Mama, 'wat is Syrië', vraagt Sophie. Dat is een land in het Midden Oosten. Ze heeft de krant voor zich. Fijn, inmiddels kan ze alles lezen. Ze heeft besloten dat ze daar naar toe wil verhuizen. Vol onbegrip kijk ik haar aan. Besluit maar te vragen naar haar beweegredenen. Langzaam begint ze haar betoog. Ons is bekend dat als Sophie aan een verhaal begint, je daar niet een, twee, drie vanaf bent. Eerst volgt er een uitgebreide inleiding over wat ze later wil worden. Ze kan redelijk leren en heeft besloten dat ze dokter wil worden. En niet zomaar een dokter. Nee, eentje die iedereen beter kan maken. Want, mama, weet jij wel dat als je kanker hebt, dat je dan dood gaat. Ik probeer wat nuance aan te brengen. Echter wordt onderbroken, ze houd een verhaal en of ik haar eerst even kan laten uitpraten. Ik sta hier nog wel even.
Ik probeer de krant in handen te krijgen. Daar was ik nog niet aan toe gekomen deze zaterdag. Mislukt, ze houdt de krant dicht bij zich. Er komen allerlei ziektes langs, waarvan ik geen idee heb, dat zij van het bestaan af wist. Tussen neus en lippen door krijgt ook de paus er nog even van langs. Dat er zoveel kindjes in Afrika zijn is allemaal zijn schuld. Schijnbaar kijk ik een beetje moeilijk, dus ook dat wordt door mijn zevenjarige verduidelijkt. Anticonceptie blijkt al geheel ingeburgerd. Redelijk in shock luister ik gedwee verder.
Sophie is nu aangeland bij waar het daadwerkelijk om gaat. In Syrië kun je op elf- à twaalfjarige leeftijd als dokter in een ziekenhuis werken. Dus als we nu kunnen verhuizen, dan redt ze dat wel. Waarom moet je hier dan eerst nog naar de middelbare, vraagt ze in al haar onschuld.
Besluit dat hier maar de Midden Oosten politiek aan bod moet komen. Weet niet of dit educatief verantwoord is, maar naar Syrië verhuizen is ook geen optie. Ik leg haar ook uit dat Mohamed Asaf ook graag gewoon naar school zou gaan. En dat hij het ook fijn zou vinden als zijn mama met een kopje mierzoete muntthee op hem zat te wachten na school, een kus op zijn voorhoofd voor het slapen.
Na een betoog mijnerzijds, zoveel mogelijk op het niveau van een zevenjarige, zonder te oordelen, leg ik haar het Midden Oosten in een notendop uit. Voor zover dat mogelijk is. Mijn meisje komt tot de conclusie dat ze toch maar hier dokter wordt.
's Avonds in bed komt ze er op terug. Haar spaarpot ligt stuk op de grond. Of het genoeg is voor een vliegticket. Ze heeft besloten dat ze Mohamed Asaf gaat halen en of ik mee ga. Ik leg uit dat dat echt niet mogelijk is. Mijn kleine meid valt die avond huilend in slaap. Trots, met tranen in mijn ogen en pijn in mijn hart, doe ik haar kamerdeur dicht, haar hart zit op de goede plek. En ze heeft ook de hele Midden Oosten politiek begrepen. Zinloos en zo snel mogelijk weg daar.
|