Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2013  Nienke Pool  Beoordeling Vesseur

Welkom op Facebook - Nienke Pool

‘Signora, zeg iets. Spreek en vertel ons wat er is gebeurd.’
Maura hield haar lippen stijf op elkaar.
‘Signora, we hebben uw man gevonden. Hij is dood,’ sprak de agent en pakte haar hoofd pijnlijk vast. ‘We weten wat er zich heeft afgespeeld.’
Maura keek de kille kamer rond. Ze kon geen kant op. Een jonge agent stond in zijn protserige uniform met een te grote politiepet op, voor de deur te posten. Strak staarde hij voor zich uit, terwijl de oudere agent haar in slecht Engels toesprak. Zweet parelde over zijn veel te brede voorhoofd.
De deur zwaaide open en twee mannen in zwarte pakken betraden de kamer.
‘Interpol,’ zeiden ze tegen de agent met de zweetplekken onder zijn oksels. ‘Wij nemen het over vanaf hier.’ Ze zwaaiden een legitimatie in de lucht en namen voor Maura plaats.
‘Ze heeft niets gezegd,’ zei de agent verontschuldigend. De mannen van Interpol keken hem hooghartig aan. ‘Wat het ook is dat ze weet, wij krijgen het wel uit haar.’

*

Oververhit was Maura vier weken geleden aangekomen. De reis vanuit Nederland was te lang en te heet geweest. Vermoeid stapte ze de koele ontvangstruimte van het hotel binnen. Nou, dat was iets teveel eer. Het hotel was een traditionele Agro Tourismo, de Italiaanse variant van een Bed & Breakfast.
‘Scusi signora, la nostra cucina è chiusa oggi.’
Maura was zo moe dat ze de eigenaar maar half verstond. ‘Gesloten zegt u? Ik kom helemaal uit Holland. Dit kunt u niet menen.’
Wat een rotreis.
Het was al begonnen bij de particuliere parkeergarage op vliegveld Eindhoven.
‘Tachtig euro voor twee weken parkeren op honderd meter lopen van het vliegveld,’ beloofde de brochure.
‘Sorry, we zijn overboekt. We hebben u een mail gestuurd, maar u antwoordde niet dus hebben we uw reservering gecancelled. U kunt voor vijftig euro extra uw auto een eindje verderop parkeren. Het is maar een kwartiertje lopen.’
Maura keek naar haar hoge hakken en dacht aan haar volgeladen koffertje. ‘Dat gaat niet lukken. Heeft u nog iets anders in de aanbieding?’
‘Voor twintig euro erbij, parkeer ik hem voor u. Ik geef u mijn 06 nummer en bij aankomst belt u mij.’
In haar hoofd telde Maura haar geld. Ze had de reis last minute geboekt en had niet veel zakgeld over voor de komende twee weken. ‘Akkoord,’ zei ze met tegenzin.
Bij de bagagecontrole bleek haar koffer zes kilo te zwaar.
‘Hij mag niet mee in de cabine. U zult hem moeten inchecken.’
‘Moet ik daarna weer via de controle?’
‘Natuurlijk. Wat dacht u dan? Dat wij iedereen die een te zware koffer meeneemt, een privé escorte geven?’
Maura was op haar pijnlijke voeten teruggestrompeld en achteraan de rij van de incheckbalie plaatsgenomen. Twintig minuten en vijftig euro verder kroop ze bijna richting douane. ‘Op het reisbureau zeiden ze dat een koffer twintig euro kostte,’ had ze tegen de incheck-mevrouw gezegd.
‘Als u vooraf boekt wel, maar last minute is het ietsje duurder.’
Ietsje duurder. Trut.
De reis was spotgoedkoop geweest en de service aan boord navenant. Blij dat ze heelhuids aangekomen was, wachtte ze drie kwartier lang op haar koffer en nam vervolgens plaats in de Hertz-rij.
Een fiat500. Cool, een roze wil ik.
’De laatste 500 is helaas zojuist verhuurd. Reservering geeft in deze drukke maanden helaas geen volledige garantie. We hebben alleen nog een Punto voor u. Een oud modelletje, helaas. Met verzekering erbij komt dat op 450 euro en u heeft al 300 euro vooruitbetaald. Blijft dus over: 150 euro plus de verzekering. Komt het totaal op 200 euro.’
Maura zuchtte. Dit ging te ver.
Stelletje oplichters.
‘Geeft u mijn geld terug. Ik ga naar het loket hiernaast.’ Moedeloos keek ze naar de ellenlange rij van de concurrent.
‘Helaas, dat gaat niet. Wij kunnen u reservering wel voor u annuleren. U hebt dan binnen drie weken uw geld terug. Minus de reserveringskosten natuurlijk.’
‘Ik neem de Punto, als ie maar niet eigeel is.’
Vijfentwintig minuten later stelde Maura Googlemaps in, op haar Iphone en reed in haar eigele Punto naar het hotelletje.
Op Facebook plaatste een foto met onderschrift. Welke suffe Fiatbolleboos heeft eigeel als standaardkleur gekozen? Fiatsco!

