Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Michael Hodde

De oervader - Michael Hodde

De avond was al vergevorderd toen hij de pub ‘The Kings Army’ in de oude engelse stad Oxford binnenkwam. Het rook naar bier en vet, een zure lucht, zoals dat hoort in een kroeg. Hij zag haar meteen. Ze zat met haar vriendin aan de lage tafel schuin achter de bar, druk in gesprek, haar handen gebarend in de lucht. Hij ging zitten aan de met donkere houten planken afgetimmerde bar en streek even met de achterkant van zijn hand langs zijn korte baard. De man liep tegen de veertig, nog niet kalend, maar de eerste scherpe lijnen in zijn gezicht, rond zijn mond en ogen, op die plekken waar het vel zich dagelijks vele malen plooit bij het spreken of lachen, waren al ingesleten.
De barkeeper haastte zich in zijn richting. Hij bestelde een whisky, die zonder aarzeling direct naar binnen werd gegoten, waarna hij zijn glas op de bar neerzette, de barman vragend aankeek en zijn rechterhand opstak.
'Lastige dag achter de rug, sir?' vroeg de man achter de bar, een nog jonge vent met kort, donker haar en een vriendelijk, open gezicht, terwijl hij opnieuw het glas vulde. Hij was wel gewend aan eenzame gasten, meestal wetenschappers, die zich soms flink lieten gaan.
'Lastig, wat is lastig. Lastig is het woord niet. Lastig zijn drukke kinderen in een restaurant, die maar niet willen zitten. Nee, moeilijk. Een moeilijke dag. Ja, dat is het goede woord. Moeilijke maanden, eigenlijk. Jaren, misschien wel. Maar...dat is nu bijna voorbij.'
Zijn accent maakte duidelijk dat engels niet zijn moedertaal was, iets dat voor veel mensen in deze stad opging. Uit alle windstreken van de wereld waren wetenschappers hier aanwezig om hun briljante breinen te bundelen tot een collectief geestelijk krachtenveld. De man krabbelde weer even in zijn baard en zette zijn kleine, goudkleurige bril recht, voordat hij ook het tweede glas zonder aarzeling achterover sloeg.
'Drink iets van mij, ik heb iets te vieren,' zei hij tegen de barkeeper. 'En geef die dames daar ook wat, geef ze nog maar een keer hetzelfde.' Met een glimlach knikte hij met zijn hoofd in de richting van de twee jonge vrouwen. 'En een nieuwe voor mij graag, hoor je?' Uitnodigend keek hij de barkeeper aan, met iets van dwang in zijn donkere ogen, zonder onvriendelijk te zijn.
'Een halve pint Guinness dan, sir, geen whisky voor mij.' Hij schonk de glazen vol en bracht twee pints Green Goblin naar de vrouwen aan de houten tafel, terwijl hij iets tegen ze mompelde. Ze keken eerst naar de barkeeper, vervolgens naar de man aan de bar, daarna weer naar elkaar, glimlachten naar hem, terwijl ze hun pints omhoog  hielden, keken elkaar weer aan en barstten vervolgens uit in een hoog, gierend gelach. Eén zat met haar rug naar hem toe, maar de ander zat recht voor hem, degene die hij zag toen hij binnenkwam. Ze was prachtig, hooguit vijfentwintig, met een wat vooruitstekende kaak, een kleine, volle mond, diepliggende ogen en een prachtige, sierlijke nek die wel uit marmer leek te zijn gebeeldhouwd. En haar lach maakte haar alleen maar mooier. Met een klap werd een nieuwe whisky voor hem neergezet. Hij pakte zijn glas met twee handen eromheen op, alsof hij zich aan de inhoud wilde warmen, en keek de barkeeper vragend aan. 
'Mijnheer werkt hier in de stad?' De barkeeper vroeg het zo licht mogelijk, met een neutrale stem. Hij was er niet om lastige vragen te stellen.
'Ja, ik werk hier. Ik werk aan de universiteit, een groot project. Maanden en maanden zijn we al bezig. Nu is het bijna klaar. In deze stad, tussen al die eeuwenoude kennis en cultuur, gaan we het volbrengen. Morgen is de grote dag.'
