Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Tineke van Roozendaal

Huisvrouwen - Tineke van Roozendaal

Las amas de casa

Ze ziet ze al staan bij de bushalte voor de supermarkt. Zij gaat er bij staan. Het valt haar op dat ze lang lijkt tussen deze huisvrouwen. In Nederland is ze bepaald niet groot, zeker niet in Friesland, waar ze woont. De vrouwen zijn keurig gekapt. De haren zijn gekleurd en gekruld, de nagels zorgvuldig gelakt. Lippenstift. Ze dragen pantalons, gewatteerde jassen en kleurige sjaals. Een tasje bungelt aan de arm. Ze staan in groepjes. Onhandig loopt ze op een groepje af en wil juist vragen of dit de mensen zijn voor Valencia, als ze de voorzitster ziet staan. Bij haar heeft ze haar ticket gekocht. De voorzitster, Rosa Maria, houdt haar een papieren tasje voor met lootjes. Ze begrijpt dat het de bedoeling is er een uit te pakken. Ze trekt een lootje met twee getallen, 29-30. De nummers van de zitplaats in de bus. Al snel wordt duidelijk hoe het werkt. Er komt een jongere dame op haar afgelopen, vraagt haar welke nummers ze heeft en legt uit dat ze met een groepje van vijf dames is en dat zij nog een zitplaats zoekt. En zo wordt het ijs gebroken. Het duurt nog even voor de bus arriveert. Na het instappen leest de voorzitster alle namen op. Als er niemand reageert op Van? snapt ze dat zij het is. Van Beek. Er worden flesjes water rondgedeeld en de bus gaat rijden. Iedereen is aan boord. De weg kent ze van vorige ritten naar Valencia, niet echt interessant. Ze raakt aan de praat met haar buurvrouw, die gelukkig Castiliaans spreekt en gewend is om met buitenlanders om te gaan, aangezien ze in Benidorm op een camping werkt. Het is een enorme herrie in de bus. Iedereen praat. Rosa Maria legt door de microfoon uit dat ze afgezet worden bij la Pantera Rossa en om 21.00 weer vandaar zullen vertrekken. Er worden 06 nummers van haar en de chauffeur doorgegeven voor noodgevallen. Het wordt Franca duidelijk dat er dus geen groepsexcursie gepland is, maar dat iedereen haar eigen weg gaat of zijn eigen weg, want er zijn ook een paar mannen van de partij. Ze zijn de man van. Al snel raakt ze geanimeerd in gesprek met Nicolasa, haar buurvrouw. Ja, die amas de casa, die mochten voorheen niet samen op pad. De vrouw is vroom, zorgt voor het huis en voor de kinderen. Nee, dit is wel de verworvenheid van de laatste decennia. Ze vertelt verder over haar zoons die goed voor zichzelf kunnen zorgen en niet van vriendinnen afhankelijk zijn qua zorg. Eerder andersom. Die jongedames werken en doen niet zoveel in het huishouden. Ze vindt het wel goed, die zelfstandige jongens en meiden. 
Franca van Beek is kunstenares en ze werkt twee maanden in Callosa. Ze maakt een fotoreportage over het huidige Spaanse leven. Die reportage gaat het uitgangspunt vormen voor een reeks schilderijen en collages. Ze duikt dus het dagelijkse leven in en deze busreis naar Valencia is een uitstekende kans om in te zoomen op het leven van vrouwen in Spanje anno 2016.
Nicolasa vertelt haar dat haar vader niets, maar dan ook niets in het huishouden deed. Hij kwam thuis, ging op de bank zitten en verwachtte dat haar moeder en later ook zijn dochters hem verzorgden. De jongens hoefden niets te doen in het huishouden en als ze eerlijk is, is haar eigen man nog van dat zelfde soort. Ze heeft vandaag een lunch voor hem klaargezet in de koelkast, want koken kan hij niet. Een bord met eten opwarmen in de magnetron lukt hem nog net. Ze vraagt hoe dat in Nederland is. Franca is de oudste van een groot gezin en bij haar thuis waren het toch ook vooral de meiden die hielpen in het huishouden. Haar broers zetten de vuilnisbak buiten en moesten helpen afwassen. Haar vriendinnen werken allemaal buitenshuis en in de generatie van na de oorlog zijn de mannen toch redelijk in staat voor het huishouden en de kinderen te zorgen. Na de oorlog. Welke oorlog ze bedoelt. Voor Nicolasa is het namelijk tijdens het Francoregime of daarna. De overgang naar een modernere tijd begint in Spanje zo’n dertig jaar later.
De bus stopt bij de Pantera Rossa. Franca had niet begrepen dat het een object was dat de Pink Panter voorstelt. Alle vrouwen stappen uit de bus en er vormen zich groepjes. Franca wordt direct door het groepje waar Nicolasa bij hoort, uitgenodigd om met hen mee te lopen. Ze gaan eerst taartjes eten in een koffietent vlakbij het markante station van Valencia. Grappig dat de dames zo op de taartjes duiken. Ze proeven, proeven en proeven en delen taartjes. Franca houdt niet van taart. Ze bestelt een bombón voor Paqui , een van de dames. Het blijkt een koffie met gecondenseerde zoete melk te zijn. Zelf neemt ze een americano. Het is druk en vooral de rij wachtenden voor de toiletten is enorm. De dames kletsen onderling en Franca heeft even rust. Ze kan dat Valenciaans niet volgen als ze zo snel spreken. Het Valenciaans lijkt meer op het Frans, vooral op het Occitaans.
