Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Tineke Oranje

Het congres nieuws - Tineke Oranje

Ze lag op haar rug op het keurig opgemaakte bed. De openingsborrel van het tweejaarlijkse congres was achter de rug, zo dadelijk was er een diner. Morgen was haar dag, haar lezing stond in het ochtendprogramma, vlak achter die van professor van Gool, haar stagebegeleider toen ze afstudeerde. Een man met een grote faam op hun gezamenlijke vakgebied: hypnose. Ze bewonderde hem om zijn vakkennis en eruditie. Een eer om na hem te mogen spreken, ze was verguld  toen ze het programma onder ogen kreeg. Maar haar stemming is veranderd, nu ze hier is. Geen faalangst, integendeel, meer een soort pijn die opeens hinderlijk in de weg zit.
Vanmorgen toen ze wakker werd, had ze die droom weer gehad. Dezelfde als twee jaar geleden, vlak na het vorige congres. Toen was het de nachtmerrie van wat haar overkomen was, nu was ze in die droom een buitenstaander gebleven. Ze zag alles weer, maar het ging niet over haar. Ze was niet prettig wakker geworden, erger nog: onder de douche voelde ze alle blauwe plekken en kneuzingen weer van die rotnacht. Er was niks te zien, maar ze kon ze zo aanwijzen. Dat had ze de afgelopen twee jaar helemaal niet gehad.
Sterker nog, nu ze er zo over nadacht,  na het congres was het al snel geweest alsof er niets was voorgevallen. Twee maanden na het voorval had ze Ed ontmoet en nu was ze alweer een half jaar met hem getrouwd. Ze had nog nooit de behoefte gehad om hem erover te vertellen, het was er niet - alsof het nooit gebeurd was. Zijn lieve briefje naast de Senseo: ‘dag mop, veel plezier, bel me!’ had door die droom helemaal geen effect, haar hoofd zal vol met pijn en verdriet.
Ze had vanmorgen even getwijfeld: zal ik afzeggen? Maar toen was de pijn nog niet zo hevig als nu, bovendien: dit was de kans van haar leven. Ze had best wat te melden en had zich verheugd op de discussie. In haar knusse Golfje onderweg werd het vervelende gevoel sterker: ze had helemaal geen zin in de nieuwe cd van De Dijk die ze net had gekregen. Veel te dramatisch voor haar gemoedstoestand.  Op het parkeerterrein ontdekte ze de opgeknapte 2CV -  een rijdend bankstel noemde hij dat  - van een oud-collega, waar ze met genoegen naast parkeerde.  De blitse BMW, waarvan ze vermoedde dat het de nieuwste aanwinst van Van Gool was, liet ze links liggen. Ook al zoiets ongemakkelijks, wat was dat toch? 
Ze ging verliggen; dat deed nog pijn ook! Alsof ze alle pijn had opgespaard voor vandaag. Ze snapte er niks van. Indertijd was de gemaskerde man zonder geluid al een raadsel voor haar geweest, bovendien had ze zich afgevraagd, waarom hij uitgerekend haar moest hebben. Niemand anders leek ook maar iets gemerkt te hebben op de gang waar haar kamer zich bevond. De muzak uit de luidsprekers was weinig anders dan twee jaar geleden, een soort geluiddempend tapijt van net geen jazz, geen herkenbare pop en geen klassiek. Nog even en ze stond straks jankend voor de zaal, wat was dit toch? Twee jaar nooit meer aan gedacht en nu opeens dit.\
Ze ging rechtop zitten: zou dit congres de ‘trigger’ zijn? Een logische gedachte die de pijn wat verminderde. Kijk aan, ze moest logisch blijven denken, dat hielp. Ze besloot af te zakken voor het diner: misschien zat ze wel naast Van Gool. Waar zou ze met hem over moeten converseren al die tijd aan tafel? Opeens zag ze daar tegenop: dat was twee jaar geleden wel anders. Ze was idolaat van die man, ze vrat de woorden bijna uit zijn mond. Nu leek het een corvee, helemaal als hij zo ging zitten leunen op twee poten van zijn stoel. Dat had ze altijd fascinerend griezelig gevonden, ze had hem ooit een keer gered van een val. 
Nou ja, ze zag wel. Ze trok haar donkerblauwe jurkje aan met de brede schouderbanden en de mooie boothals. Ed kon zijn ogen nooit van haar afhouden, als ze zo tegenover hem zat. Misschien kon ze beter niet tegenover Van Gool aan tafel zitten, ze zou steeds aan Ed moeten denken. Vorige keer was er wel iets broeierigs geweest, maar hij was zoveel ouder. Ze had er niet eens aan gedacht om ook maar naar hem te kijken. Hij leek op haar opa, zo gedistingeerd. Ja, ja, twee jaar geleden was ze nog vrijgezel en dat hadden haar studiegenootjes ook geweten. Ze had de hele avond dikke pret gehad, ze had met iedereen gedanst op de muziek uit de sixties, maar niemand viel wat haar betreft in de prijzen. Die Van Gool al helemaal niet, je eigen grootvader – kom op zeg. ‘Helemaal niet cool, Tante Winky’  zou haar nichtje zeggen. Dat tantezeggen was een goedmoedig pesterijtje. Het was een leuke meid; buren vroegen weleens of ze niet verwisseld was, zoveel vonden ze haar lijken op Winky. Zelf had ze geen kinderen.

