Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Peter Doornbos

De kus onder de appelboom - Peter Doornbos

Zij het met enige schaamte wil u vertellen over hetgeen ik tot voor kort nog koesterde: een verzameling data, plaatsen, namen en foto's, bijeengebracht in een plakboek zoals een wijnproever misschien de etiketten bewaart. Ik heb ze aan de open haard toevertrouwd. Keurige foto's, overigens, variërend van pasfoto tot galapose. Er is ook niets aan te merken op de dagen, de plaatsen of aan de lieftallige namen (Paula, Laura, Rachel, Ellen, Enise, Selina, Natasja, Jada, Louise en nog wat namen die ik niet meer weet, niet meer wist, nooit heb geweten of niet wil vermelden).

Het vernietigen van een foto om een herinnering te wissen is een fatale fout. Zo kan ik me nu afvragen of Paula werkelijk zo'n onschuldig gezicht had, en of ik die grimas naast haar ook wel eens in de spiegel zie, of dat dit slechts karikaturen zijn. Paula was simpelweg het eerste dat ik voorhande zag in mijn favoriete kroeg als herkenbaar nieuw, net studerend, de nieuwe stad verkennend. Het beeld dat ik ervan heb is dat een oude wolf in studentenkleren haar meesleurde naar een andere kroeg, een andere kroeg, langs een fotoautomaat op het station naar nog een andere kroeg, naar huis, naar bed en naar de deur. Zo had ik m'n oude sleur weer even teruggevonden, maar ik voelde me des te ouder.

De kras die ik ermee had pogen te overkrassen was Laura. Een zinloze escapade had me nog nooit dwars gezeten, maar Laura wel. Ik vroeg haar op een personeelsfeest per ongeluk uit naar de film, en ik meen werkelijk per ongeluk. Noem het een soort van conditionering onder invloed. Per abuis kwam ik in de deuropening van een romance, met het gevoel alsof ik op het verkeerde feestje was verschenen. Zo herinner ik me nog haar fluisteringen over haar enige ex-vriend met wie ze samen had gewoond en over wat er allemaal was misgegaan. En zij herinnert zich misschien nog enkele bij elkaar geraapte verhaaltjes waarmee ik haar tegemoet wilde komen. En zeer opmerkelijk, was het eerst uit sympathie, ik probeerde mezelf in de loop van dagen in deze nieuwe rol te schikken en stopte zelfs met roken. Ik begon te geloven na lange dwalingen een belangrijker spoor teruggevonden te hebben. Het lot had humor. Ik weet niet meer wat ze zei, maar laat het evengoed geweest zijn dat ik niet helemaal spoorde, en ik ben weer gaan roken en stortte me op mijn favoriete kroeg. Zo is het anderhalve maand geleden toch nog een foto in een serie gebleven, om het maar iets geweest te laten zijn.

In het studentenleven was alles simpeler. Mijn uitvalsbasis was met zorg gekozen; een bijbaan achter de bar van een populaire discotheek. Was er niet halverwege het hok waar de fusten stonden, dan restten nog wel de laatste uren van de nacht; de leftovers in onze vaktermen. Deze meisjes moesten daar wel zijn met een volhard voornemen, zo redeneerde ik, want sluitingstijd was pas 6 uur 'sochtends. En wat een zonde dat ze er dan nog waren, want er was toch werkelijk niets mis met hen dat een beschonken waarneming niet kon compenseren. En wat kon ik behulpzaam, charmant en listig zijn in de benevelde dageraad. Ik woonde altijd ook 'in die richting' wanneer hun wegen zich van vriendinnen scheidden, en wat voelde ik me verantwoordelijk voor hun veilige thuiskomst. Nog iets te drinken, wat een mooie kamer en een snelle krabbel in het plakboek, geen foto's. Ik weet in elk geval zeker dat ze mij ook vergeten zijn.

Op mijn veertiende kwam ik bij mijn vader te wonen. Het was voor mij een nieuw begin waarin ik alles anders zou doen. Simpelweg mezelf vergeten en een ideaalbeeld scheppen dat ik mezelf wijsmaakte als wie ik altijd al geweest was. Een samenraapsel van eigenschappen van anderen die succesvoller waren geweest dan ik. Van passief tot assertief, van gevoelig tot gevoelloos, en ik veranderde zelfs mijn roepnaam van Jacob tot Jack. Ik was de eerste om een sigaret op te steken waar het niet mocht, de eerste om voor een week van school geschorst te worden en de eerste om het knapste meisje van de klas te veroveren. En zo had ik een nieuwe hobbie gevonden. Het postzegelalbum ging in de papierbak en een plakboek kwam er voor in de plaats met de foto van Jada en een lang vergeten foto vooraan om het compleet te maken. M'n vader had zo zijn eigen problemen, en liet het begaan. Niets kwaads daarover; m'n vader, dan wel alcoholicus te noemen, was een integer mens en liet me mijn eigen fouten maken. De enige vrouw die ik ooit in het huis heb gezien was de foto van mijn moeder op de schoorsteenmantel. U ziet, die foto staat er nog steeds. Nu staat de foto van mijn vader ernaast. Ze gingen niet zo goed samen als mijn herinneringen aan hen. Maar ik dwaal af.

