Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2008  Niki van Mechelen

Axolotl - Niki van Mechelen

's Nachts staat vader altijd op. Eerst gaat hij naar de wc, dan hoor ik het geklater van zijn pis in de pot en daarna rolt hij wc-papier af en snuit hij zijn neus. Dat doet hij echt elke nacht. Moeder niet, die hoor ik niet. Soms zeggen ze nog wat tegen elkaar, maar dan is het meestal nog vroeg.
Zebra's slapen gemiddeld twee uur per dag terwijl een leeuw wel een paar dagen kan pitten. Dat komt omdat zebra's altijd in gevaar zijn voor die leeuw die hongerig op de loer ligt. Maar als de leeuw zijn buik vol heeft dan slaapt hij twee dagen na elkaar. Mensen kunnen ook lang slapen en soms slapen ze helemaal niet. Maureen Weston heeft eens achttien dagen na elkaar niet geslapen. Ik begrijp niet hoe zij dat deed want als ik een nacht niet slaap dan kan ik helemaal geen vermenigvuldigingen oplossen de volgende dag. Dan wil ik de hele dag met mijn hoofd op de tafel liggen en als ik dan uiteindelijk in bed kruip dan blijven mijn ogen open.
Soms als ik slaap, droom ik dat mijn been er terug aan staat. weer aan zit Ik loop op het voetbalveld en trap tegen de bal. En dat doe ik allemaal met het onderbeen dat er nu niet meer is. Ik vraag me soms af waar het naartoe is. Wat doen ze met stukken lichaam die ze eraf halen? Vader zei dat ze die verbranden. Maar dat wil ik niet geloven. Als hij ooit een stuk van zijn lichaam moet afgeven, dan zal hij wel snappen dat je niet kan geloven dat ze stukken lichaam verbranden.
Soms droom ik heel lang en soms droom ik niets. Ik wil elke nacht dromen dat ik twee benen heb, dan is er tenminste nog één moment waarop ik kan voetballen.
Een mens droomt gemiddeld honderd minuten per slaap. Vissen, reptielen en amfibieën dromen nooit. Alle zoogdieren dromen wel eens. De kat het meest, die droomt wel tweehonderd minuten per slaap. De dolfijn is een raadsel die droomt ook niet, terwijl het wel een zoogdier is.
Vroeger noemde ik vader niet vader. Toen zei ik nog gewoon papa. Maar sinds de amputatie ben ik volwassener geworden en vind ik dat het niet meer staat papa en mama te zeggen. Moeder kan er niet goed tegen, ze wacht tot ik terug mama ga zeggen. Ik heb haar al uitgelegd dat dat niet meer zal gebeuren. Het kwam in me op toen ik in het ziekenhuis lag. Daar heb ik weken gelegen. Honderden tests hebben ze bij me gedaan. Telkens waren er weer nieuwe dokters en prikjes en pilletjes en rare apparaten. Daar lag ik nog meer wakker dan hier in mijn eigen slaapkamer. Dan hoorde ik eigenaardige piepgeluidjes en altijd dat vervelende knesperende geluid van rubberen zolen op de gang. Het kon er ook zo ontzettend fel ruiken naar ontsmettingsmiddel. Elke dag smeerde ze er ook wat aan mijn been. Alleen op mijn knie voelde het koud aan. De rest voelde ik niet meer zo. Ze zeiden dat dat kwam door de pijn en de baxter. infuus Ik haat het gedrup van een baxter. Wie wil er nu weken lang een naald in zijn arm. Op den duur wisten ze niet meer waar ze die naald moesten steken, alles zag blauw en zwart. Mijn hand, mijn pols, de binnenkant van mijn elleboog.
Dat is gestopt en bloemen krijg ik gelukkig ook niet meer. Ik kon ze al van meters ver horen aankomen met het gekraak van de plastic verpakking. De deur zwaaide open en het eerste wat ik dan zag was een bos bloemen. Moeder nam ze uiteindelijk allemaal mee naar huis. Wat moest ik nu met een bos bloemen? Ik kreeg ook nog andere cadeautjes, maar die waren soms nog stommer dan bloemen. Zo kreeg ik eindeloos veel knuffelberen. Stomme dingen.
Vader heeft me een axolotl cadeau gedaan. Niet in het ziekenhuis natuurlijk maar als ik thuis kwam. Een axolotl is een Mexicaanse watersalamander, een heel speciale. Hij zit nu in zijn aquarium. Ik heb hem nog nooit zien slapen.
Elke morgen geef ik hem eten, muggenlarven. Naar het schijnt eet hij ook kleine visjes maar vader vond dat idee te wreed. Muggenlarven zijn toch ook beesten? Ik snap vader wel, die muggenlarven geven we in een felrood ijsblokje. Eens in het water beginnen ze te ontdooien en hapt axo er hongerig naar.
Meester Bruno heeft er ook een op school, een gevlekte. Mijn axo is toch veel mooier, het is een albino. Albinisme komt bij veel dieren voor. Zelfs bij ijsberen maar dan valt het niet zo op. Ooit was er een albino gorilla in Barcelona, hij werd sneeuwvlokje genoemd. Wat erg voor een gorilla, zeker omdat het een mannetje was. Hij is ook oud geworden en uiteindelijk gestorven aan huidkanker. In zijn leven heeft hij tweeëntwintig nakomelingen gemaakt en het waren allemaal normaal gekleurde apen.
Ik weet niet of axo een mannetje of een vrouwtje is. Binnenkort hou ik een spreekbeurt over hem. Axo heeft een mysterieus geheim dat hem veel interessanter maakt dan een kat. Vroeger geloofde ik dat een kat echt negen levens had maar toen onze Tommy is gestorven heb ik wel gezien dat dat niet waar was. Tenzij hij natuurlijk al negen keer daarvoor zonder dat wij het gezien hebben is gestorven. Maar dat geloof ik niet.
Een axolotl heeft de mogelijkheid tot regeneratie. Ik heb even moeten oefenen om dat deftig te kunnen zeggen maar nu doe ik dat zonder moeite. Regeneratie. Als hij een pootje kwijtraakt, groeit het weer helemaal terug. Zonder litteken. En niet gewoon een belachelijk stompje maar een echt volwaardig pootje. Ik heb het natuurlijk nog niet met mijn eigen ogen gezien maar ik denk dat ik het wel wil geloven. Vader heeft me verboden experimenten met axo uit te voeren. Maar ik denk dat ik het toch eens ga doen. Wat weet hij tenslotte van afgehakte benen.
Vroeger heb ik ook een rat gehad. Moeder was er niet dol op. Met hem heb ik ook allerlei experimenten uitgevoerd. Mr. Jansens, zo noemde ik mijn rat, kon ook allerlei kunstjes. Na een paar jaar is hij gestorven, gewoon zomaar in een keer. Vader zei dat het aan de experimenten lag, dat hij gestorven was door stress. Volgens mij is hij gestorven uit verveling omdat hij eerst een spannend leven had met experimenten en kunstjes en daarna niets meer. Dan zat hij maar wat in zijn kooi. Dus op een dag is hij plat op zijn buik gestorven, waarschijnlijk na een diepe zucht van verveling.
Ik wil niet sterven uit verveling.

