Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  Ron Kretzschmar

Het schoolplein - Ron Kretzschmar

Ik was hip. Lange blonde haren vielen piekerig langs mijn ingevallen wangen. Ik was te herkennen aan een vaalblauwe spijkerbroek met zwart T-shirt en kloste op bruine fluwelen puntlaarzen nonchalant door het leven. Mijn kleren wekten de indruk nooit te zijn gewassen. Geen moeilijke opgave, want ik waste die nooit. Nog woonachtig in het ouderlijk huis met een zorgzame moeder, gaf dat spanningen. Ik verbood haar om naar mij te kijken – dat was wel een moeilijke opgave. Op mijn kamer draaide ik uisluitend platen van Soft Machine, tot mijn vader op de muur bonkte: ‘Ophouden!’en mijn hoofd in het rokerige deurgat verscheen.

 Op die zwoele zomeravond hing opwinding in de lucht. Vroeg in de avond stak ik het roze potje voor onverwachte gebeurtenissen bij me en liep vol verwachting de brede straat uit. Mijn voormalige lagere school passerend, met een tweede leven als matig bezocht buurthuis, zag ik haar verschijning door het raam. Ze was lang, slank, blond en ook hip. Mijn favoriete buurmeisje! Ze stond in mijn oude klaslokaal bij een goudgekleurde bierpomp, op dezelfde plek waar ‘s ochtends mijn juffrouw voor de les psalmen zong achter haar harmonium met pedalen. Nu klonk er geroezemoes en stonden er mannen met glazen onder een rookwolk van tabak. 
Toen ik de deur opende, werd ik overspoeld door Love me tender van Elvis Presley. ‘Oef, jij hier?’, reageerde ze en ik voegde me bij haar onder de wolk. De mannen keken even minzaam op me neer en draaiden zich weer naar de gouden pomp om wederom de glazen te vullen. Een paar minuten eerder was Agnes als een Alice in Wonderland binnen komen zweven. Toen ze zich realiseerden wat er onder hun wolk terecht was gekomen, schaarden de mannen zich om haar heen. Schuifelend hadden ze de kring hermetisch gesloten. Ik overzag de situatie en nodigde ze uit voor een ‘Mexicaantje!’ en rammelde ongeduldig met de dobbelstenen in een bruine gedeukte beker. ‘Een rondje!’ Ze reageerden als het hondje van Pavlov dat de oren spitst als het de bel hoort gaan. Ze begonnen terstond te kwijlen en moesten op mijn voorstel ingaan. Of ze wilden of niet. Nadat ik drie spelletjes op rij had verloren, sprong ik vlot op de houten vlonder achter de tap, pakte joviaal hun glazen en hield die onder de krachtige geelwitte straal van de goudglimmende pomp. Op een vierkwartsmaat van The King ledigde ik het potje met pillen in de glazen die tevreden stonden te druipen.

Nu jaren later, gezeten tussen twee onbekende mannen op de achterbank van een geblindeerde auto, zie ik het verband met het buurthuis en de beroepen die ik heb uitgeoefend. Ik zat korte tijd in de export en kon dat na enkele succesvolle transporten al voor gezien houden. Tot voor kort deed ik alleen nog maar in amusement, een business waarin je creatief moet boekhouden, anders overleeft het bedrijf niet. De basis daarvoor is gelegd op het schoolplein. Mijn tengere gestalte en vriendelijk doch overtuigende karakter – critici willen dat nog wel eens uitleggen als dominant - leverden veelvuldig dichtgeslagen ogen op. Er waren al meisjes die dachten dat de blauwzwarte randen zo hoorden. Na een heftige aanvaring op een druilerige zondagmiddag begreep ik dat ik de boel grondig moest herzien. Ik besloot te gaan liegen! Dat moment van inzicht deed zich voor op vrijdag 2 januari 1959, toevallig ook de dag dat de eerste raket naar de maan werd geschoten. De Russische Loena 1.
Het was niet bepaald een heldhaftig optreden geweest op dat schoolplein, dat geef ik toe, maar het was wel effectief. Gaat het niet om het resultaat? Zijn er in de geschiedenis trouwens niet meer helden geweest die wel eens een steekje hebben laten vallen? Sir Winston Churchill probeerde in de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld onder de militaire dienstplicht uit te komen. Ik heb het nu over de redder van onze vrije wereld! Dat leverde hem een reprimande op van het regiment waarin hij diende. Zwaar tegen zijn zin scheepte hij in en speelde bepaald geen dappere rol bij de faliekant verlopen verdediging van Antwerpen tegen de Duitsers in oktober 1914. Is deze gebeurtenis niet vervaagd door zijn krachtdadige optreden in de Tweede Wereldoorlog tegen diezelfde Duitsers? Nadat de ijzervreter in oktober 1940 de superieure vliegtuigen van Hermann Göring’s Luftwaffe verpletterend had verslagen en de oorlog in feite al gewonnen was, sprak geen ziel meer over de smadelijke nederlaag van Antwerpen. De Russen claimden later weliswaar met succes het keerpunt van de oorlog met hun slag om Stalingrad – dat zou het echte begin van het einde van het Derde Rijk zijn geweest - maar een kniesoor die daar op let.
Eenmaal gelauwerd gebruikte Churchill de andere benaming voor de Eerste Wereldoorlog, namelijk The Great War. Door semantisch het accent te verleggen, wiste hij de periode in zijn geest uit. Hij beschouwde deze van een andere etymologische oorsprong dan First World War. Zo ontdeed hij zich van de benauwende, misplaatste moraal die zo geen vat meer had op zijn Antwerpse avontuur dat hem nog wel eens parten speelde. Aan zo’n oorlog nam je toch niet deel! Laf? Zonder hem zou het Europa van de twintigste eeuw waarschijnlijk een ander verloop hebben gekend. Maar Churchill projecteerde de debacle van Antwerpen wel op ons kansloze verzet tegen de Duitse overmacht in mei 1940. Zijn biograaf tekende op: ‘Nederlanders zijn egoïstisch en laf, en als ze vechten dan doen ze dat maar voor een paar uur.’