Voorafgaand aan deze omwenteling was ik wat u kunt noemen een veertje in de wind. Het was bijvoorbeeld pas 3 jaar later dat ik besefte dat het handschrift van een valentijnskaart hetzelfde was als van een kerstkaartje dat ik gekregen had van een meisje waarop ik verliefd was geweest. En wel het meest schrijnend was op de laatste dag van de basisschool, toen ik ervan overtuigd was dat ik in de maling genomen werd toen een vriendin van mijn jarenlange obsessie als een engelige boodschapper kwam vragen of ik verkering met dat meisje wilde - wat een magisch woord is dat in mijn herinnering, alsof het het slotstuk had moeten zijn van een jeugdig toneelspel over het echte leven. In verweer op de vermeende grap beet ik bits van mij af, om jaren later via via mijn lotsverlies te doorzien.

In deze herinneringen zoek ik naar het mogelijke breekpunt tussen een natuurlijke groei en roofbouw op de ziel, wanneer u me nog kunt volgen. Maar hoe graag ik iets buiten mijzelf zou willen aanwijzen als de slechte invloed; het zijn allemaal mijn eigen keuzes geweest. Natuurlijk overdrijf ik nu, maar in mijn laatste en slechtste visie hierop is het van de late kiem een groei geweest tot een onkruid dat de reinste gewassen wist te overwoekeren. Een inhaalzucht, alles simplificerend tot een nieuwe verovering.

Zoals ik al vermeldde, ik heb dit plakboek verbrand. Was het mogelijk dan zou ik de herinneringen hebben meeverbrand. Op een na, en dat is dan ook de foto die ik u nu toon. De grootste zonde van de verzameling was wel dat ik deze als begin ervan zag. Het is feitelijk de eerste herinnering uit mijn leven die ik mij ten volle bewust ben. De datum is mij niet bekend, maar vermoedelijk zo'n 24 jaar geleden. De plaats is in Frankrijk nabij Lyon; een vakantiehuis van een oom en tante. De vermelde naam is Louise. Later leerde ik dat mijn verblijf daar was omdat mijn ouders hun scheiding regelden en mij hun ruzies hierover wilden besparen. Op de foto ziet u een zomers tafereel van een jongen die zich aan de tak van een boom in de lucht houdt en een meisje nabij in het gras gezeten welke enkele net geplukte madeliefjes aan ons toont. Ik was een jaar of vijf, evenals vermoedelijk het meisje dat daar in de buurt woonde. Ik herinner mij dit specifieke moment overigens niet. Het is slechts een enkele seconde die ik mij herinner, vermoedelijk vlak na het vertrek van wie het ook was die deze foto nam. Ik herinner mij niet de seconde ervoor of erna, enkel de seconde dat haar gezicht mij plots naderde en kuste. Ik kan alleen maar vermoeden dat ik even confuus was en naar binnen ben gerend. Ik herinner mij verder nog vaag een madeliefje te vinden in een sandaal die ik bij deze boom moet hebben achtergelaten.

De volgende foto die ik u wil tonen mag dan niet zo duidelijk zijn - u moet weten dat ik op enige afstand stond en het plaatje niet met mijn aanwezigheid wilde verstoren - maar hier ziet u hetzelfde meisje, twee weken geleden. U zou kunnen denken: dit beeld is compleet en besloten, maar nee; dit is een beeld dat nog volbracht moet worden. Het zijn haar ouders die u op de veranda ziet, maar de man naast haar in het gras gezeten is haar broer, en het is haar broers zoontje op haar schoot. Voor een tweede zomer uitgenodigd in Frankrijk bij mijn oom en tante, was ik getroffen door twee feiten; dezelfde madeliefjes die nog onder de appelboom groeiden, en Louise die haar ouders elke zomer nog bezocht bij de wijngaard van haar ouders. Maar daar stond ik, eerst op weg om haar weer te zien, maar dan versteend, als een verstoteling aan de grens. Het mag me jaren kosten om mijn weg terug te vinden voor een nieuwe zomer bij haar.

De kus onder de appelboom © Peter Doornbos

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2005  Peter Doornbos