Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2004  Cor de Jong  Beoordeling BSN

Beoordeling De verwijdering - Cor de Jong door BSN

Cor de Jong is net zo eigenwijs als de vader die hij voor ons neerzet in dit verhaal. Heel goed. Hij doet iets wat door alle meneren en mevrouwen die aan schrijfcursussen doen, wordt afgeraden, namelijk het laten optreden van een vertellende ik. Maar hij doet het heel subtiel en bewijst daarmee weer eens dat tegen elke regel voor het schrijven van fictie gezondigd mag worden.

In de scholen voor Creative Writing wordt onderwezen dat de schrijver zijn hoofdpersoon zoveel mogelijk in concrete situaties moet neerzetten, ook in het begin van een verhaal, zodat de lezer de ervaringen van het personage mee-beleeft. Bij de ik-vertelling pleit men dus voor een belevende ik, die registreert wat er zich op dat moment aan hem of haar voordoet. Daartegenover staat de vertellende ik, een beschouwer die de toestand kan overzien en die daar verslag van doet. De tekst wordt dan voornamelijk informatief, en dus niet zozeer indringend en gericht op ‘beleving’. Het vertellend schrijven is veel gemakkelijker dan het belevend schrijven, want de auteur kan gewoon op een rijtje zetten wat de lezer zou moeten weten en daar is geen bepaalde vaardigheid, laat staat talent, voor nodig.

Misschien wist Cor de Jong dat wel en misschien wist Cor de Jong dat niet van belang is dat de ik-verteller in De verwijdering zijn rol perfect speelt. De informatie over het straatje waar de vader woont is heel effectief: allereerst wordt de tegenstelling aangegeven tussen de idylle van vroeger ( het tuinpad van Wim Sonnevelds vader) en de situatie in het heden, en in de tweede plaats wordt de lezer verleid het met de verteller eens te zijn; zo’n rustige beschouwer is een figuur die objectief lijkt te zijn, die vertelt ‘zoals het is’. En dat is heel geraffineerd gedaan van de schrijver; de lezer wordt gedwongen om zich te verplaatsen in een figuur die zich steeds meer ontpopt als een onverschillige en gewetenloze intrigant. Dat komt des te indringender over, omdat de man redeneert als de goede topambtenaar, die zijn zaakjes goed doordacht heeft. Kennelijk is er in de samenleving een klimaat ontstaan waarin deze types prettig kunnen functioneren. Het is nu eenmaal gebruikelijk dat de ‘norm’ in het verhaal samenhangt met de perceptie van de hoofdfiguur en dus wordt de leeservaring heel intens als die perceptie botst met de waarden die de schrijver bij de lezer wel kan veronderstellen. Natuurlijk gaat de sympathie van de lezer uit naar de rebelse vader, hoe kalm en schijnbaar superieur de ik-figuur zich ook opstelt, in de passages met ‘belevende ik’, d.w.z. de beide dialogen.

Een dergelijke verteltruc wordt vaak toegepast in satires: de auteur laat dan zijn tegenstander aan het woord, en geeft hem daarbij zulke absurditeiten in de mond dat hij of zij als kwaadaardige domoor zich verschrikkelijk belachelijk maakt. De uitweidingen van Batavus Droogstoppel in Max Havelaar zijn daar mooie voorbeelden van en iedereen kent natuurlijk de persiflages van cabaretiers. Mijn enige kritiek op dit bijzondere verhaal is dat de auteur het indringende realisme van zijn vertelling met terugwerkende kracht een beetje bederft door aan het eind op de satirische toer te gaan, met zijn Alzheimer Avenue en Paranoia Plein. ‘Allemaal onzin, lezer’ is het signaal dat daarvan uitgaat. Gewoon een geintje. Maar wat daaraan voorafging was helemaal geen geintje.


Januari 2005, Hans ter Mors

Beoordeling De verwijdering - Cor de Jong door BSN

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2004  Cor de Jong  Beoordeling BSN