Vader heeft net geplast en zijn neus gesnoten. Axo zwemt een beetje, hij beweegt nauwelijks. Misschien beseft hij niet eens dat hij in een aquarium zit en denkt hij gewoon dat het meer erg klein is of dat hij gigantisch groot is geworden. Axolotls bewegen in natuurlijk water ook weinig, dus het ligt zeker niet aan zijn tank want die is groter dan nodig. Het is een mannetje, denk ik. Zijn staart is lang en hij heeft een bobbeltje achter zijn achterpoot. Maar het kan ook een vrouwtje zijn met een bobbeltje.
Ik ben toch echt benieuwd naar die regeneratie. Ik wil wel eens met mijn eigen ogen zien hoe dat dan werkt. Maar misschien is het een leugen zoals Tommy met zijn negen levens en de uitspraak 'het komt allemaal weer goed'. Ik heb me vaak afgevraagd wie dat ooit eerst heeft gezegd. Hij had zeker geen last van vervelende ziektes en stervende familieleden. Of misschien net wel en zei hij het zomaar om iedereen te laten geloven dat het zo erg niet was.
Ik krijg binnenkort een prothese. Daar moet ik dan mee leren lopen. Mijn knie heb ik nog dus er is veel hoop. Maar ik vind het toch maar lullig. Ik heb gevraagd aan de dokter of ik het mag aanhouden tijdens het slapen maar hij zei dat ik dat beter niet deed. Dus als ik wakker word kan ik mijn been zien staan.
Soms voel ik jeuk of steken in mijn verloren been. Vorige week nog had ik een kramp in mijn grote teen. Ik schoot wakker en wilde naar mijn voet grijpen. Ik schrok eerst heel erg dat ik hem niet vond. Daarna moest ik huilen omdat ik wel wist waarom ik mijn teen niet vond. Die is nu ergens. Volgens mijn vader, verbrand tot as en weggewaaid door de wind.
Morgen komt Robbie, hij was vroeger mijn beste vriend. Volgens mij ben ik te volwassen geworden voor hem. Hij probeert wel grappig te zijn maar ik kan gewoon niet meer met hem lachen. Vaak doet hij onnozel, zeker als er meisjes bij zijn. Ik heb hem alleen maar uitgenodigd omdat ik wil dat hij mijn axo ziet.

