Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Tineke van Roozendaal

Nora - Tineke van Roozendaal

Het dorp ligt tegen een helling en de huizen kijken uit over de zee in noordelijke richting. Bij helder weer zie je dolfijnen rond een vissersboot. Je ziet Kolymbari in de verte liggen. In de winter is het strandje bij de baai verlaten. Er grazen wat geiten en schapen, er komt iemand duiken, er staat een visser bij het kapelletje in zijn oliegoed. Het kan er nat en koud zijn. Als het lang regent, kleurt het water bruingeel door het zand dat vanboven wordt meegevoerd door de stroompjes naar de zee.
Hij laat hier dagelijks zijn hond uit. Max. De hond is op leeftijd en wordt tegenwoordig in de auto naar het strandje gebracht. Exo, roept het baasje en apporte, Max. Bravo, Max. Hij rookt een sigaret en gooit ondertussen een stok ver weg. Apporte, Max, apporte. Max loopt naar de stok, zijn artrose verhindert hem om te hollen. Bewegen is goed voor hem, had de dierenarts gezegd. Blijven bewegen. Dat geldt ook voor zijn baas. Alexios neemt maar al te graag de auto naar het strandje, want hij vindt de weg terug omhoog ook zwaar. Tot een jaar of drie geleden wandelde hij met Max naar beneden, speelde wat aan de baai en liep weer terug naar boven, langs het café waar hij dan een koffie nam. Nikolaos zette daar steevast een tsikoudia naast. Een goede gelegenheid namelijk voor Nikolaos om zelf ook een borrel te nemen. Alexios hoort bij het dorp. Hij woont nog iets verder, voorbij de huizen van de Noren, de Duitse dame, de Britten en de Hollander. Het dorp heeft een Europees tintje. Alexios kent de andere buitenlanders goed. Hij is regelmatig tuinman, schoonmaker, loodgieter en timmerman. En als het zo uitkomt past hij op het huis, ontvangt hij de gasten, maakt hij het zwembad schoon. Niemand vraagt zich af waar hij eigenlijk vandaan komt. Hij spreekt vele talen en hij lacht mee met de Grieken als ze de vreemdelingen nadoen. Alexios hoort dus bij het dorp en het hele dorp kent Max.
Zijn gezondheid is de laatste tijd hard achteruit gegaan. Hij hoest, hij moet veel plassen en hij heeft eigenlijk permanent koorts. De Duitse dokter beneden in het dorp heeft al naar zijn longen geluisterd. Longontsteking. De antibioticakuur heeft Alexios niet afgemaakt. Hij kreeg te veel last van zijn ingewanden. Een schrijnende pijn bij het plassen heeft hij nu, maar daarmee gaat hij niet naar de dokter. Hij drinkt Luisa, kruidenthee. De vrouw van Nikolaos heeft hem dat aangeraden. Hij vindt het nog lekker ook. In Chania wordt er voor de toeristen speciale bergthee verkocht. Gezond en tegen allerlei kwalen. Thijm, rozemarijn, lavendel, salie. 
Soms gaat Alexios naar Chania. Hij neemt dan vanuit Kolymbari de bus en stapt uit op het busstation. Een heerlijke chaos is het daar. Hele families, schoolkinderen, handelaren. Je komt er iedereen tegen. Hij loopt door naar de haven. Hij weet precies waar hij moet zijn. Katharina staat vlakbij de vuurtoren. Ze gaan naar het café van haar ouders en verdwijnen achter het gordijn. Een heerlijke verdwijning. Hij betaalt altijd eerst. Zo is de afspraak, want Katharina wil geen grapjassen. Ze kent het klappen van de zweep. Na afloop dwaalt Alexios nog wat langs de terrasjes aan de haven, door de straatjes richting het busstation. Hij koopt een souvlaki die op het pleintje vers wordt gegrild. Een maiskolf soms. De laatste weken is hij niet in Chania geweest.

