Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2009  Ron Kretzschmar

De culturele evolutie - Ron Kretzschmar

'Tom Scott treedt niet op, want hij bestaat niet.' De jongeman liep na deze mededeling van het podium af. Daar moesten we het mee doen. De aanwezigen in de uitverkochte zaal, die een paar minuten eerder nog uitzinnig hadden geklapt toen de 'enige echte Tom Scott' zou verschijnen, vielen stil. Waarom weet ik niet, het is een gevoel, maar de herinnering bijna dertig jaar later doet me denken aan Ulysses' Gaze; de film van de Griekse regisseur Theo Angelopoulos uit 1995. De hoofdpersoon gaat in zijn odyssee op zoek naar filmrollen, opgenomen rond 1900, waarvan hij weet dat die nooit zijn ontwikkeld. Zijn vermoeden, geloof is een beter woord, is dat de hij de 'onbezoedelde blik' zal vinden. Om na drie oorlogen op de Balkan, twee Wereldoorlogen die volgden en de oorlogen in Joegoslavië na de val van de muur, het arcadische verleden van Zuidoost Europa van voor die oorlogen terug te vinden.
Je moet een grote gedachtesprong maken om via dat nachtelijke nepconcert op dat prachtig vormgegeven filosofische drama met die grote thema's uit te komen. Vandaag, op een zonnig terras, is dat geen probleem. Maar een letterlijke vergelijking met de film kan ik zelfs met een biertje op niet maken. Ik ben niet van plan een zoektocht te ondernemen. Misschien dat ik doorloop naar een volgend terras – maar meer ook niet. Als ik een zoektocht heb gehouden naar dat voor mij intrigerende moment in het Amsterdamse Krasnapolsky, dan is dat een digitaal odyssee geweest. Het nepconcert stond destijds in geuren en kleuren beschreven in Muziekkrant Oor. Sadistisch gegrinnik van de redactie kon ik horen opstijgen toen ik Oor een week later opensloeg. Ik wilde Tom Scott toen vergeten. Dat lukte goed - tot enkele weken geleden. Nu wil ik dat artikel lezen. Tom Scott is voor mij symbool van… Ja, van wat? Veranderende tijdgeest? In dat najaar werd het Akkoord van Wassenaar gesloten. De onbegrensde markt waar de managers hun kansen roken, rukte op sinds die tijd. Als nietsontziende strijders van de Taliban baanden ze zich een weg door onze welvarende wereld en braken die in enkele decennia bijna af. Ongeveer een jaar geleden zijn de mannen tot stilstand gekomen. Tegenwoordig worden ze alleen maar zielig gevonden. Sommigen gaan gekleed in overall met een dot poetskatoen uit de kontzak naar kantoor, omdat ze bang zijn te worden aangevallen door boze belastingbetalers. Maar wat het Krasnapolsky daar mee te maken heeft, is me niet helder. In 1982 werd ik net als de andere concertgangers beheerst door schaamte na de ontknoping en niet door dat Akkoord waarvan ik het bestaan niet wist.
Dat is wat de tijd mij heeft aangedaan. Toen wilde ik vergeten, nu wil ik weten…

