Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2015  Tineke van Roozendaal Beoordeling Alicia

Teveel hout - Tineke van Roozendaal

“Ik proef bessen en teveel vanille, de houten vaten weer hè.”
Ze ontvangt haar vrienden die echte wijnkenners zijn. Zij houdt erg van wijn maar is tevreden met een eenvoudige wijn uit de streek, zolang deze maar niet zoet is. De vrienden zijn kritische vrienden en proeven elke wijn langdurig, waarop ze overgaan tot goedkeuren, maar meestal afkeuren. Ze blijft lachen en schenkt telkens weer een andere wijn. De eerste avond gaan er zes flessen door. Er is 1 fles bij die er mee door kan. De vorm van de fles is die van een Bourgogne en dat stemt de vrienden al positief en als even later blijkt dat het om een Côte de Beaune gaat, kan de wijn niet meer stuk. “Hij zal toch al gauw 18 `a 19 euro doen, deze”. Ze helpt de vrienden uit de brand. Hij was 14,95 maar ze kreeg ze mee voor 7,95 per fles. Voor haar ongeveer het maximum wat ze aan een fles wijn wil uitgeven. Voor de vrienden is dat het minimum. Er blijkt een nieuwe rage te zijn. Je moet bij elke fles eerst kijken naar het alcoholpercentage. Doe je dit niet, dan weet je tegenwoordig niet meer wat je drinkt, zo zeggen ze in koor. Zelf kijkt ze daar nooit naar. “Ja, dacht ik het niet, 16 %. Veel te veel en dus niet te drinken”. Onbegrijpelijk voor deze bijna alcoholisten, maar het alcoholpercentage moet juist laag zijn om een smakelijke mooie wijn te leveren. De grens ligt bij 12%, al wordt er bijna geen wijn meer van 12 % gemaakt. De vriend die roept dat de zojuist aangeboden wijn echt niet te drinken is, blijkt zijn tanden net gepoetst te hebben. Hilariteit alom. Natuurlijk is hij een kenner, maar dit brengt even zijn smaak in de war.
Het is de eerste avond van een genoeglijk samenzijn in het atelier van de kunstenares. Ze heeft de vrienden uitgenodigd de paasdagen te komen doorbrengen in haar atelier in Callosa. De bedden zijn niet om over naar huis te schrijven, maar daar had ze al van tevoren voor gewaarschuwd. Het weer heeft ze niet in de hand. De bergen zijn fantastisch om te wandelen en de zee is nog te fris om te zwemmen. Het dakterras biedt een schitterend uitzicht op de bergen en op de zee. Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een paar mooie dagen van te maken. Ze heeft restaurants gereserveerd voor de lunch. Spaanse families gaan uitgebreid lunchen.
Na de reis en de eerste lunch duiken de vrienden als balletjes de gammele bedden in. Even een tukje om bij te komen. Als om 6 uur de klokken gaan luiden, worden ze wakker en hebben ze wel trek in een glaasje. ’s Nachts kruipen de vrienden over de trap naar hun bedden, want al dat proeven maakt loom en slap. Zij heeft dan even tijd om te bellen met haar dochter in Nederland en om haar vriend Juan uit te nodigen voor de nacht. In het Valenciaans zeg je ZJuwan en niet Guan, zoals in het Castillaans. Het is even wennen, maar hij is een heerlijke minnaar. Haar vrienden mogen hem niet ontmoeten. Ze wil niet dat haar dochter via hen weet dat haar moeder er een minnaar op na houdt.
De volgende morgen staat ze vroeg op om brood te halen, eieren te koken en sinaasappels te persen. De vrienden zijn echte stadsmensen en komen nooit vroeg naar beneden. Juan is al vertrokken wanneer ze beneden komen. Eerst een sigaretje buiten en dan worden de ontbijtjes gemaakt en meegenomen naar het dakterras. De discussies over het leven beginnen al snel. De boeken die er op dit moment gelezen worden, de cursussen die er gevolgd worden, de vakantieplannen die er zijn, alles wordt kritisch doorgenomen. Rond een uur of 11 is het gezelschap zo ver dat er een bescheiden wandeling gemaakt kan worden. Ze weet dat Juan die dag gaat klimmen en ze stelt dan ook voor om te wandelen boven Xirles. Ze zullen langs de wand lopen waar Juan in hangt. Ze kan zich daar al op verheugen. Natuurlijk kan ze hem gewoon gedag zeggen als ze hem ziet. Ze woont al een maand hier en ze kent dus mensen.

