‘Pak je motor en ga.’ Had Jariska, zijn vrouw, gezegd. ‘Dertig jaar ken ik je en dertig jaar pruts je stiekem aan die motor en kijk je heimelijk naar de Kamarra-pas. Ga nu en kom terug als je gezien hebt waarvan je droomt en je gevoeld hebt wat je hier mist. Ga en beloof me dat je terug komt.’ Het bestijgen van de Kamarra-pas verliep voorspoedig. Vlak voor de top, bij de zeventiende haarspeldbocht, stopte hij om het beste uitzicht te hebben over de vlakte. De vlakte van zijn verleden. Hij zette zijn motor op de standaard en keek terug. Daar beneden, verscholen onder een dunne mist van lage wolken, lag zijn hele leven. Alles. Alle hoogtepunten en alle dieptepunten en vooral dat vervloekte gelijkmatige. De eeuwig groene vlakte. Hij haalde een leren jack uit zijn rugzak, trok het aan en stapte op zijn motor. Vlak voor de top haperde de motor. Met de extra dot gas die hij gaf schoot de motor vooruit. Als een coureur die de race winnend afsluit, balancerend op zijn achterwiel raasde hij over de top van de Kamarra-pas. Voor hem zag hij een landschap van winterbomen en roodbruine rotsen. Een eland met een gebroken gewei stak de weg over. Even keek het beest hem aan en verdween op een draf tussen de kale bomen. Hij stopte en haalde diep adem. Een krampscheut verkleumde hem. Hij wreef zijn handen over elkaar, maar voelde geen warmte van de wrijving. Hij besloot verder te rijden. Bij de eerste bocht in de afdaling zag hij een reclamebord. Een poster van een groot hotel. “Welkom in Hotel Atmenet.” Hij las de woorden in het voorbijgaan. Atmenet? Hotel Atmenet, hij herinnerde zich geen hotel van die naam in de LP-gids die hij bestudeerd had. Atmenet was dat geen Hongaars? Onder in de vallei zag hij het witte hotel liggen verscholen in een oase van groene struiken en bloeiende heesters. “Groot Feest!” Stond er met grote zilverglinsterletters op het tweede bord bij de tweede bocht “Ter ere van dr. Hannkes Bodewes” Kondigde het derde boord aan bij de volgende haarspeld.. Dr. Hannkes Bodewes? Hij probeerde te stoppen maar de remmen weigerden en het bord verdween uit zijn gezicht. Hannkes Bodewes? Dat ben ik. Ja, dat ben ik. Stond er echt Hannkes Bodewes? Hij kon niet meer terug de remmen weigerden en hij suisde naar beneden. Hij was inmiddels halverwege de afdaling gekomen en hij gleed naar beneden van bocht naar bocht. Het leek of hij iedere bocht soepeler en sneller nam dan de vorige. Bij de laatste bocht voor het hotel deden de remmen het weer en hij reed het parkeerterrein van het hotel op. De mensen die op het parkeerterrein in kleine groepjes met elkaar stonden te praten staakten hun conversatie en begonnen te applaudisseren. Hij knikte minzaam. Wie waren die mensen? Hij kende de mensen die hij zag, maar wist niet wie ze waren. Hij stopte en zette zijn motor op de standaard. Een man, een atletische jongeman, begroette hem. Weer had hij het vreemde gevoel de man te kennen maar niet te weten wie hij was. ‘Je zal wel vermoeid zijn na je reis Hannkes. Je zult je willen opfrissen. Antilla zal je naar je kamer brengen.’ De jongeman wees op een jonge donkere vrouw in een wit T-shirt en een heupspijkerbroek. Ze glimlachte naar hem. ‘Je kent haar toch nog wel, Antilla?’ Hij knikte, ook haar meende hij te kennen. “Natural tits’ las hij, de letters op het T-shirt golfde over haar boezem. Hij staarde naar de borsten van de jonge vrouw. Natural? Ja natuurlijk, met zulke tieten had je geen siliconen nodig. Hoeveel vrouwen had hij al niet aan de siliconen geholpen in zijn leven? Hij was de tel kwijt geraakt of beter, hij had het aantal nooit bijgehouden. Ineens scheen het aantal protheses dat hij had aangebracht van cruciaal belang voor hem te zijn. Na zijn reis zou hij er Jariska eens naar vragen, zij hield de administratie bij van de kleine privé kliniek voor cosmetische chirurgie. Met één hand tilde de jonge vrouw de rugzak uit de ijzeren houder achter op zijn motorfiets en wenkte hem met haar andere hand haar te volgen. Zijn protesten dat een vrouw niet zijn bagage hoefde te dragen, glimlachte ze weg. Ze ging hem voor naar het hotel en naar zijn kamer. Hij volgde. ‘Voila. Dit is je kamer voor vannacht.’ Zei Antilla en zette de rugzak in de kamer en liep door naar de badkamer. Hij hoorde hoe het water in het bad spetterde. ‘Een lekker warm bad en een massage, heb je wel verdiend, hè schatje’ zei ze. Hij glimlachte en keek haar weer aan, vergeefs zocht hij in zijn geheugen. Ze stond voor hem en ritste zijn leren jack open. Gedwee liet hij haar begaan, ze ontkleedde hem, tot hij geheel naakt voor haar stond. ‘Eerst seks of seks na het bad?’ vroeg ze en wees op zijn geslacht. ‘Seks?’vroeg hij niet begrijpend. Hij werd zich pas bewust van zijn erectie toen zij die aanraakte. ‘Ja, seks! Of wil je liever seks met Laura?’ Laura! Hij schrok bij het horen van die naam. Een pijnscheut ging door zijn lijf. Laura, zijn eerste liefde die hem had verlaten omdat hij zo saai en voorspelbaar was. Wat wist die vrouw die voor hem stond van Laura? Antilla had zich omgedraaid en trok haar T-shirt uit. Een kleine tatoeage van een vlinder sierde haar rechterschouder. Dezelfde vlinder die Laura ook had laten aanbrengen. Antilla draaide zich om haar armen gekruist over haar borsten. Ze kwam vlak voor hem staan en liet haar armen zakken. ‘Wil je mij of wil je toch liever Laura.’ Ze wees naar de deuropening en daar stond Laura. Dat kon Laura niet zijn. De vrouw die daar stond was Laura zoals hij haar kende van ruim dertig jaar geleden. De pijnscheuten in zijn lichaam werden steeds heviger. De vrouw in de deuropening was Laura maar kon Laura niet zijn en wie was de jonge vrouw die voor hem stond. Hij ademde zwaar. Hij stak zijn armen uit en zocht steun bij de jonge vrouw voor hem. Dronken voelde hij zich, dronken als die ene avond lang geleden, toen Laura had hem gezegd dat ze niet langer met hem om wou gaan omdat hij saai en voorspelbaar was. Hij was dronken geworden en naar de stad gereden en zijn toevlucht gezocht bij het donkere hoertje met de mooie tieten, waar hij behalve zijn zaad ook zijn hart uitstortte. Antilla ondersteunde hem en legde hem op het bed. Ze streelde hem en door de pijn heen voelde hij een verlangen. Tijdens zijn orgasme zag hij vanuit een ooghoek Laura die in de deuropening was blijven staan, ze glimlachte. ‘Ik ben hier niet langer nodig’ zei ze en verdween. Na de seks, een bad en een massage liep hij hand in hand met Antilla naar de lounge van het hotel. Hij herkende nu de mensen die hij zag, maar net als op Laura en Antilla had de tijd geen grip op hen gekregen. Ze zagen er uit zoals ze er uit hadden gezien toen hij ze kende. Hij zag met zijn oude schoolvrienden, zijn vrienden van de tennisclub van toen. Hij zag de studenten waar hij een flat mee had gedeeld en die hij na zijn afstuderen niet meer gezien had. Slechts bij die ene man bleef de herkenning uit. De jongeman die hem op de parkeerplaats welkom had geheten en die hem op het feest overal volgde. Tijdens het diner zat hij naast hem en later toen de band de muziek uit zijn jeugd begon te spelen, bleef de jongeman dicht in zijn buurt maar sprak bijna niet. Slechts als hij het glas van Hannkes bijvulde zei hij ‘Drink Hannkes je hoeft niet te rijden vanavond.’ Hannkes dronk veel, veel meer dan hij gewoonlijk dronk. Om van de jongeman af te komen vroeg hij Laura ten dans. ‘Je bent nog steeds voorspelbaar,’ zei Laura. ‘Voorspelbaar?’ ‘De muziek is nog hetzelfde, ik kan raden wat er komen gaat. ‘Ik heb de muziek niet uitgezocht, ik wist niet eens dat er hier een feest was.’ ‘Jij hebt alles uitgezocht. De muziek, de mensen, de sfeer. Alles is jouw keuze.’ ‘Hoe bedoel je?’ Ze danste van hem weg toen hij haar die vraag stelde. Ze bleef op afstand van hem dansen. Alleen hun blikken raakten elkaar. Moe en bezweet was hij toen de muziek stopte en de jongeman weer met een glas bij hem stond. Hij ging zitten en de jongeman ging tegenover hem zitten. Op het tafeltje tussen hen in lag een opgevouwen krant. Een foto van de jongen die tegenover hem zat stond op de voorpagina. ‘Danny Buurmeier doodgereden. De beloftevolle tennisser Danny Buurmeier is gisteren omgekomen bij een verkeersongeluk. De motorrijder die hem aanreed, is doorgereden. Van de bestuurder ontbreekt nog ieder spoor.‘ las hij. De pijnscheuten die hij eerder gevoeld had kwamen terug. Ditmaal in combinatie met een overweldigende misselijkheid. Hannkes vluchtte weg uit de grote zaal en rende naar buiten. De frisse berglucht verfriste hem en hij liep naar zijn motor. ‘Als je nu weer weggaat’ zei Danny, ’dan is er geen weg van vergeten meer.’ De pijn die Hannkes voelde werd heviger. Hij startte de motor. ‘Hij komt uit zijn coma, geloof ik’ zei een voor Hannkes onbekende stem. Even hoorde hij de stem van Jariska. ‘Je zou terug komen,’snikte ze. Hij zag het felle wit van neonlicht. In de lichtgloed verscheen beurtelings het gezicht van Jariska en van Danny. Hij draaide het sleuteltje van het contact, de motor stotterde een protest. Achter Danny aan liep hij terug naar het hotel.
|