AANGEMEERD
aangemeerd waar geen golf geen teken van de overkant niets dan dauw over land uitgespreid, mij welkom heet
grenzeloos verlangen wordt beteugelt door terughoudendheid angst is een ander woord voor extreme breekbaarheid
een vlaag verlaat als wind een groet vaart tot strand waar ontvangen tot danken werd een streling kon nooit zachter zijn
AFSCHEIDZEE
wanneer ik de leegte voel van teveel zingt het ribbenkoor in Afrika en de wind is vrij van zand luister goed, zij zingen vogelvrij
meisje uit ruwe bast geboren leeg zijn je jammerschuren daar je land is dor en de oceaan verandert telkens weer van kleur
en de vele gaten tussen ons scheuren verder open dan ik dacht was het niet in deze jaren dat men jullie redding had voorzien
zwart nu, kleurt de afscheidzee waarop witte zeilen schimmen zijn laatste vloeken van een volk waaien door 't gedroomde ochtendrood
WOEKERGRAS
hij boetseert zijn klei in late dagen tot een pop die de wereld niet kan verdragen zijn leven was een flop
schopt het zand over de graven woekergras waar de insekten zich kunnen laven dan ziet men hoe hij was
bij leven, naar menselijke maatstaven een verdoemde welkom in geen enkele haven geen mens die zijn naam roemde
op die ene na, hij smacht naar hem heimwee vreet hunkerend naar zijn donkere stem niemand weet nog hoe mijn vader heet
|