Juan
De kunstenares geniet van haar tijd in Callosa en vooral van haar minnaar Juan. Alhoewel Juan veel jonger is, wel 20 jaar jonger, lijken ze goed bij elkaar te passen. De kunstenares is bewust alleenstaand moeder en single en Juan is ook een happy single. De mensen op het dorp denken dat hij homo is. Hier zitten homo’s nog altijd in de kast en omdat Juan geen vaste vriendin heeft, niet getrouwd is, gaat het gerucht. Juan trekt zich er niet veel van aan, maar zijn moeder vindt het heel moeilijk. Zij wordt er op aangesproken. “Hoe is ’t toch met Juan, ik zie hem zo weinig. Heeft hij al een vrouw?” Juan is een eigenzinnige autonome man en hij valt buiten de kaders van dit katholieke dorp. Katholiek? Ja, nationaalkatholiek. De nog altijd klemmende banden van het franquisme. Juan Savall is schrijver en journalist. Hij schrijft voor Información artikelen over literatuur en film. Hij is er trots op dat hij dit heeft bereikt. Tegelijkertijd is hij jaloers op de vrijheid die zijn minnares heeft, een vrijheid die hij ook bij de Britten en de Zweden hier in het dorp ziet. De vrouwen bewegen zich vrij. Zijn minnares is een open iemand en ze geeft zich gemakkelijk. Hij kent dat niet van eerdere vriendinnen. Ze spreekt een beetje Spaans en ze heeft humor. De vrienden die ze nu op bezoek heeft zijn allen hoogopgeleid en hebben kennelijk voldoende geld om elke dag ergens te gaan lunchen met haar. Wat een leven. Hij heeft zijn klimmaten. Zij nemen hun lunch mee van huis en eten die in de bergen op. Ze plukken wilde asperges om die ’s avonds gezamenlijk te bereiden. Is dat minder leuk dan elke dag ergens lunchen of tapas eten? Nee, dat niet, maar het leven benauwt hem. Hij zit vast in dit dorp, vastgeklonken in de traditie. Hij speelt in een band, het is een vriendengroep geworden. Elke donderdagavond ontmoeten ze elkaar in de Casa de la Música. Er zijn 3 fluitspelers, een violist en een gitarist. Ze spelen er onder meer het volkslied La Muixaranga , want nog altijd moet de vrijheid herdacht worden die in deze omgeving zo hard bevochten is. Het is 40 jaar na dato. Zondag werden de doden herdacht, de jongens die ontvoerd, gemarteld en gedood zijn. Hun namen en leeftijden werden opgelezen op het kerkhof en Juan speelde er met zijn band. Zijn minnares was ook naar het kerkhof gekomen en dat had hij enorm gewaardeerd. Haar belangstelling voor zijn geschiedenis. Hij had zelfs een eigen gedicht voorgedragen over de liefde die alles overwint. Een knipoog naar haar, de blonde vrouw met het gebruinde gezicht. In het dorp is het een teken van het feit dat je op de campo werkt, als je een gebruind gelaat hebt. “Moreno” . De Britten en de Zweden gaan geregeld naar het strand en liggen op hun dakterras in de zon. De Valenciano’s zullen dat niet doen, die blijven zo blank mogelijk.

Hout
Juan heeft voor zijn kunstenares hout besteld, brandhout. Hij heeft het laten bezorgen door zijn vriend Ramón. Het is veel hout. De kunstenares zegt dat het teveel hout is voor twee maanden, maar Ramón legt haar uit dat je de kachel brandend moet houden als het koud is. Ook ’s nachts moet er een groot blok op. De kunstenares betaalt en ze krijgt als tegenprestatie een grote zak citroenen, vers van de campo.
Ze staat op het dakterras en pakt haar kijkertje. Wanneer ze naar het Westen kijkt, ziet ze de klimwand. Soms kan ze zelfs klimmers onderscheiden. Hij is een uur geleden vertrokken en hangt daar al in zijn gordel, goed gezekerd hoopt ze. Wat geniet ze van dit leven. Van haar minnaar. Hij leert haar genieten van de kleine dingen die het leven de moeite waard maken. Is het leven hier eenvoudiger? Nee, het zit in haarzelf. Ze is hier ver van de dagelijkse zorgen, ver van familieverplichtingen en zelfgekozen verantwoordelijkheden. Ze schildert hier vrij. Haar onderwerpen komen aanwaaien uit de natuur, uit de gesprekken op het plein en uit de processies van de kerk. Er is geen plan. Er is veel inspiratie.