De Noren hebben een oud huis bijna met de grond gelijk gemaakt en er een nieuw huis laten neerzetten, onder architectuur gebouwd. Een Griekse architect. Het ziet er prachtig uit en vanaf de baai beneden zie je het balkon met de stalen constructie. Eigentijds. Zij zijn ook eigentijds. De webwinkel heeft in een paar jaar tijd veel geld opgeleverd. Keihard hebben ze gewerkt. Zelf de pakketjes verzonden. Keukenartikelen staat er op de dozen en op de enveloppen. De winkel draagt de naam van hun dochter: Nora. En, net zoals Ikea dat doet, gebruiken ze het woord voor paddenstoel voor keukenartikelen. Sopp. Soppshop Nora.
Ze zijn trots op hun Kretenzische huis en ze gaan er regelmatig heen. Vaak vliegen ze in het weekend naar Kreta. Nora gaat dan mee of beter Nora moet dan mee. Nora is 15. Peter en Ingeborg hebben haar op jonge leeftijd gekregen. Nora is een stil meisje, ze leeft in een eigen wereld. De weekenden verlopen eigenlijk altijd hetzelfde. Ze komen aan op de luchthaven, pakken hun auto en rijden naar Kolymbari om er te dineren. Verse vis, heerlijke wijnen en natuurlijk tsikoudia. Nora vindt het vreselijk, dat dineren. Zij wil het liefst snel naar huis en een serie kijken via Netflix of in haar dagboek schrijven. Het leven van haar ouders, zij wil dat zeker nooit, zij vindt daar niets aan. Eten, drinken, eten, drinken.
Gelukkig is er Alexios. Een leuke vent die eigenlijk altijd wel in is om iets met haar te gaan ondernemen. En Max natuurlijk. Hé Maximou, zo spreekt Alexios hem liefkozend toe. Alexios spreekt vloeiend Engels en een beetje Noors zelfs. Nora vindt het prettig om Engels te spreken met hem. Ze vertrouwt hem volledig. Haar ouders vragen haar wel wat ze in die man ziet, maar ze laten haar ook haar gang gaan. Zij hebben genoeg aan elkaar.
In het dorp zijn ze er aan gewend dat Alexios vaak samen met Nora in het café komt. Ze zien dat ze op elkaar gesteld zijn. De ouders van Nora zien ze daar zelden.

Vandaag is het 6 januari en dan is het feest. Niet het Driekoningenfeest zoals ze dat in Noorwegen gewend zijn, de dag van de wijzen, Vismennenesdag, maar natuurlijk het Grieksorthodoxe Epifania of Theofania. Ze vieren de doop van Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan. Alexios neemt Nora mee naar dit spektakel bij de haven in Kolymbari. Met zijn auto rijden ze erheen. Max blijft thuis. Wanneer ze bij de haven aankomen is het heel druk al. De priesters staan aan de kade in vol ornaat. Uit de luidsprekers klinkt gezang. Om hen heen een tiental jonge mannen in zwembroek. Vissersboten varen rondjes in de haven met bezoekers. Het is een koude 6 januari, een graad of 8 en het waait behoorlijk. Alexios en Nora begeven zich in de menigte. Vissers, herders, dorpelingen en enkele toeristen. Een bont gezelschap staat te wachten op het moment dat één van de priesters het kruis in het water gooit en de jongemannen er achteraan duiken, het steenkoude water in.
Alexios geniet en staat met een herder te praten. Deze herder geeft hem jaarlijks een schaap als dank voor het feit dat hij de schapen op zìjn land mag weiden. Alexios laat dat schaap dan slachten en bereiden door Nikolaos en iedereen uit het dorp eet mee.
Wanneer hij Nora wil wijzen op de start van de echte ceremonie, staat ze niet meer naast hem. Hij kijkt verbaasd om zich heen. Geen Nora. Zijn hart klopt nu in zijn keel. Het is niets voor Nora om te verdwijnen zonder iets te zeggen. Hij begint te lopen door de menigte, hij zoekt. Hij rent naar het restaurant aan de haven. Geen Nora.

Het is 10 januari. In de haven wordt het lichaam van Nora gevonden. Alexios is de laatste die haar gezien en gesproken heeft. Hij wordt ervan verdacht haar om het leven te hebben gebracht. Een vriendschap tussen een oudere man en een jong meisje, dat is verdacht, zo staat er in de krant. Alexios zou haar misbruikt hebben en in de chaos van het Epifaniafeest in het water geworpen hebben, omdat ze alles zou willen vertellen aan haar ouders. Alexios.

This is the most beautiful place on earth. I will stay here for ever.

Alexios vindt het briefje in zijn jaszak. Intens verdrietig is hij. Niemand gelooft hem.

Nora - Tineke van Roozendaal

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2017  Tineke van Roozendaal