Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2008  Miss X  Beoordeling Klappers

Een droom, een leven en een afstandsbediening - Miss X

Soms droom ik. Dan kan ik alles doen: vliegen door de lucht, de toekomst voorspellen, naar de maan reizen (heen én terug) en mijn huiswerk voor wiskunde snappen. Maar één droom achtervolgt me al een langere tijd. Ik sta dan met een afstandsbediening in mijn handen op een plek waar geen kat te bespeuren is, maar wel veel volk.
Ja hoor, je leest het goed: ik sta daar dan met een afstandsbediening in mijn handen en ik bekijk het zwarte kastje alsof ik een oermens ben met een gsm-toestel in mijn handen. Dan druk ik met mijn rechterwijsvinger op de grote, rode knop. Rondom mij is er meer geluid dan licht: een weergalmende, ruisende woesj en plots bevind ik mij niet meer in het lichtspel, maar in mijn oude kinderkamertje. Voor mij zie ik mijn mama een kinderliedje zingen tegen een wieg. Ze ziet mij niet staan, ze hoort me niet ademen. Ik schuifel wat dichter naar haar toe zodat ik in de prinsessenkrib kan kijken en haar zoete parfum kan ruiken. Ze streelt haar baby over het voorhoofd. Moederliefde straalt van haar af. Het roze kamertje is zo ingericht dat het grote raam uitkijkt op de tuin die baadt in het licht van de nazomer. Je zou haast vergeten dat de herfst voor de deur staat. Haar stem is teder en geruststellend en zo wiegt ze de baby in slaap. Met een vertederd hart druk ik nogmaals op de schreeuwerige knop.
Dezelfde circusact vindt plaats en ditmaal kom ik uit op een verlaten heuvel. De oranje zon staat op het punt onder te gaan en er is een zacht briesje. In de verte zie ik twee mensen. Een jongen en een meisje, tieners weliswaar, en ze rennen achter elkaar aan. Ze lijken wel helemaal alleen op de wereld te zijn. De prille verliefdheid kan je bijna ruiken en de tijd lijkt stil te staan. Het meisje heeft haar schoenen in haar hand en haar golvende, gouden haren vliegen in het rond. Ze draagt een vintage rok waardoor ze kleinere passen moet nemen en zo snelheid verliest tijdens het lopen. De jongen, wat nonchalanter aangekleed, schreeuwt haar iets toe. Zij lijkt het grappig te vinden en schreeuwt hem iets terug waardoor de jongeman harder begint te rennen. Ik zet me neer in de schaduw van een grote eik en tuur voor me uit. Ik vind het jammer voor het verliefde koppeltje dat deze mooie momenten niet eeuwig zullen duren. Voor ik een derde keer op de knop duw, zie ik hen op de grond rollebollen.
De volgende plek is niet meer zo idyllisch. Ik sta achteraan in een kerk omringd door een zee van zwart. Vooraan staat een zwarte, blinkende kist waarop een foto staat van mijn moeder. Haar haren worden naar achteren geblazen door de wind en ze toont een brede glimlach, zoals ze altijd doet. In de kille kerk huilt iedereen. Gesnik overheerst de sfeer. Gauw druk ik een nog een keer op de knop, want ik wil hier weg voordat het verdriet me in haar greep heeft en me nooit meer loslaat.
Een reclamespotje voor een goedkoop maar efficiënt wasproduct, daar lijkt het op. Ik moet mijn ogen even dichtknijpen om aan het felle licht te wennen. Voor mij staan twee mensen voor een altaar die lachen en huilen tegelijk, terwijl ze elkaar recht in de ogen aankijken. De knappe jongeman spreekt met een tedere stem zijn bruid toe. Bij nader inzien zie ik dat ze zwanger is. Ik ga zitten op een witte stoel die me roept en kijk nog even naar het vrolijke schouwspel. Plots merk ik dat het bruidspaar dezelfde mensen zijn als het koppel in de weide. Mooie liedjes duren meestal niet lang, maar dat van hen is blijkbaar al een hele cd met hitnummers geworden.
Als ik een voorlaatste keer op de knop druk word ik weer naar een afgrijselijke plek gezapt. Voor mij staat er veel volk en ik wurm me door de massa heen om te zien wat er aan de hand is. Ik zie een auto omgekeerd op de weg liggen. Plassen bloed maken de toegang tot de auto moeilijk en ik zie dat ambulanciers een vrouw wegdragen die namen schreeuwt. Waarschijnlijk de namen van haar kinderen en haar man, want ik zie een derde ambulancier wegstappen van de auto met een schuddend hoofd. Het slechte nieuws staat als een krantenkop op zijn voorhoofd gedrukt, maar hij voelt niet eens de helft zoveel pijn als de moeder op de brancard. Ik spreek hier over innerlijke pijn en dat is de ergste van die soort. Ik zoek paniekerig naar de afstandsbediening in mijn zak om een laatste keer op de knop te drukken, maar dan schrik ik wakker.
Mijn bed is nat van tranen en zweet en mijn hart bonkt in mijn keel. Ik zet me rechtop en ben blij dat de droom weg is.
Zou het niet geweldig zijn mocht iedereen zo’n afstandsbediening hebben om de tijd te controleren? Zouden we de afgrijselijke momenten doorspoelen omdat ze te moeilijk zijn om nog eens te doorstaan? Of zouden we ze juist nog eens willen meemaken zodat we de mooie dan meer zouden koesteren?
In mijn donkere kamer zoek ik naar het nachtlampje en wanneer ik het heb aangezet kijk ik naar een foto van mijn man die op het nachtkastje staat. De man van de heuvel, de man van de bruiloft, de man van het ongeluk, de man die me beloofde altijd bij me te blijven.
Beloftes zijn niet betrouwbaar, dromen zijn smerige illusies en mooie momenten worden altijd weggejaagd door de afgrijselijke momenten. Een afstandsbediening zou handig zijn, maar wat doen we dan als de batterij leeg is?

Een droom, een leven en een afstandsbediening © Miss X

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2008  Miss X  Beoordeling Klappers