*

‘Gesloten? Waar moet ik heen?’
De hoteleigenaar schudde vriendelijk zijn hoofd. ‘Nee Signora, Ik had u niet in het Italiaans mogen aanspreken. Vergeef mijn slechte Engels. De keuken is vanavond gesloten. Een Italiaanse wielrenner kan de Tour de France winnen en vandaag is de beslissende etappe. Wij hebben vanochtend wat simpele gerechten voor de gasten gemaakt. Het is gratis en de overige gasten zitten al voor de TV. Uw neef is reeds gearriveerd. Welkom.’
Gratis klinkt goed. Nu maar hopen dat die verre neef van me geen volslagen idioot blijkt te zijn, die geen woord Engels spreekt.
‘Hallo, ik ben Franco Sciarone, je achter-achter neef.’ Maura keek in de mooiste bruine ogen die ze ooit had gezien. Zijn stralende lach maakte haar hele dag weer goed. Misschien zelfs haar volledige week.
Niet huilen. Slik die tranen weg.
Ze groette alle aanwezigen en keek hongerig naar de rijkelijk gevulde tafel. Als dit simpel was, dan verheugde ze zich nu al op de specialiteiten. De Italiaan reed als eerste Parijs binnen en de wijnflessen met de overheerlijke zelf gebrouwen wijn, waren aan het einde van de avond niet meer te tellen. De ogen van Franco werden steeds bruiner en zijn vlijende woorden streelden haar gekwetste ziel. Dit was wat ze nodig had. Vakantie!
‘Het is niet te zien dat jullie familie zijn,’ zei de eigenaar. ‘De signora heeft zulke mooie rode haren.’
Franco keek Maura recht in haar ogen aan en bracht zijn hand naar haar nek. Een tinteling ging door haar lichaam. Hij lachte en zelfs zijn lippen deden mee. ’Het is alleen een schande dat de signora zoveel moois in een lelijk knotje weg propt.’ Hij haalde het elastiekje eruit en nam alle tijd om haar krullen te schakeren.
‘Het is werkelijk niet te zien dat jullie familie zijn,’ zei de eigenaar, nu op een heel andere toon.

