Homepage Prozawedstrijd Prozawedstrijd 2005 Sandra Israël Beoordeling BSN Beoordeling Dood tij - Sandra Israël door BSN |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
In goede korte verhalen gebeurt veel, in de weinige woorden die de auteur voor ons in het gelid zet. Dat kan zeker van dit verhaal gezegd worden en dus mogen we Dood tij bij ‘de goede verhalen’ indelen. Ik bedoel het niet ironisch als ik zeg dat voor de lezer een wereld opengaat in twee pagina’s A4. De schrijfster bereikt dat door aan het eind mooi suggestief te schrijven (Het is een vergissing // De vloed komt op) maar toch vooral door de verschillende elementjes van de handeling heel goed te doseren. Dat klinkt nogal vaag, maar het is dan ook heel lastig om uit te leggen wat er goed is aan iets wat goed is. Vaag of niet: de combinatie van handeling (op het strand zitten, naar de waterlijn lopen, de zee ingaan, uit de zee getrokken worden), waarneming (waar is Roel? Daar is Roel. De ervaring van het drijven) en de korte flash-backs is mooi met betekenis geladen, omdat al die items direct te maken met het thema dat hier best de zin van het bestaan genoemd zou kunnen worden. Dat thema is des te overtuigender omdat een flard menselijk leven onnadrukkelijk wordt verbonden met de eindeloze bewegingen in de natuur: het water trekt zich terug, als om alle ‘storende elementen’ achter zich te laten, iets wat de hoofdpersoon ook zou kunnen doen, en het water komt weer terug – net als Hilda. De schrijfster wist wat ze deed, wat natuurlijk ook blijkt uit de keuze van de titel. De clichématige waardering ‘er staat geen woord te veel in’, in dit geconcentreerd geschreven verhaal, is desondanks niet van toepassing, want er staat zelfs een complete zin te veel in: Dacht hij nu werkelijk dat haar leven haar zo weinig waard was? Dat Hilda iets dergelijks denkt, blijkt al duidelijk genoeg uit de twee zinnen ervoor. De mooie suggestie aan het eind wordt met het expliciet stellen van de vraag waarom het gaat, een beetje te niet gedaan. Schrappen ervan levert geen enkel probleem op. Wellicht wordt het verhaal nog intrigerender als de schrijfster iets aan de handeling zou doen. Zoals ik het zie krijgen we meer spanning als het zoeken naar Roel een beetje verlengd wordt: nu is het zo dat ze hem niet ziet, dat dan meteen de man met de kijker verschijnt en dat ze hem dan wel ziet. Probleem opgelost, angst verdwenen. Sandra had niet de intentie er een thriller van te maken, en een goed literair verhaal moet niet opgeleukt worden met voor de hand liggende trucjes, maar het verplaatsen van de flash-back ‘juf van Roel- stoel omver’ naar de passage waarin Hilda begint te zoeken, lijkt me een heel effectieve ingreep. Het plotelement ‘zoeken’ krijgt dan nog meer lading, en het gat in het begin kan gemakkelijk opgevuld worden met een opmerking van Peter of met nog een waarneming van Hilda. Ze zou ook aan iets concreters kunnen denken (hoe ziet ze Roel voor zich, in het water?), zodat de onrust die haar doet opspringen, goed invoelbaar wordt. Maar ook zonder dit geschuif met zinnen is Dood tij een mooi verhaal, dat nieuwsgierig maakt naar wat deze auteur nog meer voor ons in petto heeft.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Beoordeling Dood tij - Sandra Israël door BSN Homepage Prozawedstrijd Prozawedstrijd 2005 Sandra Israël Beoordeling BSN |