|
|
“Mira-meis, ze hebben simpelweg geen stukken voor vrouwen van jouw leeftijd.” Zijn woorden dreunen door in mijn hoofd. Alsof de gemiddelde theaterbezoeker niet met een been in het graf staat. Misschien willen ze juist daarom verhalen zien over mensen in de bloei van hun leven. Mijn agent is in ieder geval eerlijk geweest. Daarmee heeft hij een belangrijk punt voor op Max. Mijn man beweert nog steeds dat hij slechts tijd voor zichzelf nodig heeft om zich te concentreren op zijn nieuwe script. Waarschijnlijk ligt het dan ook aan de scriptschrijvers, allemaal oude mannen, geobsedeerd door jong vlees, die schrijven geen stukken over vrouwen in de veertig. Perfect, binnenkort heb ik geen man en geen werk meer. Het doek is gevallen. Steeds driftiger rommel ik door mijn handtas. Zoals ik al dacht: geen iPhone. Murphy’s wet heeft zich weer goed bewezen. Het narcistische noodlot moet van zich laten horen. Een druppel rolt over mijn wang naar beneden, stopt bij mijn kaak en spettert te pletter op de marmeren vloer. Dat ding is natuurlijk uit mijn tas gejat, toen ik met mijn agent op het terras zat. Ik zucht. Zou ik misschien kunnen onderhandelen? Als mijn simkaart niet allang in een gracht is gedumpt natuurlijk. Nooit geschoten, altijd mis. Uit het zijvakje van mijn handtas haal ik mijn werktelefoon tevoorschijn. Trillend toets ik cijfer voor cijfer mijn eigen nummer in. Belachelijk dat zelfs naar het terras gaan al niet meer veilig is. Dat stelletje imbeciele randdebielen moet eens gaan werken voor hun geld. Ik tel tot tien en weer terug naar nul. Ik moet het rustig aanpakken aan de telefoon. Boos worden, draagt niets bij aan mijn benarde situatie. ‘Met Sherel.’ Ze klinkt jong en blond. ‘Neem je nu mijn telefoon op alsof die van jou is? Je hebt niet eens de moeite genomen om de simkaart te verwisselen. Volkomen onbeschaamd! Wie denk je wel niet dat je bent?’ De toppen van mijn vingers, waarmee ik de telefoon vasthoudt, zijn wit. Dat rustig blijven, lukt niet. De onbeschoftheid van zo’n jonge dievegge. Rustig blijven, diep adem halen. Eigenlijk is dit een goed teken. Ik kan dus met haar onderhandelen, als ik maar niet uit mijn dak ga nu, kan ik mijzelf een hoop stress besparen. ‘Ik ben Sherel. Ik...’ ‘Dat begreep ik ja. ik snap dat je het moeilijk hebt. Ik heb het verhaal vaker gehoord. Je hebt een rotjeugd gehad. Je vader is ervandoor gegaan toen je twee was en je moeder was alcoholiste. Zelf ben je aan de drugs en je voorraad is op, maar ik wil graag met je onderhandelen.’ ‘Maar, ik…’ ‘Geen gemaar. Ik weet hoe dat gaat. Als je mijn telefoon op de vrije markt wil verkopen, moet je eerst de simlock ervan af laten halen, dat geld heb je waarschijnlijk niet eens. Dan moet je de iPhone ver onder de prijs verkopen. Als ik een nieuwe moet kopen, ben ik ook het volle bedrag kwijt, die moeite wil ik ons besparen.’ Niet netjes om met onderkruipsels te onderhandelen, maar ik heb geen keuze. ‘Luister nou eens, Mira, ik heb je telefoon niet gestolen, ik wil niet onderhandelen of de telefoon aan je verkopen. Je bent je telefoon op het terras vergeten en ik dacht dat dit het beste zou zijn.’ Even ben ik stil. ‘Sorry.’ Ik denk na. ‘Het spijt me dat ik u heb uitgescholden net, dat was dus niet mijn bedoeling. Ik sta nogal onder druk de laatste weken, weet u. Dat is ongelofelijk stom van mij zeg, ik ben nog nooit mijn telefoon ergens vergeten. Wat vriendelijk van u. Natuurlijk kan ik u nog steeds een vergoeding geven, geen probleem. Mijn telefoon is mij veel waard.’ ‘Dat lijkt me niet nodig. Wel, zit ik met een probleempje. Ik ben naar huis gegaan en wacht thuis op een belangrijk pakketje. Je kunt de telefoon bij mij komen halen of ik kan later langskomen.’ ‘Ik kom de telefoon het liefst zo snel mogelijk ophalen.’ ‘Dat snap ik. Ik woon in Zuid. Is dit een ander nummer van jou? Dan sms ik mijn adres.’ ‘Ja, dat is zeer vriendelijk van u. Ik woon ook in Zuid, dus ik ben er zo.’ ‘Tot straks.’ De verbinding wordt verbroken. Zwaar ademhalend loop ik de woonkamer door. In de badkamer besprenkel ik mijn gezicht met water. Sherel, wat een vriendelijke jongedame. Ik moet niet altijd van het slechtste uitgaan. Plots schrik ik op van een sms’je. Die straat ken ik, maar een paar blokken verder. Met een wattenschijfje veeg ik de mascara van mijn wangen. Ik poeder mijn gezicht en spuit overvloedig deodorant op, voordat ik de deur uitwandel. Buiten brandt de zon op mijn lichaam alsof het een straf is voor mijn onbeschofte gedrag. Met een klamme hand druk ik tien minuten later op de bel. ‘Eerste verdieping, tweede deur rechts.’ Iemand van weinig woorden. Puffend trek ik mezelf de trap op. De deur staat open. Een elegante, donkerharige vrouw met opgestoken haar komt me in een rode, linnen kimono tegemoet. Ik duw mijn borst naar voren. Vroeger kon ik ook zonder moeite, charmant voor de dag komen. Al kleedde ik me als een zwerver, ik werd nog nagefloten. Zelf was ik me in die tijd helaas niet van bewust van mijn eigen aantrekkingskracht. ‘Kom binnen. Ik moet boven de telefoon te pakken. Sorry, voor de dozen, ik ben hier pas vorige week komen wonen. Maak het jezelf gemakkelijk op de bank.’ Met haar slanke vingers wijst ze naar een zwarte, leren bank. Daarna draait ze zich om en loopt de trap op. Haar benen zijn zo lang dat het lijkt alsof ze de trap op zweeft als een engel. Met een diepe zucht plof ik op de sofa neer. Ik pluk een paar pluisjes van mijn blouse. Afgezien van de twee verhuisdozen die tegen de muur aan staan, is het appartement perfect op orde. De glazen eettafel en de salontafel passen bij elkaar. De boekenkast staat al vol met boeken. Dit meisje is behalve mooi, ook goed georganiseerd. Hoe kan ze zich op zo’n leeftijd hier een appartement veroorloven? Zou ze model zijn of voor de televisie werken? Ze komt me niet bekend voor. Glimlachend komt ze de trap af. ‘Alsjeblieft.’ Terwijl ze mijn telefoon geeft, raken onze handen elkaar kort. Ze heeft onwerkelijk zachte handen. ‘Het spijt me dat ik je in paniek heb gemaakt.’ De telefoon druk ik tegen mijn hart. ‘Ik ben zo blij dat ik mijn telefoon terug heb, alle nummers die daar in staan!’ Ik prop de telefoon diep in mijn tas. ‘Het was niet jouw schuld. Het spijt mij juist dat ik me zo tegen je heb laten gaan. Ik reageerde zonder naar je te luisteren. Het is voor mij niet gemakkelijk geweest de afgelopen weken.’ Ze richt haar blik op de grond. ‘Ik vind het naar om dat te horen.’ ‘Daar moet jij je niet druk over maken. Dat is het leven. Soms zit het mee en soms zit het tegen.’ ‘Wil je misschien iets drinken? Ik ken nog niemand in deze buurt en ik heb het gevoel dat wij elkaar al een beetje kennen.’ Ze loopt naar de keuken. ‘Ik heb net een fles Baileys geopend.’ ‘Zo’n jonge meid als jij moet toch snel genoeg vrienden kunnen maken in de grote stad? Ik wil je niet opschepen met mijn ouderdomsproblemen.’ ‘Jij, oud?’ Uit een keukenkastje pakt ze twee glazen. ‘Doe niet zo raar, ik vraag het toch zelf.’ ‘Eerlijk gezegd, vind ik Baileys heerlijk. In het theater drinken we zo zeven flessen per week.’ Ik vertel haar maar niet welk deel van die flessen ik de afgelopen weken soldaat heb gemaakt. ‘Je bent actrice?’ Ze doet een paar ijsklontjes in de glazen. ‘Inderdaad. Nou ja, dat was ik. Op dit moment liggen de rollen niet voor het oprapen, maar het podium blijft de enige plaats waar ik mij thuis voel. Wat doe jij?’ ‘Ik kom graag in het theater. Misschien dat je me daarom zo bekend voorkwam.’ Met de glazen in haar ene hand en een Baileys-fles in haar andere hand komt ze naar de salontafel. ‘Toe maar, je hebt zelfs bijpassende glazen.’ ‘Je bent een Baileys-drinker of je bent het niet.’ Ze knielt om de glazen in te schenken. Haar kimono valt opzij, waardoor een formidabel gevormde zichtbaar wordt. Na het inschenken, zet ze de fles op tafel. Met de twee halfvolle glazen in haar hand gaat ze op de bank zitten en geeft me een glas. ‘Ik proost op vrouwen en het theater.’ Zachtjes tikt ze mijn glas aan. ‘Daar doe ik het voor. Alhoewel ik me op dit moment niet echt theatergezind voel.’ Ik neem een grote slok van mijn Baileys. ‘Ik dacht al zoiets te horen. Waarom liggen de rollen niet voor het oprapen op dit moment?’ ‘Ze hebben niet veel voorstellingen voor vrouwen van mijn leeftijd. Het publiek wil stukken zien over jonge mensen. Ik ben oud en lelijk. Bovendien zijn alle scriptschrijvers smerige ventjes, die willen slechts over minderjarigen schrijven. Zo is de cirkel mooi rond en zit ik zonder werk.’ Abrupt stop ik met praten. Zo open ben ik nooit. Deze jongedame ken ik niet eens. Ik weet haar achternaam niet of wat ze doet in haar dagelijks leven. Misschien werkt ze wel voor de pers, daar zou ik mooi opstaan. ‘Wat een onzin, je bent prachtig.’ Ze legt haar hand op mijn rug. ‘Het is volkomen absurd dat de maatschappij zo geobsedeerd is met de jeugd. We worden allemaal een keer ouder. Ik zie ouder worden als iets moois. Je doet ervaringen op en ontwikkelt jezelf naar een volgend level.’ ‘Jij hebt gemakkelijk praten. Hoe oud ben jij?’ Ze trekt haar hand terug. ‘Dat maakt niets uit! Leeftijd zegt niets. Mijn moeder zei altijd dat ik een oude ziel in een jong lichaam ben.’ Terwijl ze een slok neemt, sluit ze kort haar ogen, alsof ze intens van elke slok in haar leven geniet. ‘Sorry, je hebt gelijk. Helaas, denkt niet iedereen zo. In deze maatschappij brengt ouderdom je slechts miserie. Methusalem zou zich tegenwoordig honderden jaren dood hebben verveeld, omdat hij nergens meer voor werd uitgenodigd.’ ‘Misschien moet je van de nood een deugd maken en een paar maanden op vakantie gaan. Ik zou bijvoorbeeld graag een keer een rondreis door Zuid-Amerika maken, misschien naar Argentinië of iets dergelijks. We zouden samen het land doorkunnen reizen als rugzaktoeristen, zoiets heb ik nog nooit gedaan. Als we het zat zijn, huren we een luxueus hotel om weer bij te komen.’ ‘Grappig, mijn moeder komt daar vandaan. Ze is hierheen geëmigreerd voor mijn vader. Dat was in die tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend, maar daar hebben ze zich niet door laten tegenhouden. Ze zijn nog steeds gelukkig samen. Tot nog niet zo lang geleden dacht ik ook dat mijn man en ik samen oud zouden worden. Het is bizar. Ik heb geen enkele aanwijzing gehad dat hij het niet naar zijn zin had in ons huwelijk. We hebben nooit problemen gehad. Voor al onze vrienden leken wij het perfecte paar. We zijn nog nooit zo lang uit elkaar geweest. Opeens is hij gewoon met de noorderzon vertrokken. Nu weet ik niet eens waar hij woont.’ Weer neem ik een grote slok Baileys.’ Gelukkig ben ik komen lopen. ‘Ik weet ook niet waarom ik je dit allemaal vertel.’ ‘Maak je niet druk, we zijn toch vrouwen onder elkaar?’ Ze tik zachtjes met haar nagel tegen het glas. ‘Mijn vader heb ik nooit gekend. Mannen zijn niet te vertrouwen, zei mijn moeder altijd. Ze hebben niet genoeg bloed voor hun hersenen en hun pik tegelijk, daarom kunnen ze niet nadenken als het op belangrijke beslissingen aankomt.’ ‘Je bent cynisch voor je jonge leeftijd.’ ‘Niet cynisch, maar realistisch.’ Als ze glimlacht, zijn haar witte tanden te zien. ‘Ik ben overtuigd dat wij vrouwen boven de mannen staan op de evolutionaire ladder. Vandaar ook al die oorlogen op dit moment. Mannen moeten geen beslissingen kunnen nemen. De beste oplossing zou zijn dat we per tien vrouwen nog maar een man over zouden houden. Net als we al bij koeien en kippen doen. De rest van de mannen zijn niet nodig, die kunnen eruit worden geselecteerd door de genetici.’ Ik lach. ‘Je hebt het allemaal goed uitgedacht, maar ik vermoed helaas dat het overgrote deel van de genetici mannen zijn, dus die zullen niet zo snel met jouw plannen akkoord gaan.’ ‘Daarom begin ik na de zomer met studeren.’ ‘Genetica misschien?’ ‘Ja, inderdaad.’ ‘Je bent me er eentje. Een rasechte feministe.’ ‘Van het puurste soort.’ Ze doet haar haar los en bindt het elastiekje om haar pols. ‘De ervaren vrouwtjes worden bij de chimpansees met veel respect behandeld, zowel door de mannetjes als door de andere vrouwtjes. Ik vind het niet leuk om een gezonde vrouw zoals jij zo negatief over zichzelf te horen praten. Je maakt je druk om een paar kleine veranderingen in je lichaam, terwijl je alles hebt wat je je zou kunnen wensen.’ Ze legt haar hand op mijn been. Mijn hartslag gaat ineens als een razende tekeer, een gevoel dat ik niet kan plaatsen. ‘Behalve een man.’ Ik drink mijn glas in een teug leeg. ‘Mijn man ligt waarschijnlijk op dit moment bij zijn jonge ding in bed. Hij durft me niet eens de waarheid te vertellen. Verder ben ik blijkbaar te oud om ooit nog werk te krijgen als actrice en ik kan niets anders.’ Misschien heeft ze wel gelijk, dat ik helemaal geen man nodig heb om gelukkig te zijn, maar werk allicht. Wederom schenkt ze mijn glas vol. ‘Banen komen en gaan, net zoals mannen trouwens, maar het belangrijkste is dat vrouwen elkaar steunen.’ Ze schuift dichterbij en streelt met haar hand zachtjes mijn been. Haar geur heeft een ongelofelijke aantrekkingskracht om mij. Vreemd, ik heb mij nog nooit aangetrokken gevoeld tot een vrouw. In de theaterwereld is biseksualiteit normaal. Ik heb nooit iemand anders gewild dan Max. Misschien komt het door de Baileys zo vroeg in de middag. ‘Plato beweerde ooit dat de enige echte vorm van liefde, de Platonische liefde tussen twee mannen is. Een andere vorm van oprechte liefde bestaat volgens hem niet. Ik ben het daar niet mee eens. Ik denk juist dat twee vrouwen op een niveau van elkaar kunnen houden, die mannen nooit zullen begrijpen of evenaren. We hebben een superieur intellect en we zijn prima in staat om onze hersenen en geslachtsorganen gelijktijdig te laten doorbloeden. Daarom kunnen wij ook veel intensere orgasmes en een euforisch gevoel beleven tijdens sex. Zeker als het om twee vrouwpersonen gaat die de liefde bedrijven.’ Plagerig knijpt ze in mijn bovenbeen. Haar lippen. Vol en rood doorbloed. Ik neem een ijsklontje in mijn mond. Waarschijnlijk is ze jonger dan mijn zoon. ‘Ben je lesbisch?’ Meteen heb ik spijt dat ik zoiets heb gezegd. Ik kom natuurlijk over als een oude taart zonder levenservaring. ‘Ik vind het niet nodig om mijzelf te labelen. Soms vind ik het ook prettig om seks te hebben met mannen, het is minder intens en de liefde bedrijven zou ik het niet willen noemen. Bovendien wil ik mij als het moment daar is ook voortplanten en daar is helaas nog steeds een man voor nodig. Mijn dochter wil ik daarentegen opvoeden in een liefdevolle omgeving van vrouwen.’ ‘Mijn man was altijd erg liefdevol voor onze zoon.’ Zelfs al is mijn man nu de bloemetjes aan het buitenzetten, ik ben nog steeds met hem getrouwd. Ik ben een nette vrouw die zich niet als een vent op de eerste de beste aantrekkelijke vrouw hoeft te gooien. Het ijsklontje in mijn mond is onderwijl bijna gesmolten. Het wordt steeds warmer. Dit moet meteen stoppen, maar ik wil het niet. ‘Dat komt, omdat je nooit de oprechte liefde van een vrouw hebt ervaren.’ Met haar vrije hand beroert ze mijn rechterwang. ‘Je moet niet onderschatten wat voor een prachtige, getalenteerde vrouw je bent. Je bent zo veel meer waard.’ ‘Meer waard dan wie?’ Ze fronst haar wenkbrauwen. ‘Meer waard dan je zelf denkt.’ ‘Ik was gelukkig met mijn man in huis.’ Ik bijt op mijn lip. ‘Totdat hij jou verliet voor een jonger exemplaar.’ Ze leunt naar achter in de bank. ‘Een vrouw zou nooit zo oppervlakkig zijn geweest.’ Ik wil niet dat ze ophoudt met strelen. ‘Misschien heb je gelijk. Jij bent een ongelofelijk sterke vrouw. Sterker dan ik ooit ben geweest.’ ‘Haal jezelf niet weer zo naar beneden.’ Ze komt weer naar voren zitten en legt een arm om mijn schouders. ‘Je realiseert je niet dat je een warme vrouw vol liefde en passie bent. Ik zou zo uren naar je kunnen kijken.’ Met haar grote, lichtgroene ogen priemt ze diep in mijn ziel. Met haar blik kan ze iemand betoveren, een bevroren hart laten smelten. Ik begrijp nog steeds niet waarom zo’n jonge vrouw naar mij zou willen kijken, maar dat ze het wil is me wel duidelijk. Ik wil niets liever dan dat ze voor altijd zo zou blijven kijken. Opeens voel ik me aantrekkelijk, jong bijna, in de bloei van mijn leven ‘Je bent zo ongelofelijk mooi, Sherel.’ Ik heb in een lange tijd niet iemand zo graag willen kussen, maar ik durf het niet. Heel voorzichtig leg ik mijn hand op haar been. Misschien heb ik haar toespelingen wel verkeerd op gevat, misschien is ze gewoon een aanhalerig persoon. Ik wil niet dat ze me een gek, oud mens vindt. Langzaam draait ze zich naar me toe, zodat mijn hand hoger op haar dijbeen belandt. Haar hand legt ze weer op mijn arm. ‘Ik wil je.’ Ze zoent mij vol om mijn mond. Zonder twijfel zoen ik terug. Ik kan niet meer nadenken. Het is heerlijk. Ik voel het vuur van de passie door mijn lichaam trekken. Nu kan ik niet meer terug. Ik wil niet meer terug. Haar kimono wil ik van haar prachtige, jonge lichaam scheuren. Haar subtiele rondingen betasten. Overal haar lichaam tasten en kussen tot het einde der dagen. Verleidelijk begint ze me in mijn nek te zoenen. Ze kust me steeds lager en begint mijn blousje los te knopen. ‘Je bent zo ontzettend sexy, Mira, zo sexy.’ Opeens hoor ik in de gang een geluid. Het is een mannenstem. ‘Lieverd, waar ben je?’ Een moment is het stil. ‘Shereltje? In dit verstikkende weer kon echt niet verder worden gespeeld, dus de regisseur heeft alle acteurs en mij ook naar huis gestuurd.’ De stem herken ik: Max! In mijn hoofd rennen de gedachtes als met endorfine geïnjecteerde ratten door elkaar heen. Ik duw haar van me af. ‘Wat voor vies spelletje speel jij hier!’ ‘Blijf rustig, alsjeblieft, ik kan het uitleggen. Het is niet wat je denkt. Dit was niet de bedoeling.’ Met trillende handen knoop ik mijn blouse dicht. ‘Wat was dan wel jouw bedoeling?’ ‘Ik heb het voor jou gedaan, voor ons, dit was de enige manier.’ ‘Waar heb je het over, Sherel? Als je echt zo heet.’ Ik spring op. ‘Ik ga sinds mijn achtste naar het theater. Vroeger bedelde ik elk jaar bij mijn moeder om naar een van jouw stukken te mogen. Toen ik zelf een bijbaan kreeg, ging ik naar sommige stukken wel zes keer. Ik wist dat het tussen ons nooit iets zou worden als ik je vanuit mijn hoedanigheid als fan zou leren kennen. Je zou je man nooit uit jezelf hebben verlaten, maar wij twee kunnen samen zo veel gelukkiger zijn. Daarom bedacht ik dit plan.’ ‘Welk plan?’ Ik pak haar bij haar schouders vast en schudt haar door elkaar. ‘Leg het uit.’ ‘In het begin zou de scheiding je even pijn doen, maar ik wist dat je het uiteindelijk zou kunnen begrijpen. Ik adoreer je. De grond waarop je loopt, aanbidt ik. We horen bij elkaar, zoals yin en yang.’ Ze kijkt me vanaf de bank met haar Bambi-ogen aan. ‘Je hebt moedwillig mijn huwelijk kapot gemaakt, zoiets kun je niet doen.’ Ik laat haar los. Mijn man komt de kamer ingelopen. Hij kijkt naar haar en dan naar mij. ‘Wat doe jij hier? Ze is helemaal van stuur. Wat heb je allemaal gezegd? Kan je wel tegen een achttienjarige!’ Hij rent naar de bank, gaat naast haar zitten en aait over haar hoofd ‘Dat was voor jou blijkbaar ook geen reden om je oude, vieze pik ergens anders in te steken.’ Ik pak mijn tas van de bank. ‘Je bent walgelijk, Max. Toedeledoki.’ Ze duwt hem weg. ‘Niet weggaan, alsjeblieft, Mira. Ik heb het toch allemaal goed bedoeld?’ Een tsunami van tranen rolt over haar gladde wangen. ‘Je hebt professionele hulp nodig, meisje.’ Ik loop de deur uit. Terug naar huis. Mijn huis. Zodra ik thuis ben aangekomen, bel ik een slotenmaker om alle sloten vandaag nog te komen vervangen. Vervolgens neem ik contact op met een gerenommeerde advocaat. Glimlachend zet ik mijn laptop aan. Als die walgelijke scriptschrijvers geen stukken over de rijpere vrouw wilden schrijven, dan zal ik het zelf moeten doen. Bedankt, Sherel. Als een waanzinnige begin ik te typen.
|