*

Die ochtend werd ze gewekt door de eerste zonnestralen. Ze rekte zich uit. Haar lippen krulden bij de gedachte aan de afgelopen nacht. Het was waar wat ze over Italiaanse minnaars zeiden: Ze nemen de tijd en kennen hun weg. In al die jaren met PeterPaul had ze nooit zoveel genot ervaren. En ook al kende ze haar Siciliaanse minnaar nog maar net, alles had ongelofelijk vertrouwd aangevoeld.
De gedachte aan Franco’s tong en de plekjes die hij ermee wist te vinden, deden haar blozen. Nog nagenietend stapte ze onder de douche en snelde naar de ontbijtkamer. Daar zat Franco al op haar te wachten. ‘Ik ben vannacht naar mijn eigen kamer gegaan. We zijn tenslotte neef en nicht.’ Hij gaf haar een knipoog en schonk haar een kop veel te sterke koffie in. ‘Vandaag ben ik je gids. Je vader heeft de tante van mijn moeders’ nicht niet voor niets gebeld. Je had een chaperonne alias gids nodig. Ik zal mijn best doen, signora, om je met alle geneugten van Sicilië kennis te laten maken. Vandaag gaan we naar Palermo.’
Aangekomen bij de Fontein der Schaamte, kuste Franco haar innig achter haar oor en zoog haar geur in zich op. ‘Mijn rode godin. Je billen zijn duizendmaal mooier dan die van deze marmeren beelden.’ Lachend keken ze naar het enorme plein met sprankelend water en versteende billen.
‘Ik wil graag een foto voor Facebook met mijzelf en dat beeld daar.’ Ze wees op de grote Adonis die naakt over het plein staarde.
Franco kuste haar lippen. Ze was verbaasd over haar eigen vurige antwoord. Hij nam haar kin tussen twee vingers en keek haar liefdevol aan. ’Bewaar het voor later.’
In de toeristische paardenkoets doorkruisten ze de stad. Bij een ijssalon hielden ze halt en Franco sprong de wagen uit. Even later kwam hij terug met twee zoete broodjes overladen met ijs. ‘Specialiteit van Palermo. Ik heb aardbeien en kokos voor je uitgezocht: zoet en exotisch, net als jij.’
De eerste likes kwamen al binnen en ze las nog net het berichtje van haar BFF voordat ze haar Iphone in haar handtas stopte. ‘Die blik ken ik!’ schreef haar vriendin. ‘Verliefd??’
Wat een rotzooi heb ik toch weer in die tas gepropt.
Haar hart trok samen en het was alsof een hand haar keel dichtkneep.
‘Alles oké? Het is alsof je een geest hebt gezien.’
‘Jaja, alles is prima.’ Maura keek verschrikt naar het Mentosdoosje in haar tas. Ze had zich in Holland zo vertwijfeld gevoeld. Desperaat zelfs. PeterPaul was uit haar leven en zonder hem had ze geen toekomst. Ze zou naar Italië gaan en er een einde aan maken. Dat was haar plan. Ze had het eiland gekozen omdat PeterPaul hier nooit heen durfde. ‘Een eiland vol met Maffiose, daar zie je mij niet,’ zei hij altijd. Toen ze het besluit eenmaal genomen had, was het voor haar als ervaren laborante een koud kunstje geweest om wat gif in een kauwsnoepje te stoppen.