Na de koffie begeeft het groepje dames zich weer in de massa, die langs de verschillende Fallas trekt en onderweg de marktstallen met alle koopjes afstruint. De dames kopen een lot van de Onceloterij. Een speciaal vaderdaglot. De feestdag van de heilige Jozef is hier vaderdag en de Fallas zijn daaromheen georganiseerd. Paqui heeft een plattegrond van Valencia en bepaalt de route die gelopen wordt. Ze gaan van Falla naar Falla. Franca begrijpt dat de Fallas zowel de beelden van hout en piepschuim zijn als de feesten daaromheen. Falla-verenigingen in een wijk ontwerpen en maken de Fallas en de wijken strijden dus tegen elkaar om de mooiste, grappigste Falla. Er zijn aparte Falla voor en door kinderen. Die beelden zijn kleiner, ongeveer 1m 80. De Fallas zijn huizenhoge beeldengroepen. Franca ziet vooral grote borsten, blote billen, zoenende mensen, enorme pikken, Sprookjesfiguren en een raket met Bye Bye Rita. Rita blijkt Rita Barberá te zijn, de burgemeester van Valencia, die daar namens de Partido Popular zit. Dan een beeld van Rajoy die Pablo Iglesias omarmt, Sanchez en Rivera die staan toe te kijken. Er is veel beweging op dit moment in Spanje. Welke kant het uiteindelijk uitgaat is nog niet duidelijk. Maar het valt Franca op dat er dus politieke grappen gemaakt kunnen worden. De Fallas zijn niet langer een uiterst rechts feest. Rond 14.00 komen de dames bij het Plaza de Ayuntament. Het is er enorm druk. Franca begrijpt niet goed wat ze in deze mensenmassa gaan doen. Opeens komen daar de eerste knallen van een oorverdovend kleurrijk vuurwerk, de Mascletà. De dames lachen wanneer Franca haar sjaal met haar handen tegen haar oren drukt. Na een kwartier komt de mensenmassa in beweging en worden de dames vanzelf een van de zijstraten ingeduwd. Franca voelt een hand op haar rug. Ze kijkt naast zich en ziet dat de hand bij een man hoort. Hij wrijft subtiel over haar rug en dan masseert hij even haar nek. Hij is even lang. Hij heeft prachtige zwarte krullen en draagt een mooi gesneden wollen jas. Hij blijft zo naast haar lopen en kijkt haar indringend aan met zijn grote diepbruine ogen. Hij pakt haar hand en ze voelt iets hards. Een kaartje lijkt het. De mannelijke aandacht doet haar goed. Ze voelt dat ze kippenvel krijgt en dat er een blos op haar wangen komt. Ze stopt het kaartje zonder te kijken in haar handtas. De man pakt nog even haar hand en verdwijnt dan in de menigte. Paqui kijkt om om te zien of Franca nog volgt. Nicolasa is druk in de weer met haar telefoon. Ze vertelt Franca dat haar schoonvader ziek is. Hij heeft een bacterie opgelopen in het ziekenhuis en nu is het de vraag hoe besmettelijk het is. Ze heeft haar man aangeraden dat eerst uit te zoeken voor ze hem gaan opzoeken. Franca denkt althans dat ze dit vertelt. Overal om haar heen mensen. Moeders met kinderwagens, vaders met kinderen op de arm. Haar ontmoeting is nergens te zien. Franca voelt zich betrapt. Voor het eerst sinds de dood van haar man voelt ze. Bloost ze. Krijgt ze kippenvel. Is dit een droom, een déjà vu? Even lang als zij. Teder.
De dames krijgen honger en willen wel ergens gaan eten. Carmen weet nog van een vorige keer een leuk restaurant. Ze haalt het kaartje tevoorschijn, Casa Paquito. Nu zijn de dames niet zo handig met de plattegrond. Nicolasa vraagt of Franca mee wil kijken. Franca pakt haar bril uit de tas en voelt dan het kaartje. Het zit dus echt in haar tas. Ze durft er niet op te kijken. Casa Paquito blijkt vol te zijn. Geen tafel voor de zes dames. Omdat Carmen onderweg nog een kaartje heeft aangenomen van een ober die dat uitdeelde voor de deur, gaan ze naar dat restaurant. Jamón jamón. Waar kent Franca die naam van? Wanneer ze aan tafel zitten, vertelt Paqui dat Jamón jamón die romantische film is met Penelope Cruz en Javier Bardem, waarbij twee rivalen elkaar de hersens in slaan met een ham. Zo’n ham met een enorm bot. Franca kent de film.
De dames bestellen een karaf bier. Het dagmenu is een tapasmenu. Steeds weer komen er nieuwe gerechten op tafel. Ook een schaal met mooie ham en hamkroketten. De dames kletsen aan één stuk door en Franca komt er nauwelijks tussen. Het is een vrolijk gezelschap. Aan de tafel naast hen zitten ook zes vrouwen. Een enorm lawaai maken ze. Er worden selfies gemaakt met zo’n stick. Er wordt veel gelachen. Ook die vrouwen drinken bier uit een karaf. Met een crema catalana wordt de maaltijd afgesloten. Eerst gaan de dames nog even om beurten naar de wc. Franca gaat als laatste. Wat staat er op het kaartje dat ze in haar tas liet glijden?