Via skype heeft ze weer even contact met haar dochter, die in de hoofdstad woont. Het gaat haar goed en dat geeft ook nieuwe vrijheid. Ze kan met gerust hart twee maanden werken in Callosa. Ze wisselen uit hoe het gaat; ze raden elkaar aan welke boeken te lezen en ze delen even de nieuwtjes uit haar familie. De dochter is afgestudeerd en werkt. Ze heeft nog geen vaste baan, maar ze wil ook nog even vrij zijn. Het echte leven duurt lang genoeg. De laatste jaren is de biologische vader in beeld. Hij woont ook in de hoofdstad en haar dochter en hij kunnen het goed vinden.
Het hout ligt opgestapeld bij de haard. Er zijn een paar grote stammen bij. Ze overweegt om die op haar atelier te leggen. Nooit eerder werkte ze met hout, maar wie weet kan ze er iets mee doen. Schilderen op hout?
Paaslam
De wijn is erg algemeen, simpel gemaakt. De vrienden vinden dat hij te lang op het vat heeft gelegen. Wanneer ze nog eens goed kijkt, ziet ze dat het een jonge wijn is, maar wel van de Tempranillodruif die wat naar vanille smaakt. “Niets mis mee”, is de reactie van één van de vrienden en er wordt een nieuwe fles aangerukt. De prijzen hier, wat een schok. Je krijgt voor rond de 10 euro per persoon een heel menu met wijn. De Hollanders kunnen hier niet over uit. Marie Carmen adviseerde haar om met de vrienden veel thuis te eten. Eten in restaurants is zo duur. Ze kocht een hele poot van een lam. Marie Carmen sneed het vlees in voor de kunstenares wonderlijke stukken, maar het is een heerlijke maaltijd geworden. De Franse wijn past er goed bij, evenals een biologische wijn uit de omgeving. Ze eten met elkaar aan de houten tafel beneden in het huis. Het raam staat open en er loopt iemand langs. Er wordt Hola geroepen en de vrienden roepen terug. Ze hoort dat het Juan is, maar ze laat niets merken. Kennelijk komt hij even polshoogte nemen. Het is druk op straat met wandelende en rochelende mensen. Er wordt veel gerookt in Spanje en ook Juan rookt. Zij wil niet dat er in huis wordt gerookt en ze wil ook niet met een asbak zoenen, zoals ze dat noemt. Juan heeft zich dat aangetrokken en hij schuift altijd fris bij haar tussen de lakens. Gelukkig heeft hij geen hond, want dat is haar grootste ergernis hier. De hondendrollen overal. Er wordt weer een fles opengetrokken. Een mooie fles, maar wel 16 %. De vrienden hebben dat al snel gezien. “Veel alcohol, je proeft alleen alcohol” is het commentaar. Ze doet de kurk weer op de fles. Er wordt druk gediscussieerd aan tafel en ze tapt snel een fles uit het vaatje dat ze gekocht heeft. Ze zet de fles op tafel en de vrienden schenken in. “Jezus, deze is lekker, waar heb je die vandaan? Goed gemaakt, niet teveel tannines, maar net genoeg.” Ze mompelt iets over een speciaal adres en vertelt niet dat dit een fles is van 1.10 per liter. De vrienden gaan buiten roken en ze tapt de fles nog eens vol. Morgen gaan ze met elkaar uit eten in het restaurant in Tàrbena. Juan komt niet. Lachend verdwijnen de vrienden naar boven. Ze gaat nog even op het dakterras kijken. Het blijft prachtig dat je zowel de zee als de bergen ziet en dat je de dorpen overal ziet oplichten, een spel van licht. Overdag zie je soms zeilboten op de Middellandse Zee varen en roofvogels boven de bergen hangen. Ze vermoedt dat het Spaanse arenden zijn.

