Is dit verhaal wel spannend genoeg? De lezer voelt wel aan dat hij iets te verwachten heeft, met die katerige huisknecht en die perfect gedekte tafel waarop alles glimt. De suggestie wordt goed volgehouden, door het begin van de alinea’s: Er klonken voetstappen op de gang; De deur van de salon ging open; Mevrouw keek niet naar hem enzovoort, tot aan de ontknoping: Johan, hij heeft me belazerd. Hij kan doodvallen. De lichte dreiging die langzaam wordt opgevoerd tot het aan gruzels vallen van de soepterrine – heel mooi. Spanning genoeg.
Staat de hoofdpersoon wel in het centrum van het conflict? Butler Johan doet weinig anders dan kijken naar het optreden van de onttakelde mevrouw, en dus lijkt het erop dat hij alleen maar de beschouwer is van het drama van anderen. In dat geval was het verhaal niet meer dan een aardige anekdote. Maar zo is het niet. Zonder dat dat wordt uitgelegd, is de butler direct betrokken bij het démasqué van het ministeriële huwelijk. Ook zijn wereld gaat aan gruzelementen. Hoe katerig het gevoelen ook is, de tafel moet onberispelijk gedekt zijn, de roosjes in de waterbakjes moeten glimmen. Een diplomatenvrouw staat altijd strak gekapt onder de kroonluchters op de gasten te wachten. Dat ze altijd iets te vitten heeft op de huisknecht, hoort bij het ritueel. En dat ritueel moet gehandhaafd blijven want het is hun leven.
Slaat de titel wel ergens op? De titel – die is perfect.
Gaat het verhaal wel ergens over? Het verhaal is literair in de goede zin van het woord. Wat eerst een leuke anekdote lijkt te zijn, krijgt bij herlezen steeds meer lading. Het gaat over mensen die er altijd in slagen om het ritueel door te laten gaan en daarin hun rollen onberispelijk te spelen, ongeacht hun stemming en gevoelens. Maar als er ergens echt iets kapot gaat, dan gaat ook alles kapot en dan wordt het spel niet meer gespeeld. De tafel wordt een puinhoop en hij kan doodvallen. Het gaat dus over ons allemaal.
Is er dan niets op aan te merken? Nou en of: de auteur hanteert de interpunctie in dialoogtekst niet goed. Alle leestekens moeten namelijk binnen de aanhalingstekens worden geplaatst: ‘Altijd een dame Johan, altijd,’ zei ze dan en ‘Hij kan doodvallen.’ De komma na een uitroepteken en vraagteken wordt niet geplaatst, dus correct is ‘Donder op man!’ zei ze.
Goed. Als u daar niet mee zit, dan is er op dit verhaal niets aan te merken. Erg goed en heel intens.
Mei 2007, Hans ter Mors
|