Plotseling gaf iemand een klap op het tafeltje. 'Alstublieft meneer, een vaasje!' Het meisje van het terras had een opvallend rode schort voor dat tot aan haar voeten reikte. Nadat ze mijn bestelling had neergezet, gleed ik terug in mijn herinneringen.
Het artikel heb ik in de databases van bibliotheken gezocht, maar geen enkele bron kunnen vinden; op het internet evenmin. Was is het niet belangrijk genoeg geweest om te bewaren? Amsterdam was toen het culturele middelpunt van de wereld. Mensen die iets voorstelden, of dachten iets voor te stellen in de kunst en de popmuziek, waren present. Opmerkelijk is dat in de Eerste Nederlandse Popencyclopedie ook niets staat vermeld. Het fantoom kreeg me klemvast. Ik belde vrienden van toen, die ik zeker twintig jaar niet meer had gesproken, en stak van wal. 'Alles goed?', vroegen ze bezorgd. Maar ze konden zich niets herinneren. 'Weet niet waar je het over hebt…' Waarschijnlijk is er sprake is van selectief geheugenverlies, want ze stonden die nacht enthousiast te klappen. Ik zie hun gezichten nog voor me toen de grap duidelijk werd. Spreekwoordelijk een zaal boeren met ondraaglijke kiespijn. Vooral omdat ze eerder hadden verteld dat ze 'hun Tom'in New York hadden zien optreden. 'WEER-GA-LOOS!' Dat had indruk op me gemaakt, want ik had me buitengesloten gevoeld omdat ik dat 'toekomstige historische optreden' niet had mogen meemaken.
Het kwam door die rotfilm! De talrijke betekenissen in de symbolische beelden, de thema's in het verhaal van het tweeënhalf uur durende epos, hadden van alles los gewoeld in mijn hoofd. Tom Scott strooit die zaken nu al weken rond in mijn hersenpan. Ik probeerde nog tegenargumenten te bedenken. Hoe kan ik de dramatische geschiedenis van de Europese cultuur in verband brengen met een grap? Waarom deze film en niet de Truman Show? Ook een geschikte metafoor om het Tom Scott-moment te duiden: Je wilt zo graag ergens bij horen dat je bereidt bent alles te doen om er bij te mogen horen. Je liegt, terwijl je dat niet bewust doet. Kan je dat nog liegen noemen? Zoals de hoofdpersoon gelooft dat er zich in de filmrollen bewijs van een paradijs bevindt, zo geloven mijn vrienden een niet-bestaande popartiest in Madison Square Garden te hebben zien optreden! 

Worden betekenisloze voorvallen niet belangrijker naarmate je ouder wordt? Ga je de kleine gebeurtenissen in je leven niet opblazen tot die in je gezicht uiteenspatten, zoals op de beurs opgepompte fondsen door plotseling gebrek aan vertrouwen? Op de beursen geloven ze namelijk in luchtbellen, ze moeten wel, want die leveren geld op. Zoals in de middeleeuwen en de renaissance de luchtbellen van het christendom ook geld hebben opgeleverd. Daar hebben we wel geniale kunst aan overgehouden waar we heden te dage nog aan verdienen met musea en toerisme - ook als je de kosten van de godsdienstoorlogen er van af trekt, blijft er winst over. Om maar eens in het eigentijdse discours van de homo economicus te formuleren.
Welke herinneringen zijn belangrijk als je ouder wordt? Volgens mij gaat het om mooie, dierbare en prettige herinneringen die je 'voor eeuwig wilt bewaren.' Om alles wat leuk is. Mijn generatie heeft de nostalgiereflex op professionele wijze ontwikkeld. Meer dan de helft van de televisieprogramma's bestaat uit weet-je-nog-toen-producties. De radiozenders spelen er op in. Nostalgie is big business. Beursgenoteerd. Voor babyboomers doen zich dagelijks 'herinneringsmomenten' voor. Ingeprent door de nostalgiecultuur, de amusementsindustrie heeft die als een web rond de samenleving geweven. Wat zonder twijfel de nostalgiefilter passeert, wordt verbonden met het verloren paradijs. 
Dwepen met valse gevoelens van heimwee werd eens treffend uitgedrukt door een cabaretier: 'Nostalgie is verlangen naar een tijd zoals het nooit geweest is.' Ons geheugen past zich even kritiekloos aan als een Darwinvink op zoek naar voedsel in een veranderende omgeving.