Juan
Juan brengt vandaag met zijn vrienden door. Hij heeft zich voorgenomen uitgebreid te vertellen over het avontuur met zijn kunstenares. Hij wil dat dit verhaal flink wordt doorverteld in het dorp en hij wil opscheppen tegenover zijn vrienden. Een rijke minnares. Ze spreken af bij de sociëteit van Moros y Christians op het plein en nemen een carajillo. Juan is vrolijk en vertelt hoe mooi zijn minnares is, blanke huid, blond haar en vooral hoe heerlijk het is om de nachten met haar door te brengen. Het is nu even lastig, nu haar vrienden er zijn. Die mogen hem niet zien namelijk. Bijna elke dag gaan zij met zijn kunstenares ergens eten, ze trakteren haar dan. De bandleden zijn onder de indruk. Ze kennen het huis wel dat aan de buitenlandse kunstenaars wordt verhuurd, het pand in de Carrer Molina . Juan vertelt dat hij nu zelfs de sleutel heeft. Trots haalt hij die uit zijn zak. Ze gaan oefenen en ze lunchen samen op de Calvari, op de top van de berg waar de processies heen gaan. Er staan daar banken bij het kapelletje en je hebt er een mooi uitzicht. Eén van de vrienden heeft wiet bij zich en ze genieten daar in afzondering van een paar jointjes. De wijn gaat rond en ze dalen daarna weer af om verder te spelen. Een mooie lome dag. De jongen van de wiet gaat direct door naar huis. Hij heeft die middag geen tijd. Het samen muziek maken heeft voor Juan een speciale betekenis. Hij is geboren begin jaren zeventig en hij weet nog niet zo lang dat hij waarschijnlijk niet het biologische kind van zijn ouders is. Zijn ouders waren lang kinderloos. Ze zijn nu beiden in de 80 en steeds meer beseft hij dat hij in niets op hen lijkt. Ze zijn niet creatief. Ze hebben heel andere denkbeelden. Ze zijn grootgrondbezitters. Een oom heeft zich ooit versproken, een broer van zijn moeder. Hij zei dat Juan blij mocht zijn dat hij zo goed terecht was gekomen. Toen Juan daar op doorvroeg, gaf hij er een draai aan. Er zouden slechtere plekken zijn in Spanje om op te groeien. Juan vermoedt nu dat hij één van de adoptiekinderen is, één van de kinderen die van de ouders zijn afgenomen in het Franco-tijdperk en aan een rijk, kinderloos gezin zijn gegeven. Juan heeft inderdaad geen broers en zussen. Zijn ouders wil en kan hij niets vragen. Zijn oom is dood. Juan is een jongen die op zijn verworven vrijheid gesteld is. De Eerste Communie, waarbij de jongens geheel in Franco-stijl in matrozenpakjes moesten lopen, vond hij verschrikkelijk. Er is geen uniform dat hem past. De kleding van de band, zwart overhemd en zwarte jeans, dat gaat nog net. Met verve gooit hij zich op la Muizaranga. Hij bevochtigt met zijn mond het riet van zijn dolçaina. Jammer dat de derde fluitist het af laat weten, maar met z’n tweeën spelen ze de sterren van de hemel. Juan verheugt zich op het weerzien die avond met zijn minnares. Hij had gedacht dat die noorderlingen koel waren. Zijn minnares is mooi en vurig.

Tàrbena
De volgende morgen rijden ze richting Tàrbena. Het is de bedoeling dat ze eerst een wandeling maken in de bergen. Het begin van de wandeling is lastig te vinden. Ze heeft deze route al eerder gelopen, maar de oriëntatie via kaarten is niet haar sterkste punt. Ze rijden dus wat rond en vinden niet wat ze zoekt. Uiteindelijk rijden ze langs een bord en kiezen gewoon de wandeling die daar aangegeven wordt. De omgeving is ruig. De kersenbomen staan uitbundig in bloei en de olijfgaarden laten duidelijke terrasbouw zien. Ze legt uit dat dat vanwege het water is. Deze streek kan heel droog zijn en dan moet je inventief zijn met water. Ze lopen langs wat oude ruïnes, een oude watermolen en de droge bedding van een rivier voert hen terug naar de auto. Ze hebben best trek, de vrienden. De rit naar Tàrbena gaat over een weg vol haarspeldbochten. Ze lopen eerst naar het uitzichtspunt in het dorp, een indrukwekkend punt vanwaar je de skyline van Benidorm ziet tussen de ruige rotsen door. Je hoort er roofvogels roepen en je kijkt op de moestuinen van de mensen uit het dorp. Ze laten zich de typisch Valenciaanse gerechten goed smaken. Het dessert is wederom bij de prijs inbegrepen, evenals de wijn en het water. Er is alleen huiswijn. “Niet verkeerd” is het commentaar en er wordt nog een fles aangerukt. Het restaurant is een bolwerk van arbeiders, een communistisch bolwerk, dat de traditionele geest van de dorpelingen representeert. Tàrbena heeft lang stand gehouden als dorp van de Moren tegen de Christenen rond 1270. Uiteindelijk zijn er christenen geplaatst om het dorp om te vormen, wat niet gelukt is. Het dorp bleef Moors. De Moren zijn rond 1600 Spanje uitgezet en daarna zijn kolonisten van Mallorca naar de Valenciaanse kust komen varen en zij hebben zich in dit dorp gevestigd, zo is te lezen op een tegeltableau aan de ingang van het dorp. In het restaurant schalt de Internationale uit de boxen. Ze moeten er erg om lachen. Lichtelijk aangeschoten rijdt het gezelschap weer naar het huis. Het is tijd voor een siësta of voor een boekje op het dakterras. De kunstenares kan zich even terugtrekken en smst met Juan. Hij belooft die nacht weer langs te komen. Ze verheugt zich nu al op zijn strakke geoefende lijf dat ze graag ontvangt.