------- 

Met een schok werd ze wakker: waar ben ik? Al snel was de oriëntatie terug, samen met een groot onbehagen. Heel snel tuimelden de beelden van de vorige avond binnen. Ze had niet naast Van Gool gezeten, godzijdank ook niet tegenover hem, maar een tafel verder. Ze voelde zich geobserveerd en het duurde even voordat ze constateerde dat het Van Gool was die zo vaak naar haar staarde. ‘Niet te hendelen men’ zou haar nichtje de situatie omschrijven. Ze had besloten om terug te staren, maar dat viel niet mee. Die man was haar idool, ze had hem in gedachten als promotor voor haar onderzoek, maar opeens was dat heel raar. Ze zag een andere man dan twee jaar geleden, hij leek helemaal niet meer op haar opa. Hoe had ze dat nou ooit kunnen denken? Ze was blij dat ze tussen bekenden zat en verloor zich in een lyrische beschrijving van haar echtgenoot. Iedereen leek haar haar geluk te gunnen, dat voelde prettig. De muziek van Cuby en the Blizzards stemde haar weemoedig. Ze wilde dat ze thuis was; samen een beetje plaatjes draaien, herinneringen ophalen en een tikkie dronken worden. Van Gool was na afloop van het diner nergens meer te bekennen.
Ze had hem nu op haar netvlies, maar er klopte iets niet. Ze zag hem anders, hij was van zijn voetstuk af. Haar hoofd duizelde opeens, ze voelde zich heel vreemd. Ze was opeens weer in die nacht en zag de man die haar belaagde. Hij kwam haar zo bekend voor, ze zag hem helemaal voor zich. Plots was er dat detail, dat handgebaartje. Dat leek op haar opa, maar hij was het niet - dat was Van Gool! Ze schudde haar hoofd, wat lag ze nou toch allemaal te denken? Opa, Van Gool, wat een zooitje. Als het niet zo verwarrend was, dan was het om te janken zo raar. Ze vermande zich: Winkytante, dit is helemaal niet cool! Denk na, je bent academisch getraind. Begin vooraan! Ze stopte haar hoofd in haar handen, leunde op haar opgetrokken knieën.
“Van Gool is de trigger naar de nachtmerrie. Opa moet ik skippen, maar dat wist ik gisteravond al. Waarom is Van Gool mijn trigger? Zou hij…? Nee, zo’n gedistingeerde man! Nee, nee, Winky, dat was je opa! Denk na, denk na. Kan het? En zo ja, waarom denk je dat pas hier?” Haar gedachten bleven maar tollen, maar opeens was het helder: zou hij zo brutaal zijn geweest om haar na afloop te hypnotiseren? De gedachte sloeg in als een bom: ze kon niet meer in haar bed blijven en ijsbeerde door de kamer.
Wat was ook alweer zijn onderwerp? Langdurige hypnose en de gevolgen voor de samenleving. Ze sloeg zich onwillekeurig op haar voorhoofd terwijl ze in de spiegel keek: rode plekken vormden zich al. Blijf denken, blijf logisch Winky. Ze hield haar hoofd onder de kraan en het koude water ontnuchterde haar. “Als, als, als, hoe kan ik hem dan ooit ontmaskeren? “ Maar ook: “wat hondsbrutaal van hem! Niet alleen die onterende nacht, maar ook de methode om de gevolgen te ontlopen. Was ze soms een ver doorgevoerd experiment?” Onvrijwillige hypnose bestaat, daar hoefde ze niet aan te twijfelen. Hooguit kon ze bedenken dat hij haar dan eigenlijk veel  eerder onder hypnose had kunnen brengen, dan had ze niet eens hoeven weten wat er gebeurd was. Ze werd opeens ontzettend kwaad: wat een arrogante lul, hij had gisteravond gewoon zitten loeren of de hypnose nog werkte.