Er is één toilet voor mannen en vrouwen. Het ruikt er niet bepaald fris. Ze zoekt in haar tas naar het kaartje. Blas Cano Martinéz, abogado en dan een adres en telefoonnummer. Ze stopt het kaartje terug. Even aangeraakt te zijn door het leven, dat voelt goed. Ze gaat terug naar de dames, haar dames, die net de nagels van Carmen bewonderen. Gedaan door Estética op de Plaza de España. Ze geven daar ook heerlijke massages. Paqui zegt dat ze dat als alleenstaande graag laat doen. Er wordt afgerekend en de dames vervolgen hun weg. Op naar de Virgen. Franca is benieuwd wat ze te zien krijgt. De carrer San Antonio Martýr is voor voetgangers afgesloten. Er loopt een permanente stoet van prachtig uitgedoste meisjes, jongens, mannen en vrouwen die allen een boeket anjers in de hand hebben. De vrouwen en meisjes hebben de speciale Valenciaanse haardracht. Een vernuftig vlechtwerk met een soort rozetten rond de oren, zoals de Zeeuwse vrouwen dat dragen met filigrain zilverwerk. Mooie vergulde spelden zijn achter in het haar gestoken. De haarstukken zijn nu in de uitverkoop, zo zien de dames wanneer ze langs een winkel op de Gran Vía lopen. De processie duurt uren, want elke Falla-vereniging loopt daar met een eigen groep, een eigen orkest. Ze lopen naar het plein bij de kathedraal. Franca ziet hoe daar een hoge toren van hout is gebouwd met het beeld van de maagd Maria. Daar worden de boeketjes omhoog gegooid, gevangen door mannen en vrouwen die op de houten stellage van de Virgen staan. De boeketten met rode, roze en witte anjers worden tussen de latten gestoken en vormen zo de kleurrijke mantel van de Virgen de los Desamparados, de heilige maagd van de hulpbehoevenden. De Fallas en de Maagd worden op de laatste dag in brand gestoken, vertelt Nicolasa.
Franca fotografeert. Ze heeft al een paar honderd foto’s van deze dag. In het atelier zal ze de foto’s als diavoorstelling afspelen. Wat een geld wordt er aan dit uiterlijk vertoon besteed. Als nuchtere Hollandse is ze onder de indruk als ze de groep Ecuadorianen ziet langskomen met hun prachtige kleding, hun omslagdoeken en fluiten. Het gaat erom dat je gezien wordt!
Het wordt al donker wanneer ze langzaam terug lopen naar de Pantera Rossa. Op de terugweg is het in de bus even druk als op de heenweg. Iedereen praat met en door elkaar. Franca is moe. Ze laat de huisvrouwen ratelen. Straks gaat ze de foto’s eens goed bekijken.
Blas?
Ze voelt weer wat leven is.

Huisvrouwen - Tineke van Roozendaal

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Tineke van Roozendaal