Tegen zevenen is iedereen bereid om een rondje campo te lopen. De kunstenares daagt ze uit. Het is een rondje van een klein uur en het is wel pittig, eerst dalen en dan stijgen. De tocht zal beloond worden met een glas wijn en tapas op het plein. De rokers nemen nog een sigaretje en de kunstenares geeft hun een sleutel om af te sluiten. Zij loopt met de anderen alvast naar de flessenbak om de schande weg te werken.
Moros y Christians
Juan oefent tot laat in de middag en gaat na afloop nog wat drinken op het plein. Tot zijn vreugde ziet hij de kunstenares met haar vrienden aan een tafel zitten. Hij groet. Ook de jongen van de joint voegt zich weer bij hen. Deze zegt niet veel, maar geeft een rondje quinto’s om zijn afwezigheid van die middag goed te maken. De jongens vermoeden dat die blonde de minnares is van Juan.
Tegelijkertijd verlaten de twee gezelschappen de sociëteit. De bandleden lopen met hun instrumenten naar hun flats aan de rand van het dorp en de vriendenclub loopt langzaam omhoog naar de Carrer Molina in het oude gedeelte van het dorp. Wanneer ze aankomen bij het huis zien ze dat het raam openstaat. Het raam is voorzien van dikke tralies, maar toch, iemand heeft het raam open laten staan. Het klappert zelfs. De houten luiken zijn meestal dicht. Mensen kunnen nu naar binnen kijken in het huis. Er is niet veel van waarde of het moeten de spullen van de vrienden zijn. De vrienden stellen voor nog een glaasje te nemen om het af te leren. Eén van de vrienden komt geschokt naar beneden. “ Weet je wat? Mijn gouden sieraden zijn weg. Ik had ze in mijn toilettas gedaan. Een ring van mijn moeder, de oorhangers die ik op mijn 21e kreeg en een armband. Weg!” De kunstenares is verbijsterd. Hoe is dit mogelijk. De wijn smaakt nu niemand meer. Moet ze de politie inschakelen en aangifte doen? De vrienden vertrekken morgenvroeg al. Dit betekent dat zij het zal moeten afhandelen. Ze smst Juan dat hij niet hoeft te komen, zeker niet als hij vandaag al langs is geweest. Juan smst direct terug dat hij de gehele dag met de band was en dat hij wel wil komen helpen. Met de vrienden samen gaat ze na wat er gebeurd kan zijn. Misschien heeft één van de rokers de deur niet goed dicht gedaan en is er een insluiper geweest. Die insluiper heeft de deur achter zich op slot gedaan, is via de slaapkamers naar boven gegaan, heeft zijn slag geslagen en is via het dakterras gevlucht. Misschien is er een andere sleutel in omloop en heeft iemand zich de toegang tot het huis verschaft, iemand die zag dat de laatste gasten vertrokken. Deze persoon kan de deur weer gewoon achter zich gesloten hebben. Waarom het raam open staat? Geen idee. Snel de buit aan een handlanger gegeven? Goud is in Spanje veel waard. Overal zie je borden met compra de oro, oftewel: goudinkoop. Wie verkoopt er dit goud?
De kunstenares belooft dat ze de volgende morgen vroeg aangifte gaat doen. De vrienden gaan op tijd naar bed. Ze weet dat de zaak nooit opgehelderd zal worden en ze vermoedt dat Juan niet langskomt. Ze doet de houtkachel aan en drinkt de laatste slokken uit de aangebroken flessen wijn. Teveel hout, wat kan het haar schelen!

Teveel hout - Tineke van Roozendaal

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2015  Tineke van Roozendaal  Beoordeling Alicia