Dat komt de douane wel voorbij, had ze terecht gedacht.
Wat heeft me bezield? Het leven is zo mooi.
Ze stopten bij een groot, wit paleis. Franco gaf de koetsier een flinke fooi. ‘Wacht hier op ons.’ Innig gearmd liepen ze door de verlaten gangen van het prachtige paleis. Ze kwamen bij een donkere zaal dat veel weg had van een typisch Siciliaans kerkje. Aan de muren zag ze echter geen afbeeldingen van Jezus. Het was Herakles die zijn twaalf werken verrichtte. ‘Ik zie zijn gevecht met de Stympha’s niet.’ Ze reikte zover ze kon om de achterste schilderingen beter te kunnen bekijken. Franco hield het rode koord voor haar omhoog en wenkte haar. ‘De suppoost loopt met deze hitte echt niet bij zijn airco weg, hoor.’
Aarzelend liep ze achter Franco aan. Nog nooit had ze de regels overtreden. De fresco’s waren prachtig en ze was blij dat ze dit verboden gebied had betreden. Helaas vond Maura haar moordende roofvogels niet. Ze wilde teruglopen en keek om zich heen waar Franco was gebleven. De zaal was verlaten.
‘Psst,’ hoorde ze. Om het hoekje van een deur zag zijn ondeugende hoofd. Hij wenkte haar. ‘Hierachter is nog een zaal. Het paleis is maar gedeeltelijk opengesteld voor publiek.’
Ook nu aarzelde ze. ‘Er hangt niet voor niets een bordje met Verboden Toegang.’
Franco knipoogde en daar was weer die heerlijke lach. Met een laatste blik op de lege zaal, glipte ze de deur door. Ze betrad een donkere kast. Maura giechelde en draaide zich om terug te gaan. Plotseling voelde ze zijn ene arm om haar middel terwijl hij met de andere de deur dicht duwde. Met haar rug stond ze naar hem toe. Zijn tong zocht zijn weg in haar nek. Zijn handen gleden naar beneden en haar slipje gleed ruw over haar billen. Op deze manier had ze het nog nooit gedaan. Sensatie stroomde door haar lichaam.
Met PeterPaul was het heel anders geweest. In het begin had hij niet van haar af kunnen blijven. Ze waren beide jong en onervaren, dus veel had het niet voorgesteld. Al snel was de frequentie enigszins afgenomen en tenslotte was de daad van hooguit vijf minuten naar de zaterdagavond verhuisd. Altijd in het donker en eeuwig in de missionairs positie. ‘Oh ja, ga door. Tijger van me,’ kreunde ze dan.
Schiet maar snel op, dacht ze dan.
Toch hield ze van haar leven. Tot die zonnige dag dat ze impulsief had besloten om vroeg naar huis te gaan. PeterPaul was die ochtend ziek thuis gebleven en ze wilde hem verrassen.
‘Maak je niet druk om mij. Maak er een leuke dag van,’ had hij haar toegefluisterd. De schat. Bij aankomst hoorde ze gekreun vanuit de slaapkamer. Bovenop de onderbuurvrouw maakte hij zijn vertrouwde geluiden. ‘Oh ja, ga door. Tijger van me,’ hijgde ze. De onderbuurvrouw had PeterPaul stevig vastgehouden en Maura vals uitgelachen.