De invloed van de drank was inmiddels hoorbaar. 'Ja, morgen is de dag. Kijk, moeilijk, in de technische zin, is het niet. Mijn project bedoel ik. Het is meer.. het begrijpen. Ik zal u niet vermoeien met de details, heel technisch allemaal, maar wat we doen kan enorme invloed hebben op de toekomst. Vrouwen, bijvoorbeeld,' zei hij met een hoofdknik naar de twee jonge vrouwen, 'vrouwen worden in zekere zin overbodig. Overbodig in de zin van...broedmachines, nodig voor de replicatie van het leven. Vrouwen worden weer waarvoor ze zijn bedoeld volgens God. Eva is geschapen uit de rib van Adam, zoals u wellicht weet, maar niet voor de kindertjes. Nee, voor zijn plezier! Adam verveelde zich in dat volmaakte paradijs! Daarom werd de vrouw geschapen, voor het vermaak van Adam! Ja! Prachtige stelling, nietwaar?' Verheugd keek de man de barkeeper aan, die zijn blik niet beantwoordde.
'Kijk, weet u iets van gentechnologie?  U heeft vast wel eens gehoord van DNA?'
De barkeeper knikte zijn hoofd. Als gesjeest student had hij niet veel kennis vergaard, maar alle verhalen die hij dagelijks aangeboden kreeg van zijn gasten hadden ervoor gezorgd dat hij overal wel wat vanaf wist. Veel wetenschappers gebruikten hem als klankbord, en omdat ze hem meestal als achterlijk beschouwden deden ze hun uiterste best alles zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.
'Nou, dan weet u dat een cel een kern bevat, die weer uit chromosomen bestaat, die weer uit genen bestaan, en al die genen bij elkaar is dan het DNA. Dat is te volgen, nietwaar?' Zonder op de reactie van de barkeeper te letten ging de man verder.
'Goed. We zijn nu al een tijdje in staat DNA code te lezen, en snappen ongeveer welk deel wat doet. En we kunnen nu zelfs een nieuwe, aangepaste celkern produceren, met hulp van de computer. En daar doen we nu twee nieuwe dingen mee.'
Hier pauzeerde de man even om in de richting van de mooie, jonge vrouw te kijken, die juist een hoge lach liet horen. Ze was druk en vrolijk als een uitgelaten puber, alles aan haar leek te bewegen in het ritme van haar stem. En net toen hij haar ogen zocht, keek ze hem aan. En ze lachte naar hem. Niet alleen haar mond lachte, maar ook haar ogen, haar gezicht, alles aan haar leek even samen te komen in de prachtige lach die ze hem gaf. Snel wendde hij zijn blik af.
'Twee dingen dus,' hernam hij het woord, terwijl hij twee vingers in de lucht hield. 'U moet weten dat het mannelijk chromosoom alleen van man tot man gaat.Vaders geven dat stukje rechtstreeks aan hun zoon. Alle andere chromosomen zijn versmeltingen van het celmetariaal van de vader en de moeder, maar dat is hier niet het geval. Je kunt nu heel ver teruggaan in de tijd, naar de oudste man waarvan nog genetisch materiaal te vinden is. De oervader. We kwamen uit bij iemand die naar schatting 60.000 jaar geleden heeft geleefd.'
Hij sprak deze laatste woorden heel langzaam uit, om zijn woorden de volle impact mee te geven. 'Een soort aap dus, eigenlijk. Deze oervader hebben we Adam genoemd. Er bestaat overigens ook een Eva, die vreemd genoeg veel ouder is. Vloeken in de kerk natuurlijk, maar ach, dat doen wetenschappers wel vaker, nietwaar. Dat wij aan Christ Church college zijn verbonden is nog wel de grootste grap, haha. Dit had zelfs Dodgson niet kunnen verzinnen toen hij Alice in Wonderland schreef, hahaha.' Hij sloeg op de bar met zijn beide handen.
'Goed. Dat compete DNA van Adam, dus alle genen achter elkaar, hebben we in de computer gezet. Daarmee hebben we dus de blauwdruk van de oervader te pakken. Maar dat is niet het enige...'
De man zweeg, en zag tot zijn schrik dat ze was opgestaan. Ze schudde haar lange, blonde haren en duwde met haar vinger een streng achter haar oor in één vloeiende beweging. Ze was lang, en ze droeg een kort rokje zonder panty met een laag uitgesneden shirt, zoals gebruikelijk in het uitgaanscircuit van Oxford. En ze kwam op hem af. Met elke stap die ze in zijn richting deed werd hij kleiner, elke stap leek een uur te duren, tot ze voor hem stond, en even kort met haar hand zijn knie aanraakte.
