Die andere dag ontmoette ik Rita Pita. Ik kende haar van haar grootse uitvindingen. Ik zei tegen haar: 'Hallo Rita Pita, ik ken je van je grootse uitvindingen!', waarop zij: 'Ha Wout, ik ken je niet van je grootse uitvindingen, maar van iets anders!'. Dat klopte. Toen ik nog klein was, bezocht ik samen met mijn klasgenootjes de tentoonstelling 'Rita Pita en haar uitvindingen'. Hoe sterk wij onder de indruk waren kan ik je op en blaadje geven, al moet ik wel eens nadenken hoe ik dat zou flikken. Ik besloot het gesprek gaande te houden met een vraag. Die vraag ging als volgt: 'zeg eens, Rita, kun je me eens beknopt vertellen in een regel of vier hoe het met je gaat?' Ze zei me dat ze dat wel kon. Ze begon eraan: 'Wel goed, wel goed. Zo heb ik vorige maand de prijs der grote uitvinders gewonnen! En hoe gaat het met jou?' Ik was wat teleurgesteld over haar korte uiteenzetting rond haar toestand in al haar facetten. Ik was echter niet zo teleurgesteld dat ik haar hoofd er zou afzagen met een verroeste figuurzaag. Dat niet. In plaats daarvan antwoordde ik op haar vraag: 'Ach, het gaat wel. Maar nu over je uitvindingen, waar ben je zoal mee bezig?' 'Aha, een interessante vraag,' knipoogde ze, 'wel, vorige week heb ik 'cognac met groentesoep en balletjes' uitgevonden.' 'Vernieuwend, vernieuwend,' moest ik toegeven, 'heb je zo nog iets?' 'Hoe raad je het!' zei ze, 'momenteel ben ik bezig aan een boek zonder tekst, een leeg boek zeg maar. Ik zit alleen nog wat vast met wat ik erin wil schrijven.' Ik begreep haar probleem als geen ander. Het is immers geen kunst om een boek vol te schrijven, zoveel schrijvers doen het. Ik heb echter nog geen auteur ontmoet waarvan het boek gewoon leeg is. Het feit dat ik nog nooit een auteur ontmoet heb, staat er compleet los van. Wat zou ik graag zo'n boek lezen! Misschien wordt het daarna wel door menig schrijver overgenomen en zal het nieuwe er misschien snel af zijn. alhoewel, je weet natuurlijk nooit wat er in je boek zou staan, moest er wel tekst in staan. Toch wel spannend eigenlijk. Ik vertelde Rita Pita dat ik haar zou helpen, want ik ben een kei in het niets verzinnen. Haar ogen fonkelden als een omvallende dennenboom in het zwarte Woud. Enkele dagen later belde ik haar op. Ik deed dit per telefoon, omdat haar uitvinding 'bellen per schoenzool' nog niet op punt stond. Ik mocht haar het blijde nieuws meedelen dat ik reeds een titel had voor haar werk. Ze kon niet wachten om hem te horen en dus zei ik hem: 'Ik dacht iets in de trend van: ' , '. Maar ik zeg het, als je wil vervang ik de door een .' 'Nee, niet doen,' juichte ze, ' hij is fenomenaal, waar haal je het!' 'Ach, ik las hem ergens op een witte muur,' gaf ik eerlijkheidshalve toe, ' maar geen paniek, ik heb de muur afgebroken.' We maakten gauw een afspraak om het verhaal her en der wat bij te schroeven.
Een jaar of drie vierde later verscheen het boek in de betere boekhandel. Het werd meteen een kaskraker, een bestseller, zeg maar. Zowel Rita Pita als ik werden in menig talkshow uitgenodigd, door iedere Belgische krant geïnterviewd en door elke fotograaf van een Vlaams tijdschrift gefotografeerd. Ik verdiende geld met hopen. Er waren zelfs bellers die me opbelden en vroegen of ze het boek mochten vertalen. Ik vertelde hen dat ze dat maar aan Rita Pita moesten vragen, want in feite was het haar idee. Kennelijk had Rita Pita toegezegd, want een maand later wandelde ik rond in New York en ik zag ons boek uitgestald staan in elke boekhandel die New York rijk is. Ik kocht dan ook meteen de Engelstalige versie, al vond ik hem achteraf slecht vertaald. Die Amerikanen vertaalden het woord ' ' door ' '. Ik begreep het niet zo goed, maar het deerde me niet. Ik was plotsklaps de meest begeerde schrijver ter wereld geworden, dus wat maakt het. Rita Pita werd meteen ook de grootste uitvinder ter wereld. We schreven elkaar nog veel. Op een dag stierf ze wel, dat was wat minder.
|