Homepage Schrijversweb Schrijversweb 2010 Sascha Beernaert Tamara’s witte vlek - Sascha Beernaert |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Kan een diëtiste aan de behoefte om zwaar te zijn voldoen? Laat dat nu net haar taak níet zijn. Waarom dan te rade gaan bij een voedingsexperte als je je toch niet anders voor hoeft te doen dan je bent? Redelijk simpel, tamelijk complex, en terzelfder tijd doet het er totaal niet toe. Ik ben namelijk niet te dik, niet te dun en niet perfect. Voeding is er om opgegeten te worden en niet om op te letten. Mijn vriendin troonde mij mee. Naar een uit de Flair gewonnen dieet-sessie. Zij is de schuldige! Niet dat zij er wel nood aan heeft, zoals zoveel niet te dikke vrouwen. Ze leest nu eenmaal graag de Flair. Van alle aanwezigen was ik de enige met wat overgewicht. Tamara heeft de eer en het genoegen zich onze lesgeefster te mogen noemen. Ze zei het mij vlakaf tijdens de vijftien minuten pauze die ze inlaste. Waarschijnlijk om zich te laten gelden als alfavrouwtje in de meute waarvan ik ongewild het andere geslacht van representeer. Ze merkt niet dat ik merk dat er op haar rechterbil een witte vlek zit. Yoghurt? Melk? Tandpasta? Achtendertig mengt zich door mijn denken. Ze wiebelt kort met het voor de helft bevlekte achterwerk tijdens het uitduwen van haar rookwaar. Ik ben vooringenomen. Acht is mijn lievelingsgetal om over vrouwen van dertig te zwijgen. De mogelijke lekkerheden die het vlekje veroorzaakt hebben zijn eindeloos. Ook de niet plantaardige en dierlijke. Braafjes volgen de andere cursisten en ik in het gelid van een gemarkeerd achterwerk in zwarte jeans. De saaiheid van haar beroep intrigeert mij. Hoedje af voor zoveel geduld, moed en zelfopoffering. Je moet het maar doen. Elke dag opnieuw hetzelfde verkondigen en dat voor een klas vol dikke mensen. Doorheen haar monsterende tocht van hoofd tot hoofd, van achteraan de schrale groene muur tot vooraan naast het grote witte schoolse bord, hoor je ze denken: stront aan de knikker. Maar het moet gezegd, dat ze zich ondanks deze vaststelling netjes kwijt van de taak waarvoor zij tenslotte wordt betaald. Lesgeven dan maar. Een eiwit is en blijft een eiwit. Vandaag, gisteren, morgen. Het zal dat altijd zijn. In datzelfde volwaardige eiwit zullen ook steeds de acht essentiële aminozuren die wij nodig hebben terug te vinden zijn. Tamara kan daar niets aan verhelpen. Ze kan het enkel maar verkondigen. Dag in dag uit. Tot in alle eeuwigheid amen. Ze vraagt mij niet naar wat ik beroepshalve doe. Zo beleefd is ze wel. Ik zou er anders geen geheim van gemaakt hebben dat ik als nachtverpleger in een rusthuis tewerkgesteld ben. Met de nadruk op werk, want ik beschouw hetgeen ik voor de kost doe evenzeer als Tamara een noodzakelijk kwaad. Iets wat je moet doen wil je brood op de plank hebben. Met dien verschille dat wanneer er zich bij mij stront aan de knikker voordoet, ik er niet zo gemakkelijk mee wegkom. Drugs, drank en seks mogen dan wel verboden zijn in een OCMW-rusthuis, de feces die gehouden worden zijn bij wijlen veel meer dan enkel maar wat geluidsoverlast. Dralend, voetschuifelend publiek dat diezelfde aminozuren waarover Tamara het dagelijks heeft, tot geurhinder reduceert. In allerlei vormen, geuren en kleuren. Er zit gewoon meer variatie in mijn job. Er is geen sprake van een constante, een vast patroon, een draaiboek, een les waaraan de aflezer zich houdt. Iedere dag is andere kak. Of geen kak. Dat kan ook. Buiten op straat meldt Tamara mij in een kring van blauwe walm dat ik niet goed bezig ben. Ze steekt een nieuwe sigaret aan. Voor mijn eigen bestwil moet ik alles wat ik gedurende een week eet, van het eerste stukje boterham tot het laatste slokje water noteren. Een eetdagboek als het ware, dat zal dienen om het totaal aan calorieën dat ik per dag naar binnen schrok te berekenen. Het is een extraatje dat ze mij wil aanbieden. Want wie meer raadgevingen en voedingsadvies wenst, dient een afspraak te maken voor een privé-consultatie. Het naamkaartje gaat vlot van hand tot hand. Tamara’s nummer is het meeste in gsm’s gezette van de avond. Eenmaal thuis gekomen noteer ik: Maandagmorgen. 06u00. Mijn onbeantwoorde zin in seks eet ik weg met een witte boterham. Een even dikke laag Nutella erbovenop ter compensatie. Ik doe het drie keer. Tot mijn honger over is. Tegen de middag ben ik uitgeslapen en heb ik nog steeds niet gebeld. De goesting is onherroepelijk weergekeerd. Tijd voor wat verstrooiing! 18u00. Over twee uur moet ik weer aan het werk. Ik knabbel een stuk of vier, vijf, zes mini leo’s naar mijn maag en trek sportkledij aan. Tijd voor een hobby! Eindelijk bevediging. Endorfines mengen zich in mijn brein met de nooit aflatende gedachten. Tijdens het lopen denk ik aan verschillende vrouwelijke lichaamsdelen. Tijdens het douchen denk ik aan verschillende vrouwelijke lichaamsdelen van andere vrouwen. Een ervan is diëtiste. Tamara’s les was eenmalig. Was vorige week. De Flair wordt thuis nog steeds gekocht, daar niet van. Doch wil ik verder diëten zal ik een telefoontje moeten plegen. Fantasie, werkelijkheid, niets is wat het lijkt. Lijkt dit op een waar gebeurd verhaal? Dat kan. Het omgekeerde kan evenzeer. Alles gebeurt in de eigen werkelijkheid van de lezer. Volgens perceptie van gedachten. In die wetenschap is de kalverliefde waarvan hier sprake, voor interpretatie vatbaar. Er is immers maar één grote liefde in het leven van dikke, eenzame, verliefde mensen en dat is: chocolade. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Tamara’s witte vlek © Sascha Beernaert Homepage Schrijversweb Schrijversweb 2010 Sascha Beernaert |