*

Ietwat beschaamd nam ze plaats in het rijtuig. Wat moest ze hiervan denken? De spanning was voor haar geweest, maar het genot duidelijk voor hem. Alsof hij haar gedachten had geraden pakte hij haar teder vast. Zijn vrije hand verdween onder haar rokje en haar hoofd zweefde naar de wolken.
Dagen gingen voorbij en haar vader had bijgeboekt. Opgelucht door de vrolijke stem van zijn dochter had hij diep in zijn buidel getast. De Hemel op Aarde kreeg haar routine en Maura genoot met volle teugen. Op een morgen verscheen Franco niet aan de ontbijttafel.
‘Uw neef is ziek. Ik heb hem zijn ontbijt boven laten brengen.’
Haastig dronk Maura haar heerlijke espresso en vloog bijna naar zijn kamer.
‘Maak je niet druk om mij. Maak er een leuke dag van,’ zei hij zwakjes.
Versteend bleef ze staan. Ze herstelde zich en liep naar beneden. Ze pakte haar tas en reed in haar lelijke Punto naar het dorpje. Daar huurde ze een scooter en wachtte bij de enige weg die vanaf het hotel naar beneden leidde. Lang hoefde ze niet te wachten. Franco reed met de souplesse van iemand die de weg kent en ze moest goed haar best doen om hem niet kwijt te raken.
Na een half uurtje sloeg hij van de doorgaande weg af.
We gaan naar de kust.
Zover Maura kon kijken zag ze uitgestrekte natuur die overliep in de Middellandse Zee. De zon verwarmde haar lichaam en de zilte wind waaide door haar lange haar. Franco reed een heuvel af en stopte voor een vervallen huisje dat moederziel alleen in het landschap stond. Boven op de heuvel wachtte ze gespannen af.
De deur ging open en een mooie brunette liep op Franco af en Maura verwachtte een liefdevol weerzien. Niets was minder waar en de brunette begon Franco hevig uit te schelden. Franco draaide om de vrouw heen en Maura zag aan zijn bewegingen dat hij zich uitgebreid verontschuldigde. De brunette sloeg met haar armen wild om zich heen en gilde onverstaanbare verwensingen naar zijn hoofd. Ze stopte niet toen Franco haar bij haar middel pakte en vurig in haar nek kuste. De diva duwde hem resoluut van zich af.
Door de lens van haar camera bekeek Maura het tafereel van dichtbij. Haar hart stond stil. De vrouw droeg dezelfde ring als zijzelf. ‘Ik hou alleen van jou,’ had Franco gezegd in het pittoreske kerkje. Met ogen die overstroomden van liefde was hij door zijn knieën gegaan. ‘Ik geef je deze simpele houten ring van de Heilige Benedictus, want door dit oeroude symbool zullen we voor eeuwig samen zijn. Alsjeblieft mooie, rooie godin, wordt mijn vrouw.’ Op dat moment had ze gehuild van geluk en ook nu stroomde er een traan over haar wangen.
Ze draaide haar scooter en besloot om weg te gaan. Weg van dit eiland. Ze deed haar ring van haar vinger en gooide hem richting de dichte begroeiing van de heuvel. Ploing! hoorde ze. Verbaasd keek ze om. Haar houten ring had een eigele Punto geraakt die verdekt stond opgesteld.