'Ik ben Nanda van Oo, persvoorlichter van G&C. Gert-Jan is de man van de grote lijnen.' Ze wijst met haar duim over haar schouder in de richting van de man die bij ons had gezeten. Zijn mobiele telefoon was over gegaan: 'Ja, ikke', en hij was naar buiten gelopen.
Op het terras had ik aan hem gevraagd wat hij had bedoeld met de heildronk die hij aan zijn vriendin had uitgebracht. Een paar minuten eerder was hij opgestaan, de poten van zijn stoel hadden een krassend geluid gemaakt op de stoeptegels, hij hief het glas en verklaarde op plechtstatige toon: het veld van de duizend doden zullen wij nimmer vergeten! 'O, dat! Daar bedoelde ik niets mee. Grapje. Zij is trouwens mijn collega.' Daarna raakten we aan de praat over van alles en nog wat. Van politiek tot voetbal. Toen het sluitingstijd was, nodigden ze me uit om 'nog even mee te gaan' naar een nachtsociëteit. 'Om de eerste mooie dag van het jaar af te sluiten.' Ik kende de buurt niet, maar zij wisten blindelings de weg. We liepen kriskras over grachtjes, door smalle straatjes in de richting van een verlicht pand dat zich aan het eind van de laatste donkere gracht bevond. Onderweg vertelde hij dat hij in Amerika had gewerkt voor een mediabedrijf. Zijn taak was geweest om aan de naamsbekendheid te werken. 'Dat is gelukt', constateerde hij tevreden. 'Maar op een dag was ik toe aan iets nieuws.' 
We bereikten het eind van de gracht en stonden voor een scheefgezakt pand dat werd gestut door vier zware steunbalken. Hij duwde tegen een massieve bruine houten deur, we liepen een donkere gang in dat naar de andere kant van het pand leek te leiden. Aan het eind trok zij een donkerrood velours gordijn opzij en we betraden een ruimte met een lange bar in het midden en enkele tafeltjes in de ruimte er voor. Aan de zijkanten bevonden zich nissen met die bekleed waren met rood pluche waar je in afzondering kon zitten.

'Wat betekent G&C ook al weer?', vraag ik alsof het voor op mijn tong ligt, maar waar het om onverklaarbare reden blijft vastplakken. Ze had dat op zo'n vanzelfsprekende wijze uitgesproken dat ik niet durf toe te geven dat ik er nooit van gehoord had.
'Het is een merk', zegt ze met half gesloten ogen die genotvol oplichten toen ze een nipje van haar droge Borgogne nam.'
'Je hebt gelijk eh… Tom was het niet? Je zult ons niet gauw opmerken, dat is onze kracht. Op de achtergrond kan je meer doen.' De man van de grote lijnen staat plotseling achter me en legt zijn grote handen op mijn schouders. Zijn warme stem klinkt tevreden, nee dat is niet het goede woord, hij klinkt euforisch. Of hij in de buitenlucht een zakelijk overwinning heeft behaald. Op het terras had hij enigszins formeel geklonken.
'Ik zal het uitleggen Tom. We bedenken concepten, verkopen die en werken die uit in onze studio. Van begin tot eind zijn we bij het proces betrokken.' Om zijn woorden te ondersteunen legt hij accenten met zijn grote handen, die fladderen in het donker van de nachtsociëteit voor mijn gezicht als witte vlinders op een voorjaarsdag.
'De eerste indruk Tom, daar gaat het om in onze concepten! Op dat eerste moment baseren mensen hun mening die ze meer niet zullen veranderen.'
Mijn twee metgezellen concentreren zich steeds meer op elkaar. Ik dwaal af en denk aan de straatjes waar we door waren gelopen. Die hadden me doen denken aan het plaatsje waar ik ben opgegroeid. Daar bevindt zich ook een katholieke kerk aan de oostkant van een plein met haar ingang op het westen. Wat me altijd heeft getroffen is de balans van dat eeuwenoude bouwsel. De gotische lijnen van de hoge toren lijken alleen maar aan te kunnen sluiten op de deftige herenhuizen er tegenover, die toch twee eeuwen later zijn gebouwd. De straten die symmetrisch op het plein uitkomen en naar de kerk wijzen als het middelpunt. 
Toevallig een paar weken geleden had ik het na lange tijd weer eens bezocht. Het was vroeg in de ochtend, ik was net gearriveerd, toen ik pardoes tegen Agnes opbotste. Ze kwam de pastorie uitlopen. Het moet veertig jaar geleden zijn geweest, maar ze keek me aan alsof ze niets anders had verwacht dan na al die jaren op een ochtend tegen mij aan te lopen.