Ze dacht koortsachtig na: wat nu? Over een uurtje begon hij met zijn lezing en ze wist uit de voorpublicatie wat er ongeveer ging komen. Hij focuste op criminelen, die met langdurige hypnose al dan niet vrijwillig een bepaald programma doorliepen. De stinkerd, het ondier. Ze zou hem in het openbaar niet van zijn voetstuk kunnen trekken. Maar het was ook iets tussen hen tweeën, toch? Hij zou in het forum plaatsnemen om met twee andere gezaghebbende wetenschappers de discussie te entameren.
Professor, het mocht wat. Een ouwe man met jongensdromen die hij niet voor elkaar krijgt. Ze was opeens trots op zichzelf: goed  zo Winky, maak hem maar klein. Dat helpt. Opeens wist ze wat ze moest doen. Ze schoot onder de douche en constateerde dat de fantoompijn weg was. Zo, dat was één. Ze zocht in haar koffer naar haar oorlogstenue. Ze had dat rode jasje op het laatste moment nog in de koffer gestopt, met haar rode stiletto’s. Eigenlijk had ze gedacht dat het té was, maar nu kwam die gril uitstekend van pas.
Met vuurrode lippen arriveerde ze in de congreszaal. Er werd flink omgekeken, ze werd gezien in de goedgevulde zaal. Des te beter, kijk maar goed, wacht maar. Ze ging vooraan zitten en bestudeerde haar vroegere idool. Hij leek even te schrikken van haar opvallende aanwezigheid, maar herstelde direct. Aha, dat was twee!
Ze luisterde aandachtig naar zijn verhaal – alsof het allemaal niet op kon, zo boeiend..., tsss. Hij ontspande zichtbaar en poneerde zijn vraag van de dag: ‘ is de samenleving beter af met hypnose?’. Hij boog voor het applaus en nam plaats op het podium achter de jurytafel. Haar beurt, ze stond op. Zonder te struikelen, met haar blik in die van Van Gool geboord, bereikte ze het spreekgestoelte. Ze draaide haar rug naar hem toe, legde haar papieren neer en pakte de microfoon.
“Dames en heren, ik ben Winky Donatius en ik wil graag mijn stelling poneren voordat ik mijn lezing begin.” Een licht geroezemoes klonk op in de zaal, dit was ongebruikelijk. Ze rechtte haar rug en ging verder: ´ik had vanmorgen een bijzondere ingeving, die ik u wil meegeven, in aansluiting op de voorgaande spreker. ’Ze kuchte even en sprak luid en duidelijk in de microfoon: “Is het mogelijk dat vrouwen voordeel putten uit hypnose na een traumatische ervaring, zoals bijvoorbeeld een verkrachting?”  De zaal rumoerde, ze hoorde een klap, maar ze hoefde zich niet om te draaien om te weten wat er gebeurde. Opeens lag Van Gool achterover op de grond. Uit zijn achterhoofd vloeide bloed. Dat was drie!
Ze was blij dat ze dat op tijd had bedacht; nee, dat arrogante wippen op twee poten deed haar opa nooit! 

Het congres nieuws © Tineke Oranje

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2012  Tineke Oranje