'Zeg, dank je wel voor je drankje,' zei ze met plat Oxford accent, terwijl ze hem aankeek en haar hoofd iets schuin hield. 'Ja, ja, het was niets,' mompelde hij, terwijl hij zijn blik iets onder haar ogen hield en moeite deed om niet naar de glooiing van haar borsten te kijken. Hij ademde diep in om haar zoete geur te vangen. 'Ik, eh, ik heb iets te vieren, vandaar dat, eh.' Ze knikte naar hem, glimlachte. Hij zag nu dat ze allemaal sproetjes om haar neus had, die uitwaaierden over haar hoge jukbeenderen, wangen, hals en borst. 'Ja, mijn vriendin en ik, wij vroegen al ons af, waar hebben wij dát aan te danken.'
Haar blik ging snel richting vriendin, die zich had omgedraaid op haar stoel en geamuseerd toekeek.
'Ja, eh, mijn project. Mijn project is bijna klaar, en daar...dat maakt me blij..' Zijn stem klonk weer wat krachtiger nu.
'Nou, misschien vieren wij het straks wel met je mee!' Weer die hand op zijn knie, iets langer nu. Ze keek hem aan, keek weer naar haar vriendin, een glimlach om haar mond, gaf hem haar volle lach, waardoor haar mooie, kleine tanden zichtbaar werden, en liep toen door in de richting van het toilet. Hij keek de barkeeper aan met iets van opluchting, glimlachte, tikte op zijn lege glas en hervatte zijn verhaal. 
'Kijk. Wat we nu doen is die hele string DNA vergelijken met alle bekende genetische afwijkingen. En als we iets vinden, dan verwijderen we dat. We verbeteren de oerstring, zeg maar. In zekere zin kun je zeggen dat we het werk van God verbeteren. En nu gaan we de laatste, logische stap zetten.' Hij zweeg weer even veelbetekenend.
'We gaan onze nieuwe mens, onze verbeterde versie van de mens, tot leven wekken. We beginnen met één kloon. Daarna kunnen we er honderden, duizenden maken als we willen. Supermannen, zonder aangeboren afwijkingen, erfelijke ziektes of allergieën. Wist u dat alles wat een bevruchte eicel nodig heeft om te groeien, de placenta, de navelstreng, ook wordt gemaakt door de eerste twee cellen? Bij een kloon is dat niet anders. In een ruimte die lijkt op een baarmoeder werkt het precies zo. Dat maakt de vrouw feitelijk overbodig. De wereld zou vol mannen kunnen worden. Superieure mannen, vrouwen doen er niet meer toe.' De man zweeg even en keek naar de fraaie lange benen van de jonge vrouw die juist langs hem liep, terug naar haar plek aan de tafel.
'Maar dat is afschuwelijk!' riep de barkeeper uit. 'Afschuwelijk! Alleen maar mannen?'
'Tja, wat u zegt. Inderdaad. Daar zit de moeilijkheid. Dat is waar ik mee worstel, snapt u. Waar gaat het toe leiden? Alleen maar mannen? Of gaan we straks ook Eva maken, een perfecte vrouw, maar dan alleen voor het plezier van de man? En daarbij: leven dat genetisch perfect is, zonder schoonheidsfoutjes, is dat nog wel menselijk leven? Vind u ook niet dat een vrouw pas echt mooi is als ze juist niet perfect is, als er nog wat menselijks aan haar te ontdekken is? Een scheve tand ofzo, maakt niet uit. Dat is wat haar aanraakbaar maakt. Daardoor durven we haar aan te spreken. De menselijke maat is die van het schoonheidsfoutje. Van de imperfectie. Dus wat voor leven gaan wij opwekken, met onze perfecte code. Dát  vraag ik u.'
Hij stopte weer met praten en zag dat de twee jonge vrouwen nu allebei opstonden, hun stoelen naar achter schoven, elkaars hand pakten en met een brede lach op hun gezicht naar hem toe liepen. En deze keer kromp hij niet. Deze keer niet. Hij voelde zich groeien bij elke volgende stap in zijn richting.  

De oervader © Michael Hodde

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Michael Hodde