hij wilde overal aan meedoen dus hij blowde ook. Joint tussen zijn vingers, linkerhand over de rechter zodat er niets kon ontsnappen en inhaleren maar. Hij voelde zich wel wat licht in het hoofd worden maar verder merkte hij niet veel.
Om hem heen hoorde hij kreten als 'ik ga out', 'heavy man', hij zag dat er studenten waren die zich oprolden en tegen de muur gingen liggen slapen. In die herrie, hoe konden ze.
Nadat de zoveelste joint was rondgegaan, voelde hij zich toch ook wel erg slaperig worden. Hij ging op zoek naar zijn slaapzak, waar was die gebleven. De gangen in het gebouw waren erg lang, kilometers lang leken ze. Hij bleef maar lopen, urenlang, nergens een slaapzak te vinden. Opeens kon hij echt niet meer, onder een kapstok ging hij liggen. Een oude jas die er hing, trok hij nog over zich heen en hij was vertrokken.
De volgende dag werd hij met een duf hoofd wakker. Een meisje met lang blond haar lag vlak bij hem op de harde, koude grond te slapen. Zorgzaam legde hij een jas over haar neer. Hij keek naar het slapende gezichtje. Wat mooi, zo'n meisje. 'Nou nie sentimenteel worde', sprak hij zichzelf streng toe. Hij stond op, rekte zich uit en ging op zoek naar iets. In een toilet gooide hij wat water in zijn gezicht. Ook hier lagen trouwens mensen te slapen. En wat zag hij daar, een slaapzak waar van alles in bewoog. Aandachtig bleef hij staan kijken. Waren ze echt aan het….. Uit de slaapzak kwam gekreun, vrouwelijk gekreun even later vermengd met mannelijk gekreun. Toen het gekreun ophield, werd met een ruk de slaapzak opengeritst en sprong er een bloot meisje uit. 'Vlug even plassen', zei ze en ze rende naar de wc. Louis keek zijn ogen uit. De borstjes van het meisje hupten parmantig op en neer, een vochtig spoor liep langs haar benen naar beneden, haar haren zaten in de war, haar huid bloosde.
'Wat sta je daar te kijken man', hoorde hij. Hij kwam tot zichzelf. De jongen die nog in de slaapzak lag, had zich tot Louis gericht. 'Flikker op man, heb je nog nooit een naakt wijf gezien.' Louis droop af.
Overal waar hij langsliep, lagen mensen te slapen of te vrijen, soms zelfs met z'n drieen. Zoiets had hij nog nooit gezien.
In de kelder van het gebouw, had iemand koffie gezet en broodjes gesmeerd. Hij ging zitten en at een broodje. De koffie was smerig, veel te slap, het broodje was belegd met cocosbrood. 'Hebben jullie geen kaas', vroeg hij. 'Nee meneer', werd er gezegd, 'de bezittende klasse voedt zich met kaas. Wij moeten het met giften doen en cocosbrood is een van die giften'. 'Ik ben Louis,' zei hij 'ik ben de socialistische arbeider. Ik ben geen meneer.' 'Nou goed dan Louis, kaas hebben we dus niet.'
Met moeite werkte hij het broodje weg, de koffie liet hij staan.
Hij ging weer naar boven, kijken of hij Albert kon vinden. In de gangen stonk het, dat rook hij wel nu hij even weg was geweest.
Na een hele tijd vond hij Albert weer, in een vergaderkamer. Er werd alweer vergaderd, weer zo'n hele groep studenten die ernstig keek. Louis werd begroet als een ouwe maat, er werd een stoel voor hem vrijgemaakt en hij ging weer zitten. Hoe zou het zijn, mijmerde hij, met z'n drieen. Hij als man met twee vrouwen? Hij zou handen en tongen tekort komen om nog maar te zwijgen over kleine Louis die zich inmiddels door al zijn fantasieen begon te roeren in zijn broek.
'En Louis', hoorde hij 'wat vind je ervan'. 'Goei jonges die studente', hij knikte en ging staan 'goei jonges en meisjes, die studente'. 'Ben je voor gelijkheid van mannen en vrouwen Louis? Hoor ik dat in je woorden?' 'Ja ja', hij knikte 'goei jonges en meisjes' en hij ging weer zitten.
 

De socialistische arbeider © Mathilde de Vries

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2007  Mathilde de Vries