'Zullen we een experiment uitvoeren, Robbie?'
'Cool. Hej weet je nog met mr. Janssens?'
'We zullen onderzoeken of die geruchten van de axolotl kloppen.'
'Gaat dat geen pijn doen?'
'Niet als ik het kort en krachtig doe.'
'Wow, zie hem spartelen.'
'Hij bloedt amper.'
'Wat ga je met het pootje doen?'
'Verbranden.'
'Cool.'

Axo lijkt geen last te hebben van zijn amputatie. Ik kan natuurlijk niet voelen wat hij voelt maar volgens mij heeft hij geen pijn. Ik ben wel gestraft door vader omdat hij ons betrapt heeft tijdens de verbranding. We moesten gaan zitten aan de keukentafel waar hij heel lang naar ons keek met gevouwen handen. Na een tijdje begon hij te praten. Maar veel heb ik er niet van gehoord omdat ik maar steeds aan het verbrande pootje moest denken dat niet volledig verbrand was. Vader had het gewoon bij het restafval gegooid. Dat vind ik nog erger dan verbranding.
Vroeger hadden we veel plezier samen maar nu is alles zo serieus. Zelfs Robbie begon te huilen en is naar huis gegaan. Bij meisjes zal hij wel niet huilen. Hij is echt mijn beste vriend niet meer. Ik denk dat axo nu mijn allerbeste vriend is. We begrijpen elkaar omdat we beiden weten wat amputatie betekent. Zou axo nu ook steken voelen in het pootje dat er niet meer is?
Ik draag nu een kunstbeen. Het is een plastic been zonder gevoel maar buitenstaanders vinden het geen akelig zicht meer. Een prothese op maat laten maken kost veel tijd en geld. De prothesemaker was een oude man met een vies ruikende adem en dunne sprietjes haar die hij over zijn bevlekte hoofd had gelegd. Hij heette Karel en probeerde heel lief en zacht tegen me te doen. Ik zei hem dat hij dat niet moest doen omdat ik het nu wel gewend was. Trouwens ik haat het als mensen zich over me buigen en met hun vieze adem aan me vragen hoe het nu gaat.
Het ding dat ik draag, lijkt wel op een been. Je hebt ook zo van die piratenbenen maar dat is voor mijn been niet nodig omdat ik nog een knie heb. Het wordt aan mijn knie vastgemaakt, als een soort zuignap. Het zit nog niet lekker en daarom moet ik nog een paar keer terug gaan. Het is ook vervelend omdat ik nog ga groeien.

Axo's pootje groeit langzaam terug. Het is al een stompje en als je goed kijkt zie je sprietjes van tenen. Dat is het eerste wonder dat ik zie en dat ik ook geloof want ze zeggen wat over dieren en meestal is het niet waar.
Ik ben al vijf keer naar de prothesemaker geweest. De laatste keer begon hij zelfs wat te vloeken. Hij zit mijn overgebleven been maar langs voor en achter te meten met allemaal verschillend gereedschap. Hij had me gewaarschuwd dat het niet van de eerste keer zou passen maar hij vindt het zelf raar dat het nog niet past. Hij heeft ons zelfs aangeraden om naar een andere prothesemaker te gaan. Tenminste dat weet ik omdat ik het per ongeluk heb gehoord terwijl vader met hem stond te praten. Ik hoorde Karel, de prothesemaker, zeggen dat het niet normaal was dat het niet paste. Ik zag vader een heel klein beetje achteruit stappen, waarschijnlijk omdat Karel met zijn vieze adem veel te dichtbij kwam.
Ik denk dat ik nog veel zal moeten teruggaan naar Karel. Volgens mij groeit mijn been ook terug, net zoals bij axo. Ik geloofde het eerst niet. Maar het is wel waar. Sinds zijn poot terug groeit is het mijne ook beginnen groeien. Ik voelde het, 's nachts duwen en trekken aan mijn huid. Ik heb een meter genomen uit moeders naaikistje en ben mijn been elke dag gaan meten. Ik dacht eerst dat ik niet goed had gemeten maar na een paar metingen moet ik toch zeggen dat het waar is. Mijn been groeit nu elke dag een halve millimeter. Ik weet het, het is raar, maar toch gebeurt het. Karel, de prothesemaker zal het ook wel merken maar hij zegt niks omdat hij denkt dat hij oud is geworden. Ik durf het nog aan niemand zeggen. Voorlopig is het mijn geheim en als mijn stompje een centimeter is gegroeid dan zal ik het vertellen.

Axolotl © Niki van Mechelen

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2008  Niki van Mechelen