*

Een Herz-auto?
Maura’s aandacht was getrokken. Ze stapte van haar scooter en liep door het hoge gras naar de auto. Hij was weliswaar verlaten, maar volgepakt met spullen. De versleten rugzak herkende ze uit duizenden. Die was van PeterPaul.
Wat moet die zak nou hier?
Ze aarzelde een moment en sloop voorzichtig de heuvel af. Bij het huisje aangekomen hoorde ze nog steeds de scheldende stem van de bruine furie. Maura keek om zich heen en liep zachtjes naar het open raam. Daar zag ze Franco zitten, vastgebonden op een houten stoeltje, met zijn armen achter zijn rug. Er was een doek om zijn mond gebonden en uit zijn neus liep een straaltje bloed. Voor hem stond de Siciliaanse nog altijd onverstaanbaar te schelden.
Maura voelde zijn aanwezigheid al voordat ze zijn voetstappen hoorde en toch was ze te laat om de klap op haar achterhoofd te ontwijken. Met een scheut van ondragelijke pijn viel ze op de grond. Ze probeerde op te staan om te vluchten en zag nog net hoe een gelaarsde voet op haar af kwam. Er volgde een dreun, vervolgens werd alles zwart.

*

Haar rechter oogkas was verbrijzeld, zoveel was zeker. Steken van pijn schoten door haar hoofd. En achter, bij haar nek, voelde ze een enorm gebonk. Ze wilde met haar handen de schade opnemen maar die waren vastgebonden op haar rug. Ze zat vast op een stoel en in de verte hoorde ze een Italiaanse stem onophoudelijk schreeuwen. Beelden en geluid werden langzaam helder. Haar situatie was haar duidelijk; haar mogelijkheden nog niet. PeterPaul en de furie hielden haar en Franco gevangen.
Wat zijn ze van plan?Hoe komen we hier weg?
De furie deed de lap van de mond van Franco. Hij hapte naar adem. Er klonken tranen door in zijn stem. Hij smeekte om zijn leven en Maura onderschepte de woorden ‘liefde’ en ‘het spijt me’. Ze keek opzij, maar met al het bloed bij haar oog zag ze niet veel. Plotseling stond PeterPaul hoog voor haar. Ze herkende zijn van woede doorwrongen gezicht bijna niet. Hij, die altijd van saaiheid op de bank in slaap viel, stond nu als een ware Rambo voor haar. In zijn riem had hij een enorm slagersmes gestoken en in zijn hand hield hij een wapen, dat hij op haar neus richtte. De furie stond vlak achter hem; ze schold nog steeds, maar de woordenregen drong tot niemand meer door.
PeterPaul greep Maura bij haar bebloede haren stevig beet. ‘Mij voor gek zetten voor al je 300 Facebookvriendjes, kun je wel? Iedereen lacht me verdomme uit. Ik kan niet meer normaal over straat. Met wie ben je in godsnaam niet bevriend? Zelfs de kassajuffrouw van de C1000 vroeg me of je een leuke vakantie had. Slet!’ Met haar goede oog zag Maura zijn vuist op zich afkomen. Boingg! De dreun gooide haar hoofd naar achter. Ze gilde het uit.
‘Blijf van haar af!’ riep Franco ineens. ‘Ik hoef haar niet meer. Je mag haar terug. Ze komt bij je terug, toch Maura?’ Zijn stem klonk wanhopig. ‘Zeg dat je blij bent dat hij je is komen halen. Toe zeg het!’
Ineens zag Maura de blik van de onderbuurvrouw weer voor zich en walgde van zowel die herinnering als van haar huidige hopeloze toestand. ‘Hem missen?’ schreeuwde ze. ‘Nog geen seconde. Hij neukt als een jaknikker en bovendien ruft hij uit zijn mond.’
Boingg! De klap kwam harder aan dan ze had verwacht. Franco schreeuwde en doodsangst klonk door in zijn stem. Hij had de woorden die ze tegen PeterPaul had gezegd niet verstaan, maar de toon sprak duizend talen. ‘Ik wil niet dood,’ jammerde haar Italiaanse hengst. Nu hij van Maura geen hulp kon verwachten richtte hij zijn aandacht weer op zijn oude liefde. ‘Ti amo, ik hou van je mijn mooie, bruine godin. Laat ons voor alt-,’
Maura probeerde niet naar PeterPaul te kijken. Zou het lukken? Was hij nog steeds de onzekere vent die ze kende? Hij rommelde in haar tas! Was hij in haar val getrapt? Ze kon niet langer wachten, ze moest eenvoudig kijken en daardoor zag ze nog net op tijd dat haar plannetje leek te werken. Met een plof viel PeterPaul op de grond. Met zijn handen voor zijn keel probeerde hij het tij te keren, maar het zou hem niet lukken. Hij had de laatste Mentos van Maura gepakt en hem in zijn mond gestoken. Op het moment dat hij beet, wist hij dat het fout zat. Zijn tong was direct verlamd en zijn keel brandde.
Woedend richtte hij zijn pistool op Maura. Ze keek hem triomfantelijk aan. PeterPaul bibberde en was te zwak om het pistool af te vuren. Maura dacht een moment lang dat ze gewonnen had. Met de Italiaanse schone had ze niet gerekend. De furie schoot PeterPaul te hulp en ondersteunde zijn arm. Zij richtte. PeterPaul schoot.

De agenten hadden hen gevonden in het pittoreske kerkje van de Heilige Benedictus.
De hele situatie was net zo duidelijk als dat ze bloederig was: De Hollander had de minnaar van zijn vrouw gedood en haar tot bloedens toe geslagen. Voor dood had hij zijn vrouw in de armen van hun landgenoot achtergelaten en zich vervolgens zelf van het leven beroofd. De Hollandse vrouw kwam al bij, de ambulance kon ieder moment hier zijn.

*

Maura’s Iphone piepte. Het was een vriendschapsverzoek. De naam van de Italiaanse schone zei Maura niets, maar die bruine lokken herkende ze uit duizenden. Maura drukte op accepteren en bekeek de status van haar nieuwe vriendin. ‘Ik ben op reis naar het onbekende. Geniet van iedere dag. Het kan zomaar afgelopen zijn.’

Welkom op Facebook © Nienke Pool

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2013  Nienke Pool  Beoordeling Vesseur