                             Het Schoolplein

Ik was toen hip. Lang blond haar viel in slierten neer langs mijn ingevallen wangen. Ik was te herkennen aan een vaalblauwe spijkerbroek met zwart T-shirt en kloste op bruine fluwelen puntlaarzen nonchalant door het leven. Mijn kleren wekten de indruk nooit te zijn gewassen. Geen moeilijke opgave, want ik waste die nooit. Woonachtig in het ouderlijk huis met een zorgzame moeder, gaf dat spanningen. Ik verbood haar om naar mij te kijken – dat was wel een moeilijke opgave. Op mijn kamer draaide ik platen van Soft Machine, tot mijn vader bonkte en mijn hoofd in het rokerige deurgat verscheen.
Op die zwoele zomeravond hing opwinding in de lucht. Vroeg in de avond stak ik het potje voor onverwachte gebeurtenissen bij me en liep de straat uit. Mijn voormalige lagere school passerend, met een tweede leven als buurthuis, zag ik haar verschijning door het raam. Ze was lang, slank, blond en ook hip. Mijn favoriete buurmeisje! Ze stond in mijn oude klaslokaal bij een goudgekleurde bierpomp, op dezelfde plek waar 's ochtends mijn juffrouw voor de les psalmen zong achter haar harmonium. Nu klonk er geroezemoes en stonden er mannen met glazen onder een rookwolk van tabak.
Toen ik de deur opende, werd ik overspoeld door Love me tender van Elvis Presley. Ze begroette me benauwd en ik voegde me bij haar onder de wolk. De mannen keken minzaam op me neer en draaiden zich naar de gouden pomp om wederom de glazen te vullen. Een paar minuten eerder was Agnes als een soort Alice in wonderland binnen komen zweven. Toen ze zich realiseerden wat er zo maar onder hun wolk terecht was gekomen, schaarden de mannen zich om haar heen. Schuifelend hadden ze de kring hermetisch gesloten. Ik overzag de situatie en nodigde ze uit voor een Mexicaantje en rammelde met dobbelstenen in een bruine beker. 'Een rondje!' Ze reageerden als het geconditioneerde hondje van Pavlov die de bel hoort. Ze begonnen terstond te kwijlen en moesten op mijn voorstel ingaan. Nadat ik drie spelletjes op rij had verloren, sprong ik lenig op de houten vlonder achter de tap, pakte joviaal hun glazen en hield die onder de krachtige geelwitte straal van de goudglimmende pomp. Op een vierkwartsmaat van The King ledigde ik het potje met pillen in de glazen die geduldig stonden te druipen.

Nu jaren later, in een afgewaaide buurtkroeg van een provincieplaatsje, zie ik het verband met het buurthuis en de beroepen die ik heb uitgeoefend. Ik zat een tijd in de export, hield dat voor gezien, tegenwoordig doe ik officieel in amusement – in de praktijk komt het er op neer dat ik rentenier. De basis daarvoor is gelegd op het schoolplein. Mijn tengere gestalte en vriendelijk doch overtuigende karakter – critici willen dat nog wel eens uitleggen als dominant - leverden veelvuldig dichtgeslagen ogen op. Er waren al meisjes die dachten dat de blauwzwarte randen zo hoorde. Na een heftige aanvaring op een druilerige zondagmiddag begreep ik dat ik de boel grondig moest herzien. Ik besloot te gaan liegen! Dat moment van inzicht deed zich voor op vrijdag 2 januari 1959, toevallig ook de dag dat de eerste raket naar de maan werd geschoten. De Russische Loena 1. Het was niet bepaald een heldhaftig optreden geweest op dat schoolplein, dat geef ik toe, maar wel effectief. Gaat het niet om het resultaat? Zijn er in de geschiedenis trouwens niet meer helden geweest die wel eens een steekje hebben laten vallen? Sir Winston Churchill probeerde in de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld onder de militaire dienstplicht uit te komen. De redder van onze vrije wereld! Dat leverde hem een reprimande op van het regiment waarin hij diende. Zwaar tegen zijn zin scheepte hij in en speelde bepaald geen dappere rol bij de faliekant verlopen verdediging van Antwerpen tegen de Duitsers in oktober 1914. Is deze gebeurtenis niet vervaagd door zijn krachtdadige optreden in de Tweede Wereldoorlog tegen diezelfde Duitsers? Nadat de ijzervreter in oktober 1940 de superieure vliegtuigen van Hermann Göring's Luftwaffe verpletterend had verslagen en de oorlog in feite al gewonnen was, sprak geen ziel meer over de smadelijke nederlaag van Antwerpen. De Russen claimden later weliswaar met succes het keerpunt van de oorlog met hun slag om Stalingrad – dat zou het echte begin van het einde van het Derde Rijk zijn geweest - maar een kniesoor die daar op let.
Eenmaal gelauwerd gebruikte Churchill de andere benaming voor de Eerste Wereldoorlog, namelijk The Great War. Door semantisch het accent te verleggen, wiste hij de periode in zijn geest uit. Hij beschouwde deze van een andere etymologische oorsprong dan First World War. Aan zo'n oorlog nam je toch niet deel! Laf? Zonder hem zou de twintigste eeuw een ander verloop hebben gekend. Maar Churchill projecteerde de debacle van Antwerpen wel op ons kansloze verzet tegen de Duitse overmacht in mei 1940. Zijn biograaf tekende op: 'Nederlanders zijn egoïstisch en laf, en als ze vechten dan doen ze dat maar voor een paar uur.'