Ja, oké, nu dat geval op dat schoolplein. Net zes jaar geworden en ik was smoorverliefd op Agnes. Tegen een vriendje zei ik eens: ‘Ze trekt me even onweerstaanbaar aan als flakkerend kaarslicht dansende mugjes op een zwoele zomeravond’, waarop hij zwijgend wegliep. Zij kwam op de helft van het jaar bij me in de klas en logeerde voor zes maanden bij ons op de trap. Van de juf moest ze voor de klas komen staan en zich voorstellen. Ze bloosde en bijna onhoorbaar zei ze: ‘Oef!’ Toen vertelde ze dat haar eigen school in een andere stad lag. Ik vroeg me niet af waar en waarom ze maar een half jaartje in de klas kwam. Ze was er! Daar ging het om. Maar hoe trok ik haar aandacht? Mijn eerste zaadlozing nog in het verschiet, was dit al de allerbelangrijkste vraag. Want ze zag me niet eens! In het speelkwartier stond ze met haar vriendinnetjes bij de poort en er cirkelden in een straal van enkele meters altijd een paar jongetjes om haar heen. Ze leken hunkerende satellieten die rusteloos hun banen moesten draaien rond een perfect hemellichaam. Of ze wilden of niet.

Toen een Deus ex machina! Als in slow motion verscheen Huib om de hoek.

De methode die ik toen voor het eerst toepaste, gebruikte ik later nog wel eens een paar keer om ongemotiveerde zakenpartners van gedachten te helpen veranderen - hoewel mijn charmante overredingskracht de laatste jaren op details wel ietsje anders was uitgewerkt. Ik was te weten gekomen dat Huib weinig zakgeld kreeg en erg van snoep hield. Ik investeerde daarom in Varia, dat waren grote bruine puntzakken vol zachte zoete drop. Op het schoolplein toonde ik die hem even, sloeg mijn jas weer dicht en liep snel door. Als subliminale beelden drongen ze zijn onderbewustzijn binnen en verborgen zich daar ergens om hun moment af te wachten. Tot het hun beurt was. Een paar dagen later liet ik hem ervan proeven. Elke dag een beetje meer. Tegen de tijd dat hij gewend was geraakt, bewerkstelligde ik abrupt een abstinentie. Hij hield zich nog groot. Maar toen ik een dropveter uitrolde en met gesloten ogen oppeuzelde, bezweek hij. In een even zakelijke als hartelijke onderhandeling gaf ik hem te kennen dat hij dit genot kon verdienen en hield de gevulde puntzak even voor zijn gezicht. ‘Huib als ik het sein geef moet je haar kwellen. Dan bedoel ik ook echt kwellen!’ Daarbij wierp ik even een betekenisvolle blik naar de hoge poort met het zwart geverfde gietijzeren hek. Ik vertelde arme Huib niet dat ik dan plotsklaps ten tonele zou verschijnen…‘

Het schoolplein © Ron Kretzschmar

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  Ron Kretzschmar