Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2018  Peter Boonstra  Beoordeling Rouw

Beoordeling De kooi van Faraday – Peter Boonstra

Op een terras is Evelien in gesprek met Arthur, een psycholoog bij wie ze tien jaar geleden in therapie is geweest. Evelien beseft dat Arthur is veranderd in een cynicus en seksist. Desondanks gaat ze door met vertellen over Lydia.
Hun lesbische relatie verloopt nogal problematisch, het schijnt te maken te hebben met Lydia’s verleden. Menig discussie daarover eindigt in ruzie. Na de laatste ruzie neemt Lydia al een paar dagen de telefoon niet meer op.
Arthur lijkt weinig geïnteresseerd in Eveliens verhaal en komt tot conclusies die haar zo boos maken, dat ze van hem wegvlucht en naar het huis van Lydia gaat. Misschien had ze dat beter niet kunnen doen.

Wat me meteen in dit verhaal opvalt, zijn de zinnen die vloeiend in elkaar overlopen. Met de overgangen tussen heden (terras) en verleden (herinnering) had ik aanvankelijk wel wat moeite, maar bij herlezing blijken ze gewoon te kloppen. De meeste lezers herlezen niet. Voor hen zou je telkens de laatste zin over dat verleden in de directe rede kunnen plaatsen, dus als gezegd tegen Arthur.

Geweldig vind ik de beschrijvingen van Lydia’s omgeving. Ze zijn beeldend: ‘Lydia woonde in het oostelijk deel van de stad, een weinig tot de verbeelding sprekende wijk met oude, afgeleefde huizen die tegen elkaar leken te leunen in een wanhopige poging om overeind te blijven.’ En ze vertellen me veel over het karakter van de nogal gesloten Lydia: ‘“Je woont leuk,” zei ik, terwijl ik een vergeelde teddybeer met een rood strikje om zijn nek een stukje verschoof.’
 
Wel vraag ik mij af, waarom Evelien tien jaar geleden in therapie is geweest en waarom Arthur in die tien jaar veranderd is in een cynicus en seksist. Dit houdt mijn behoefte aan verder lezen extra gaande, maar aan het eind krijg ik geen antwoord.

Er zit veel spanning in dit verhaal, dankzij het gedoceerd prijsgeven of het geheel weglaten van informatie.
Ik zou nog wat meer informatie weglaten. Bijvoorbeeld in de kroegscene: dat de inkepingen op haar pols mogelijk afkomstig zijn van een mes. Laat de lezer meer gissen, nu ligt het er nog te dik bovenop en wordt het verhaal te voorspelbaar.
En dat Lydia aan het eind van het verhaal haar polsen had doorgesneden, is mij wel duidelijk, gezien het bloedrode badwater en dat gecombineerd met de ontdekking in de kroeg.

Je schrijft ergens dat Evelien het hoognodige over Lydia aan Arthur had verteld. Je schrijft niet wat dat hoognodige is geweest. Misschien begrijp ik daarom niet, waarom Arthur opeens begint over de kooi van Faraday.
Zijn Kooi van Faraday-idee wordt logisch, wanneer je de twee zinnen van Eveliens herinnering die daar boven staan in de directe rede zet, dus als verteld aan Arthur.

Misschien is het verstandig dat je meer van dat hoognodige in de directe rede zet, zodat ik ook kan begrijpen waarom Arthur op de gedachte komt dat Lydia een potentiële slachtoffer is, een vrouw die - zoals hij het uitlegt - seksueel misbruik uitlokt. Dat uitlokken zou dan ook ergens moeten worden aangestipt.

‘De kooi van Faraday’ is het verhaal van twee vrouwen, die – zwak uitgedrukt - slechte ervaringen hebben gehad met mannen. Evelien is amper of nooit door mannen bevredigd, Lydia is zelfs door mannen verkracht. Daarom heeft Evelien nog wel behoefte aan seks (met een vrouw), maar wil Lydia niet verder gaan dan knuffelen en wat strelen.
Ook het gegeven dat Lydia nogal geremd en paniekerig kan zijn, dat ze geen carrière heeft gemaakt en zich laat omringen door teddybeertjes uit de tijd van vóór dat zij seksueel misbruikt werd, getuigt van een groot psychologisch inzicht van de auteur.
 


December 2018, Henk Rouw, auteur onder het pseudoniem Eric Steiner & Co.

Beoordeling De kooi van Faraday – Peter Boonstra

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2018  Peter Boonstra  Beoordeling Rouw