Ja, oké, nu dat geval op dat schoolplein. Net zes jaar geworden en ik was smoorverliefd op Agnes. Ze trok even onweerstaanbaar aan als flakkerend kaarslicht dansende mugjes op een zwoele zomeravond. Zij kwam op de helft van het jaar bij me in de klas en logeerde voor zes maanden bij mij op de trap. Haar eigen school lag in een andere stad. Ik vroeg me niet af waar en waarom ze maar een half jaartje in de klas kwam. Ze was er! Daar ging het om. Maar hoe trok ik haar aandacht? Mijn eerste zaadlozing in het verschiet, was dit al de allerbelangrijkste vraag. Want ze zag me niet eens! In het speelkwartier stond ze met een paar meisjes bij de poort en cirkelden altijd jongetjes om haar heen. Ze leken hunkerende satellieten die rusteloos hun banen moesten draaien rond een perfect hemellichaam. Of ze wilden of niet.
Toen een Deus ex machina! Als in slow motion verscheen Huib om de hoek.
De methode die ik toepaste, gebruikte ik later ongemotiveerde zakenpartners van gedachten te helpen veranderen. Huib hield van snoep. Ik investeerde zakgeld in Varia, dat waren bruine puntzakken vol zachte zoete drop. Op het schoolplein toonde ik ze even, sloeg mijn jas weer dicht en liep snel door. Als subliminale beelden drongen die zijn onderbewustzijn binnen en verborgen zich daar ergens om hun moment af te wachten. Tot het hun beurt was. Een week later liet ik hem proeven. Tegen de tijd dat hij gewend was geraakt, bewerkstelligde ik een abstinentie. Hij hield zich nog groot. Maar toen ik een dropveter uitrolde en met gesloten ogen oppeuzelde, bezweek hij. In een even zakelijke als hartelijke onderhandeling gaf ik te kennen dat hij dit genot kon verdienen. Huib moest haar kwellen. Ik vertelde niet dat ik dan ten tonele zou verschijnen…

'Hoezo presenteerpoes van een gelikte marketing machine! Je bedoelt die club waar jij ook voor werkt!'
Wreed word ik door mijn twee metgezellen uit mijn zoete mijmeringen los gescheurd en bevind ik me weer in de werkelijkheid van de nachtsociëteit. Nanda van Oo en Gert-Jan hebben hoog oplopende ruzie gekregen. Waarschijnlijk is de verzameling roze parasolletjes op de tafel de hoofdschuldige, maar er lijkt ook sprake van oud zeer.
'Ik heb een missie als je dat bedoelt, ja!
'Noem je die popfestivals met die omhooggevallen middle of the road zanger een missie? Waar is de opbrengst naar toegegaan? Naar het goede doel waarvoor dat georganiseerd was?'
'Wat jij bedoelt zijn synergetische opbrengsten, dat weet je heel goed!'
'Ik weet goed wat synergetische opbrengsten zijn, ja! Ik weet ook alles van opbrengsten die niet synergetisch zijn.'
'Zonder mij is er geen stichting Glamour&Charitas en ook geen geld voor een goed doel.'
'Gert-Jan, luister...'
'Willen we naar de beurs', verklaarde hij met zijn vinger in de lucht, 'dan gaan we naar de beurs! Maar dan moeten we voor WINST gaan! Anders kunnen we het Mediapark uit ons hoofd zetten.'
Nanda van Oo keek hem doordringend aan en zei: 'Ben jij niet gewoon verliefd op mij?'

De culturele evolutie © Ron Kretzschmar

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2009  Ron Kretzschmar